Partij van de Arbeid
"Politiek is moeiluk?!"
Terug naar Nieuws
Speech die Rob Oudkerk uitsprak tijdens de installatie op 14 maart
"Politiek is moeiluk!?" Dat was een mooie serie van Multiculturele
Televisie Nederland, MTNL, uitgezonden via Salto en ons eigen AT5,
gemaakt door en voor jongeren waar sommigen van mijn collega's ook aan
hebben meegedaan.
Politiek is moeiluk? Ja. Krijg je jaren het verwijt dat je niet
luistert als PvdA: dan ga je luisteren en dan krijg je het verwijt dat
je teveel luistert.
Politiek is moeiluk. Ja. Krijg je niks voor mekaar is het hartstikke
fout, maar als je iets wel voor mekaar krijgt dan is het vaak niet
goed of het deugt niet.
Politiek is moeiluk. Ja. Maar ook een eer om te mogen doen. En
politiek is belangrijk. Heel belangrijk. Dat blijkt juist deze weken.
Deze dagen.
Het politieke landschap in Nederland is in korte tijd drastisch
veranderd. Wie dacht en denkt dat er op 6 maart in al onze gemeentes
niets te kiezen viel, had het lelijk mis. Er is op 6 maart op veel
plekken een keuze gemaakt anders dan in Amsterdam. In die andere grote
stad hebben veel kiezers gestemd op een man die geen extra
investeringen wil in zorg voor ouderen.
Voor kinderen. Die geen extra geld wil voor onderwijs. Die computers
van scholen wil weren. Die grote groepen zieken uit de WAO wil
knikkeren. Die subsidies voor mensen die hun woning niet kunnen
betalen wil afschaffen. Die mensen in wijken desnoods gedwongen wil
laten verhuizen. Die scholen uit wijken wil verplaatsen. Die het
gebrek aan participatie en betrokkenheid van nieuwkomers daarmee
vergroot. Niet verkleint. De PvdA in Amsterdam kiest een weg die daar
keihard tegenover staat. Kiest voor samen. Voor samenhang. Voor
cohesie. Voor het versterken van de sociale infrastructuur. Dat is
prioriteit nummer 1.
Mijn oom, de psychiater Jaques Weyel schreef in zijn boek "de mensen
hebben geen leven" dat het bij mensen niet alleen gaat om geld,
inkomen,
belastingdruk, maar juist om hun gevoel van veiligheid, bescherming,
sociale contacten, saamhorigheid.
Daar politiek op bedrijven. Ja. Dat is moeiluk. Veel moeilukker dan de
non-oplossingen die ik elders hoor en lees. Maar dat is onze
uitdaging. Onze missie.
En die keuze is fundamenteel. Als we niet oppassen, dan wordt
Nederland in dubbel opzicht een tweestromenland. Een land waar
kansrijk en kansarm elkaar pijnlijk zullen treffen. En een land waar
de wegen van tolerantie, van samen leven en samen verantwoordelijk
zullen kruisen met wegen van afkeer, ieder voor zich, rancune en
onderbuikgevoelens.
Dat tweestromenland heeft niets paradijselijks. En ik doe daar niet
aan mee.
Amsterdam heeft ook gekozen. De opkomst blijft, hoewel iets beter,
ondanks een forse campagne van gemeente en partijen veel te laag. Dat
moeten wij op een ander moment evalueren. Dat moet anders. Een
opkomstpercentage van boven de 60 % moet een doel op zich worden. Want
ook dat is participatie.
Amsterdam is een eiland van bestuurlijke rust en standvastigheid in
een onrustige omgeving, hoorde ik velen zeggen. Onrust: Zaanstad,
Haarlem, Almere, Haarlemmermeer. Maar ook aan de randen van Amsterdam
zelf. Kijk naar de tuinsteden en Zuid Oost. Amsterdam lijkt rustig,
maar ik denk dat we -gevestigde partijen hier met de PvdA voorop-
gewoon een laatste kans
krijgen. Waarom ontspringen we de politieke dans van onrust, onvrede
en machteloosheid?
Daar zijn al veel woorden over gezegd buiten deze zaal.
Het komt ook gewoon omdat coalitie en oppositie er geen rotzooitje van
gemaakt hebben.
