COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA
Overal in mediasector drie partijen dominant
Hilversum, 21 maart 2002
Vandaag presenteert commissaris Inge Brakman namens het Commissariaat
voor de Media het rapport 'Mediaconcentratie in beeld'. Het rapport
geeft een overzicht van mediaconcentratie bij de sectoren dagbladen,
radio en televisie en een analyse van de kabelsector. In 2000 gaf de
staatssecretaris van OCenW, Rick van der Ploeg, namens het kabinet
opdracht een monitor op te zetten van concentratiebewegingen in de
mediasector.
Per sector zijn steeds drie sterke marktpartijen actief. Er lijkt
sprake te zijn van een soort 'wet van drie'. Daarmee is de
aanbiedersmarkt van de media sterk geconcentreerd. Bij de dagbladen is
90% van de landelijke en regionale dagbladen in handen van drie grote
uitgevers. Bij televisie behalen drie grote aanbieders een
kijkersaandeel van ruim 84%. In de kabelsector bedienen drie bedrijven
eveneens ruim 84% van de markt. Het Commissariaat stelt voor
wettelijke maatregelen te nemen om bij de dagbladen en de televisie
verdere concentratie te voorkomen.
De markt van dagbladen is overgeconcentreerd. Bij de landelijke
dagbladen zijn twee uitgevers dominant. PCM Uitgevers bereikt met vier
dagbladen 54,8% van de markt en De Telegraaf met één dagblad 40,5%. Op
de totale regionale markt heeft Wegener een aandeel van 52,5%. Het
ontwikkelen van een actiever persbeleid door de overheid wordt
dringend geadviseerd. Het Bedrijfsfonds voor de Pers dient de
mogelijkheid te krijgen om binnen concerns dagbladen te ondersteunen.
Het oprichten van een platform met daarin een vertegenwoordiging van
de dagbladsector om te komen tot stimuleringsmaatregelen, wordt
eveneens geadviseerd. Ter voorkoming van verdere concentratie wordt
een wettelijk maximum marktaandeel voorgesteld.
De televisiesector vertoont minder concentratie dan de dagbladsector. Toch is hier ook sprake van een sterke concentratie. Wat de commerciële televisie betreft wordt voorgesteld een maximum marktaandeel van 30% wettelijk vast te stellen, waardoor voor de toekomst een duidelijke grens wordt getrokken. Voorts wordt nader onderzoek geadviseerd. Met name de mate van onafhankelijkheid van het informatieaanbod van zenders vraagt om nader onderzoek.
Wat de radio betreft wordt vanwege de gewenste pluriformiteit gepleit
voor een gedeeltelijk gewogen verdeling van de etherfrequenties
volgens een inhoudelijk format. Om te komen tot volwaardige
concurrentie tussen de diverse informatieve zenders dient gestreefd te
worden naar een landelijk bereik van één van de commerciële
informatieve zenders.
De kabelsector biedt in vergelijking met andere Europese landen een
behoorlijk aanbod voor een redelijke prijs. Met name het stagneren van
de digitalisering wordt als probleem gesignaleerd. Een goed geregeld
toegangsregime voor iedere aanbieder met daarbij een toenemend belang
van de rol van programmaraden moet leiden tot een goed tegenwicht
tegen het monopolie van de drie kabelbedrijven.
---
Noot voor de redactie