Verbond van Verzekeraars

Onjuiste veronderstellingen in CPB-analyse

Het Verbond vindt dat het Centraal Planbureau (CPB) in zijn analyse van de WAO-voorstellen van de SER onjuiste veronderstellingen heeft gedaan die ongunstig zijn voor private verzekeraars. In de analyse, die het CPB op 14 februari heeft gepresenteerd, wordt onder meer verondersteld dat werkgevers en verzekeraars ten gunste van zichzelf bij mensen met substantiële arbeidsbeperkingen te veel zouden aansturen op afwenteling op de nieuwe Werkloosheidswet. Het Verbond heeft dit weerlegd in een brief aan CPB-directeur Henk Don.

In de analyse van het CPB staat dat de verzekeraar van de loonaanvullingen de grootste schadelastbeperking kan bereiken door de mensen met substantiële arbeidsbeperkingen ertoe over te halen ontslag te nemen en hierbij een financiële compensatie aan te bieden. De schadelast wordt dan afgewenteld op de nieuwe Werkloosheidswet (WW). Het Verbond vindt dit onwaarschijnlijk: een werknemer kan immers nooit worden overgehaald om ontslag te nemen, aangezien hij dan verwijtbaar werkloos is en dus geen recht heeft op een uitkering vanuit de WW. Verzekeraars zouden ter beperking van hun eigen schadelast dus nooit kunnen aansturen op afwenteling van arbeidsongeschikten op de WW. Het CPB veronderstelt in het kader van de vrees tot afwenteling op de nieuwe WW (na twee jaar loondoorbetaling) voorts dat de werkgever en de verzekeraar tijdens de eerste twee ziektejaren minder reïntegratie-inspanningen zullen verrichten om de kosten van een langdurige uitkering daarna te vermijden. Ook dit acht het Verbond onjuist. Bij adequate reïntegratie nemen de kosten van loondoorbetaling voor de werkgever en de schadelast voor de verzekeraar immers af. Dit betekent dat hoe sneller de reïntegratie plaatsvindt, hoe groter de besparing is voor de werkgever én voor de verzekeraar.

Collectieve financiering loonaanvullingsregeling

Het CPB concludeert in zijn analyse dat de vrees voor afwenteling op de nieuwe WW alleen kan worden weggenomen door middel van een collectieve financiering van de loonaanvullingsregeling op sectoraal of nationaal niveau. Het Verbond betwijfelt echter of een collectieve financiering het gewenste effect zal hebben, omdat dit het gevaar met zich meebrengt dat de lasten kunnen worden afgewenteld op een vrijwel anoniem collectief orgaan met als gevolg dat de werkgever nauwelijks een prikkel tot reïntegratie ondervindt. Bovendien ligt het zwaartepunt van de reïntegratie-inspanningen ter voorkoming van de instroom naar de nieuwe WAO en de nieuwe WW in de eerste twee ziektejaren, uitgevoerd door de private markt. Het zou dus ongewenst zijn als deze taakverdeling wordt teruggedraaid en een sectorale of nationale uitvoerder weer een rol wordt toebedeeld tijdens de eerste twee jaren van ziekte.

Bondig, maart 2002