En ook gewoon ook vanwege de resultaten. Van alle vier grote steden
heeft Amsterdam de meeste economische groei. In Amsterdam groeide de
werkgelegenheid meer dan waar ook in Nederland. We hebben 10.000
woningen erbij in Amsterdam. Kanker op dat het te traag gaat, dat er
te weinig dit en te weinig dat. Dat mag. Natuurlijk gaat het in te
veel wijken nog helemaal niet goed, maar wij hebben niet zo heftig als
in Rotterdam letterlijk dichtgespijkerde ritsen van panden, geen
middenstandswijken die in tien jaar tijd achterstandswijken werden met
volstrekt ongezonde taal- en leerachterstanden, vuiligheid,
onveiligheid en overlast.
Ik reken mij niet rijk in Amsterdam. Integendeel. Want de bedreiging
van erger zit maar 76 kilometer hier vandaan. Rotterdam deed niet wat
Amsterdam kon doen en krijgt er Fortuyn voor terug.
We hebben 27.000 mensen uit hun uitkeringsleven gekregen. In Zuid-Oost
is de werkeloosheid van 15.000 naar 7.000 gezakt. De achterstanden van
allochtone leerlingen worden ingehaald. De CITO-toets zit tegen het
landelijk gemiddelde
De immens belangrijke kinderopvang heeft duizenden plaatsen extra
opgeleverd. Steeds meer plekken zijn er voor daklozen. Er zitten
conducteurs op de tram. De buurtconciërges zijn hier
uitgevonden. Participatie van ouders en jongeren om de kleine
criminaliteit te bestrijden ook.
In sommige deelraden gaat de criminaliteit omlaag.
Het is een compliment waard aan het huidige demissionaire college. Ook
aan de oude gemeenteraad. Coalitiepartijen en oppositiepartijen. Want
een goede coalitie gedijt slechts bij goede oppositie. Ik heb daar
waardering en respect voor.
Wij zijn nu met veel nieuwe mensen in de raad. Dat is goed. Die kleine
merderheid met die ervaren minderheid heeft naar mijn mening een
immense opdracht. Het versterken van de sociale infrastructuur in al
haar facetten. Hier in Amsterdam moeten we kunnen laten zien dat het
kan.
Er zijn te veel dingen die nog niet goed gaan.
Die benoemen als langdurig verantwoordelijke bestuurderspartij is geen
brevet van onvermogen. Dat is uiting geven aan kwetsbaarheid en de wil
om door te gaan met verantwoordelijkheid nemen. En het is ook pur sang
verantwoordelijkheid afleggen. Je de maat laten nemen door burgers.
Afleggen van rekenschap. Dat is prioriteit nummer 2. Permanent en
overal. Niet verschuilen achter bevoegdheden van anderen, maar lef en
durf In het nemen van verantwoordelijkheden. Niet afschuiven. Niet
vertragen. Niet verschuilen.
Vooruitkijken staat niet op de agenda vandaag. Officieel. Maar de Raad
bepaalt haar eigen agenda in een dualistisch bestel. Dus agendapunt 3
is vooruitkijken. In het openbaar. Met iedereen. Want alle partijen
die een of meer zetels hebben moeten juist in dit debat elkaars nieren
proeven. Kijken waar onoverbrugbare verschillen liggen. Waar
constructieve overeenkomsten liggen. Om vervolgens te kunnen
destilleren wie met wie de stad het best zou kunnen besturen. Op
papier dan. Want politiek bedrijven is puur mensenwerk, dat berust op
onderling respect en vertrouwen. En politiek bedrijven is luisteren
naar de kiezers, want die hebben niet voor niets hun keuzes duidelijk
gemaakt. En politiek bedrijven is -ik zeg het Jan Mulder vanochtend
uit de Volkskrant na- taal spreken. Geen memo's spreken.
Het gaat ons vandaag om drie zaken. Die zal ik globaal schetsen.
1. Hoe willen we de stad besturen? Met welke attitude? 2. Hoe willen we dat organiseren? Binnen welke kaders? 3. Waar liggen onze politiekinhoudelijke prioriteiten?
Ten eerste. Wat is modern besturen in onze ogen?
Nederland is niet vol, behalve met bestuurlijke regels en regeltjes.
