Ministerie van Financiën

Persbericht
PERS-2002-071
Den Haag, 21 maart 2002

Belastingverdrag met Georgië en ereburgerschap Zalm

De minister van Financiën van Nederland, Gerrit Zalm, en de minister van Financiën van Georgië, Zurab Nogaideli, hebben op 21 maart 2002 in Den Haag een verdrag ter voorkoming van dubbele belasting tussen Nederland en Georgië getekend. Tijdens deze bijeenkomst heeft minister Zalm ook het ereburgerschap van Georgië gekregen, vanwege zijn bijzondere inspanningen voor Georgië in het IMF en de Wereldbank en de bilaterale verhoudingen tussen Nederland en Georgië.

Het belastingverdrag betreft belastingen naar het inkomen. Het verdrag past in het netwerk van vergelijkbare belastingverdragen die het Koninkrijk der Nederlanden met tal van andere landen ter wereld is aangegaan. Zowel in Nederland als in Georgië moet het verdrag nog worden onderworpen aan de vereiste goedkeuringsprocedure. In Nederland zal het verdrag daartoe zo spoedig mogelijk bij de Raad van State voor advies aanhangig worden gemaakt en vervolgens ter stilzwijgende goedkeuring worden voorgelegd aan de Staten-Generaal. Indien de goedkeuringsprocedure in beide landen tijdig is afgerond, kan het verdrag in 2003 in werking treden, zodat de bepalingen ervan met ingang van 1 januari 2004 toepassing zouden kunnen vinden. Het belastingverdrag tussen Nederland en Georgië is grotendeels in overeenstemming met het huidige Nederlandse verdragsbeleid. Het verdrag kent gunstige bronbelastingtarieven voor dividend (0% voor deelnemingsdividenden bij een deelnemingspercentage van ten minste 50% met een minimaal geïnvesteerd bedrag van $ 2 miljoen, 5% bij een deelnemingspercentage van 10% en 15% voor portfoliodividenden) en een uitsluitende woonstaatheffing voor interest en royalty's. Voor de uitvoering van bouwwerken of van constructie- of installatiewerkzaamheden voorziet het verdrag in een termijn van 6 maanden voordat een vaste inrichting wordt aangemerkt. Er geldt een woonstaatheffing voor particuliere pensioenen, lijfrenten en sociale zekerheidsuitkeringen gekoppeld aan een bronstaatheffing over afkoopsommen van pensioenen en lijfrenten en over periodieke pensioen‑ en lijfrente-uitkeringen van een zekere omvang alsmede over sociale‑zekerheidsuitkeringen van een zekere omvang indien de uitkeringen in de woonstaat niet volledig (tegen het voor inkomsten uit arbeid geldende tarief) in de belastingheffing worden betrokken, terwijl de bronstaat in de opbouw van de pensioen‑, lijfrente of sociale zekerheidsaanspraken fiscaal heeft gefaciliëerd. Het verdrag bevat voorts op Nederlands verzoek bepalingen voor de verdeling van hoofdkantoorkosten ("costsharing"), voor bedrijfsklare projecten ("turn-key"-projecten), voor aanmerkelijk-belangwinsten met een tienjaarstermijn en voor werkzaamheden op het Nederlandse continentale plat. Op verzoek van Georgië is aan de bronstaat een uitsluitend heffingsrecht toegekend voor inkomsten behaald in verband met de exploitatie van een pijplijn. Ten slotte bevat het verdrag regelingen voor het verlenen van wederzijdse bijstand bij invordering van belastingschulden en voor de beslechting van geschillen omtrent toepassing en interpretatie van het verdrag door arbitrage. De tekst van het belastingverdrag zal binnenkort beschikbaar zijn via de Internetsite van het Ministerie van Financiën (http://www.minfin.nl).

Woordvoerder: drs. S.A.E. Schrover