Dat kan minder en slimmer. De overheid moet niet alles willen regelen,
want kan dat helemaal niet. En waar zij het wel zou kunnen, zijn juist
weer teveel regels die voortvarendheid frustreren. Kijk naar de
woningbouw in Amsterdam. Kijk in de zorg. Kijk in het onderwijs. De
stad nog beter besturen betekent dus
ook regels en regeltjes opruimen, bureaucreatie uitbannen en de strijd
aangaan met de hokjesgeest en met
wie-was-daar-ook-alweer-verantwoordelijk-voor. Intelligenter
organiseren
dus.
De stad vraagt heldere verdeling van bevoegdheden, zeker. Maar niet
bevoegd betekent geen houding van: daar ga ik niet over. Het betekent
voor mij een houding van: ik ga er niet over, maar zal mijn stinkende
best doen om het toch voor mekaar te krijgen. En dat gaat me lukken
ook.
De overheid moet niet alle wielen gaan uitvinden en rond maken en
permanent plannen gaan zitten maken. Het meeste is al bedacht, maar
schreeuwt gewoon
om uitvoering. We moeten het ook niet moeilijker maken dan het is.
Juist deze tijd vraagt ook om het klip en klaar benoemen van
problemen. Vraagt om er niet om heen draaien. Vraagt om bestuurlijke
openheid. Want onder de pet houden of half zeggen of verbloemd zeggen
voedt wantrouwen.
Bovenal vraagt deze tijd dat de politiek:
-sneller dan voorheen- afspraken, contracten, beloftes met mensen
nakomt. En permanent te zoeken hoe je de kracht die alle amsterdammers
hebben helpt versterken. Zelfkracht, ontplooiingskansen, -empowerment
met een lelijk woord- ,solidariteit en de vrijheid om te kunnen
kiezen: dat zijn de trefwoorden.
Mensen verschillen. Juist die verschillen brengen ons verder. En die
verscheidenheid mag geen aanleiding zijn voor maatschappelijke
achterstand, voor uitsluiting en segregatie.
Dat definieert de sociale opgaven en de verantwoordelijkheden die
hieruit voortvloeien. Laten we niet vergeten dat in veel gevallen de
bloei van een stad (mede) veroorzaakt door een voorafgaande
immigratiestroom (denk aan Amsterdam na de val van Antwerpen in 1584:
er trokken in korte tijd 100.000 Vlamingen naar Holland).
De verklaring ligt in wat je zou kunnen aanduiden als de intellectuele
en maatschappelijke gisting die werd veroorzaakt door de nieuwe
normen, waarden, gewoonten, technieken en wat niet al, die aan de
bestaande werden toegevoegd.
Ik verwacht veel van de migranten met een dubbele identiteit, degenen
die in twee culturen staan. Amsterdamse burgers.
Voldoen aan die sociale opgave is -ik zei het al- mensenwerk. Geen overheidswerk alleen. Politiek en maatschappelijk mensenwerk.
Politiek en overheid zijn echt twee verschillende dingen, maar te vaak
verward, zeker als het om besturen in grote steden gaat. Dat moet
afgelopen zijn.
Teamwerk. Samen. Niet ieder voor zich. Letterlijk en figuurlijk.
Minder burowerk. Minder nota's. Minder plannen. Minder technocratie.
Minder regeltjes. Minder bureaucratie. Minder vergaderen. Minder
beleidsjargon. Meer naar buiten. Meer leven. Meer gewoon doen. En mag
ik even? Meer liefhebben. Politici voor wie er meer is dan politiek
alleen zijn krachtiger en uiteindelijk effectiever als bestuurders en
als volksvertegenwoordigers.
Het zal de komende vier jaar moeten draaien om het nu. Denkkracht moet
zich meer richten op beheer, uitvoering en dienstverlening. Dat vergt
geen extra kosten, maar een verschuiving van aandacht. Minder nieuw
beleid dus, meer gewoon uitvoeren. Dat is al moeiluk genoeg. Maar dat
wisten we al. Politiek was moeiluk. Maar de aanpak van Freek Salm bij
het Mercatorplein in 1993/94 was zo gek nog niet. Salm zorgde ervoor
dat al die uitvoerende mensen van verschillende diensten ´s morgens
even samen koffie gingen drinken. Al doende werd veel informatie
uitgewisseld en afgestemd, terwijl iedereen toch tot zijn of haar
eigen organisatie bleef behoren. Het werkte zeer goed. Hoezo moeiluk?
Onze gedachte is dat je bij beheerskwesties de Coördinatie en
samenwerking zo dicht mogelijk tegen de werkvloer aan moet
organiseren.
Iemand moet dat organiseren doen, en dat is nou net de taak die de
lokale overheid kan, en dus moet, oppakken.
Modern besturen is ook het besef dat uitvoering niet alleen een
kwestie is van delegeren is.
Dat juist de centrale stad -wethouders en raad- zonder andere voor de
voeten te lopen feeling moeten houden met de uitvoering, want de
problemen waar die mensen in de uitvoering voor staan zijn veel te
complex. Mensen in bv deelraden , op scholen, of in de
jeugdhulpverlening staan voor opgaves die duidelijk maken dat
organiseren, dat tot uitvoer brengen een ongelofelijke
kunst is. Op centraal niveau moeten mensen zich daar meer in
verdiepen, omdat je anders pseudobeleid krijgt. Permanent aandacht
geven aan het uitvoeringsproces. Het proces van besluit naar
uitvoering waar burgers iets aan hebben loopt te vaak vast. Omdat een
in dat proces wel zijn eigen verantwoordelijkheid neemt, maar dat ook
als grens beschouwt. Dat is niet
goed. Bestuurlijke vernieuwing in die zin -een echt excellente
dienstbare overheid, - moet hier in Amsterdam worden gecreëerd.
Wie mee wil doen in die cultuur, is ons maatje.
2.
Hoe willen we dat organiseren? Binnen welke kaders?
a. Een dualistisch bestel. In concreto: het college bestuurt, de raad controleert het bestuur en versterkt haar volksvertegenwoordigende functies. De raad agendeert. Dat is nieuw en dat is goed.
b. Snelle, zichtbare en tastbare resultaten op de 14 resultaatsgebieden op basis van aan de raad voorgelegde plannen: "wat gaan we doen? Hoe gaan we dat doen? Wat mag dat kosten" . De richting aangeven dus. En vervolgens afrekenen in voorjaar en najaar op "wat hebben we gedaan, hoe is dat gelopen en heeft het gekost wat we dachten dat het kost". Rekenschap afleggen. Beoordeling vindt plaats op resultaten. Daar gaat het om. En om niks anders.
c. Ketenregie -ook zo'n vreselijk woord, in de gaten houden dat het
geheel meer is dan de som der delen- en ontschotte niet versnipperde
budgetten: puur resultaatsgericht sturen op samenwerkingsbudgetten
-ook al een te lang scrabblewoord, niet samenwerken is dus geen geld.
De gemeente is ketenregisseur en procesregisseur.
d. Herkenbare politieke wethoudersportefeuilles die een effectief bestuur en dito ondersteunend ambtelijk apparaat beter waarborgen. Geen versnippering van portefeuilles dus. En een interventiecollege.
e. Een kort en bondig collegecontract tussen partijen op hoofdlijnen.
Geen essay: een korte inleiding -een motto- en dan de zaken zelf. Twee
of 3 a-viertjes. Per onderwerp wordt concreet en kwantitatief
geformuleerd welke concrete doelen worden nagestreefd. Per onderwerp
wordt specifiek onderscheid gemaakt tussen de rollen die de gemeente
wil spelen
-regie voeren
-eenmalig investeren
-structureel investeren
Dus Onderdeel, regie, investering eenmalig, exploitatie, doel.
f. De door de raad beoordeelde en gekozen wethouders werken deze
hoofdlijnen uit in hoe dat en waar dat en wanneer dat wordt
uitgevoerd. Concrete uitvoeringsplannen die aan de raad ter
beoordeling worden voorgelegd.
g. Niet de gehele ruimte wordt aan het begin gereserveerd. Er moet een
stevige financiële ruimte overblijven om politieke invulling tijdens
de rit mogelijk te maken. Dus geen dichtgetimmerd akkoord voor vier
jaren.
h. Er wordt met de stadsdelen een helder bestuursakkoord (conform wens
van de raad) gesloten over bevoegdheden en verantwoordelijkheden.
Centraal daarin staat waar en hoe samenwerking met stadsdelen wordt
vormgegeven om doelen uit het collegecontract/ stadsdelenakkoord te
bewerkstelligen . Informatieverschaffing over en weer wordt
geüniformeerd
3.
Wat zijn onze inhoudelijke prioriteiten?
Als het om sociale infrastructuur gaat zijn welzijn, cultuur, zorg,
onderwijs, kinderopvang, veiligheid, armoedebestrijding en werk nauw
met elkaar verweven.
Het is zo makkelijk gezegd, maar de verwevenheid in uitvoering, daar
gaat het om.
Samenvattend: geen achtergrondbeleid maar achterstandbeleid.
Niet genezen, maar voorkomen. Op het gebied van achterstand, van zorg,
van misdaad en criminaliteit.
En geen hokjes bouwen om groepen heen, maar laten meedoen. In cultuur,
sport, werk, scholing.
Preventie en participatie: leidraad bij alle beleid.
Het begint allemaal met onderwijs en jeugd. Voorschool. Taal. Recht op
het leren spreken van onze taal. Een taaloffensief dus, met hulp van
de sociale
partners in deze stad.
En schonere scholen, betere huisvesting. Minstens twee VMBO-scholen
erbij. Openbare informatie over schoolprestaties. Ouders meer
betrekken. Offensief inzetten op schooluitval. Cultuur en kunst
integraal onderdeel van onderwijs laten zijn. Ieder kind moet kunnen
sporten. Daar leveren wij niks op in.
En niks niet van ja onderwijs dat is voornamelijk
rijksverantwoordelijkheid. Het is onze verantwoordelijkheid. De
gemeente heeft al taken op het gebied van leraren naar de stad trekken
(en politie en zorgpersoneel).
Onderwijsachterstanden in al haar facetten is een deelraads- en
rijksoverstijgend geheel en basis voor een stevige sociale
infrastructuur. En integratie van jeugdzorg en onderwijs is must.
Herkenning van wat mis gaat. Preventie voorop. De besturen van de
onderwijsinstellingen en het bureau jeugdzorg Amsterdam hebben in hun
pleitschrift voor onderwijs- en
jeugdbeleid een handvat geschetst dat de moeite waard is.
En als we het toch over jeugdbeleid hebben: aansprekende
jeugdvoorzieningen. Stagemogelijkheden voor jeugd in collectieve
sectoren. De centrale stad heeft de regie als het gaat om een
samenhangend jeugdbeleid.
Multiculturele jeugdfeesten in buurten. Eens per jaar op de dam en het
museumplein. Beter jeugdbeleid zorgt voor minder claims op jeugdzorg.
Als het om zorg en welzijn gaat zijn de taken en verantwoordelijkheden
te veel versnipperd.
Denk aan gemeentelijke verantwoordelijkheid voor gehandicapten en
rijksverantwoordelijkheid voor chronisch zieken. Waanzin.
De Gemeente moet hier samen met de lokale zorgverzekeraar ZAO regie
nemen. En de bureaucratie opruimen. Hoezo vier weken wachten op alleen
al de indicatie? De gemeente gaat niet financieren. Dat gebeurt met
premie en belastinggeld van elders. Maar zorgen dat er in iedere wijk
huisartsen, tandartsen, adequate consultatieburo's voor jeugd en
ouderen zijn; zorgen
voor gezondheidsvoorlichting in eigen taal, behoud van
tweedelijnsvoorzieningen; stimuleren van ondernemerschap, netwerken
rond psychiatrische patiënten en daklozen, samen met het rijk de
sociaal economische gezondheidsverschillen echt terugdringen en over
de grenzen kijken hoe dat in andere steden gelukt is.
Goed zorgen voor ons zorgpersoneel is niet alleen helpen met het vinden van woningen of parkeerfaciliteiten. Nog meer kinderopvang zorgt dat veel herintreders kunnen herintreden.
Regie bij de gemeente. Want wachten als sleutelwoord in de zorg is
niet meer acceptabel.
Drugs en alcoholverslaving vragen om creatieve en onconventionele
oplossingen.
Als het om werk gaat het om mensen aan de slag helpen. Ook hier is
kinderopvang essentieel. Gaat het om het bestrijden van het idioot
hoge ziekteverzuim van sommige diensten. En de PvdA wil dan op
voorhand geen middel onbenut laten of uitsluiten. Dat bewees Jaap vd
Aa met de megabanenmarkt. Alle creativiteit is nodig om zieke diensten
beter te maken.
En als verzelfstandiging van een dienst daar een oplossing voor is, of
aanbesteden van uitvoeringstaken, dan moeten we daar niet zo voor
terugschrikken. Als het ergens anders heeft gewerkt, moeten we het in
Amsterdam ook gewoon doen. Resultaten zijn hier graadmeter en niks
anders.
Politieke dogma's helpen ons niet verder.
En mensen die zelf aan het werk, startende ondernemers, verdienen nog
meer steun dan we ze nu al geven.
Als het om wonen gaat is het vijf voor twaalf. Ik heb de situatie in
Rotterdam geschetst.
De middengroepen behouden is voor de sociale staat van de stad van
levensbelang.
Die moeten kunnen wonen hier. Kunnen leven hier. Verkoop van
huurwoningen aan zittende huurders; 4000 woningen per jaar bouwen met
de bekende 30 % sociaal, dat zijn voor ons onwrikbare pijlers.
Vraagsturing. Geen aanbodsturing. Stoppen met doorgeschoten
individualisering in de bouw. Waarom trouwens niet experimenteren met
regelarme lokaties?
En verder: geen gesol met erfpacht. Of met de OZB. Beiden zijn hard
nodig.
De afgelopen campagne ging het veel over veiligheid. Terecht. Onze
inzet is inmiddels wel duidelijk: preventief waar kan, repressief waar
nodig, creatief waar mogelijk. Dat laatste betekent luisteren naar
mensen die het moeten oplossen en hun plannen faciliteren.
Een Coördinatie en Expertisecentrum voor alle wijkveiligheidsplannen om ze ook elders uit te voeren: dat is ons parool.
Bestuurlijk lijkt het mij -gezien het grote belang van veiligheid-
wenselijk dat iedere wethouder medeverantwoordelijk wordt voor die
veiligheid en niet alleen de niet gekozen burgemeester. En niks
gedogen. Het moet ook duidelijk zijn dat als je in Amsterdam mot wil
je het kan krijgen. Het leven in Amsterdam moet voor geweldplegers en
hufters weer erg onplezierig worden.
Onze stad moet en zal beter bereikbaar moeten worden van buiten, maar
ook als je van zuid naar Noord wil. Een lokaal
bereikbaarheidsoffensief bevat vele facetten. De Noord-Zuidlijn
net zo goed als de fietsnetten en die weer net zo goed als het wegennet en taxi's waarin je veilig en snel van a naar b komt. En natuurlijk is de haven belangrijk. En sluizen. En schiphol. En......noem maar op. Wij willen wel heel veel tegelijk.
Er zijn grenzen. En politiek is ook -zeker bij een collegecontract-
kiezen.
Investeren in sociale infrastructuur staat voorop. Zorg, onderwijs,
jeugd, kinderopvang, veiligheid, wonen, achterstandsbeleid,
ziekteverzuim
aanpakken, mensen aan het werk helpen. En beter is nooit goed genoeg.
De lat gaat hoog.
Maar een gewaarschuwd mens telt voor twee. Het Parool van 25 januari
1994 heb ik in copie bij me. Dat bevatte 100 plannen voor Amsterdam.
Meer dan 8 jaar geleden opgeschreven door ene Auke Bijlsma. Bij die
plannen schreef hij deze week een plusje als ze waren gerealiseerd.
Een minnetje als het niet was gerealiseerd. Maar dat schrijf ik toe
aan het feit dat niet iedereen de plannen van Bijlsma altijd de beste
plannen vindt. Het gaat me om de plus-minnetjes. Van alle plannen die
wel degelijk op voldoende draagvlak konden rekenen zit de overgrote
meerderheid in de plus-min. In de pijplijn. Zit het dus ergens vast in
de uitvoering.
Acht jaar! En dan meer dan 60 % van de plannen met draagvlak nog
steeds in de pijplijn! Acht jaar! Kan dat sneller? Ja. Moet dat
sneller? Ja.
Intelligentie is leren van het verleden. Intelligent besturen is dus
ook leren van het verleden.
De uitvoering, daar gaat het om. Partijen die die uitdaging willen
oppakken en mee willen helpen aan het realiseren van de door ons
geschetste uitgangspunten voor sociaal beleid zijn onze maatjes.
Maar alleen onder een voorwaarde: de vernieuwing van politiek
bedrijven en het afscheid van oude burocratische technocratische
Babylonisch spraakverwarrende politiek bedrijven begint vandaag. Waar
anders dan in Amsterdam!