European Commission
IP/02/445
Brussel, 20 maart 2002
Telecommunicatie: Commissie zet de ontbundeling door Inbreukprocedures
tegen vijf lidstaten
In haar strijd voor meer concurrentie op de markt voor
breedbandtoegang heeft de Europese Commissie besloten
inbreukprocedures te starten tegen Duitsland, Frankrijk, Ierland,
Nederland en Portugal in verband met de verordening inzake de
ontbundeling van het aansluitnet. Deze maatregel wordt genomen omdat
de genoemde landen hebben verzuimd ervoor te zorgen dat het
referentieaanbod van de gevestigde exploitanten volledig en voldoende
uitgewerkt is. Dit aanbod dient voldoende ontbundeld te zijn zodat
concurrenten alleen betalen voor wat zij nodig hebben. Bovendien moet
het een uitsplitsing van de kosten van het subnetwerk bevatten, zodat
een exploitant zijn apparatuur dichter bij de abonnee kan installeren
dan de lokale centrale. Deze procedures zijn een vervolg op de
maatregel die in december 2001 tegen Duitsland, Portugal en
Griekenland is genomen met betrekking tot gedeelde toegang tot het
aansluitnet. De Commissie liet toen al weten verdere juridische
stappen niet uit de weg te zullen gaan. Dat deze procedures
doeltreffend zijn blijkt wel uit het feit dat twee van die lidstaten,
Portugal en Griekenland, al een oplossing hebben gevonden voor het
probleem, zodat de Commissie nu een punt achter these procedures kan
zetten. Voorts heeft Duitsland heeft kortelings gemeld dat er
positieve stappen zijn gezet om de situatie op te lossen en de
Commissie zal overwegen ook deze zaak te sluiten. Eens te meer maakt
de Commissie haar belofte waar om op te treden tegen lidstaten die
niet het nodige doen om de concurrentie bij het aanbieden van lokale
breedbandtoegang te stimuleren, een doelstelling die op de Europese
Top van Barcelona nog eens is bevestigd.
"De regelgevers en exploitanten hebben voldoende tijd gehad om aan de
EU-verordening te voldoen en we zullen geen verdere vertraging bij de
introductie van concurrentie op de lokale-toegangsmarkt dulden", aldus
de heer Liikanen, commissielid voor Ondernemingsbeleid en
informatiemaatschappij. "De maatregelen die wij al hebben getroffen,
hebben onmiddellijk effect gehad en ik hoop dat de nationale
autoriteiten snel met een oplossing komen voor de problematiek die in
de jongste wetgeving inzake ontbundeling aan de orde is gesteld".
De verordening inzake ontbundeling van het aansluitnet(1)
, die vijftien maanden geleden door het Europees Parlement en de Raad
is vastgesteld, moet tot meer concurrentie leiden bij het aanbieden
van lokale breedbandtoegang en een snellere toegang tot internet
mogelijk maken. In haar zevende tenuitvoerleggingsverslag constateerde
de Commissie dat de vooruitgang bij de ontbundeling teleurstellend was
(zie IP/01/1679 van 28 november 2001) en vier weken later gingen de
eerste inbreukprocedures al van start om hierin snel verandering te
brengen (zie IP/01/1869 van 20 december 2001).
Op grond van de verordening moeten exploitanten met aanmerkelijke
marktmacht per 31 december 2000 een referentieaanbod voor ontbundelde
toegang tot hun aansluitnetwerken en bijbehorende faciliteiten
publiceren en dit regelmatig bijwerken. De bijlage bij de verordening
bevat een minimumlijst van punten die moeten voorkomen in het
referentieaanbod, dat voldoende ontbundeld moet zijn zodat de
marktdeelnemer niet hoeft te betalen voor overbodige
netwerkfaciliteiten. Ontbundelde toegang omvat ook toegang tot het
lokale subnetwerk, zodat dezelfde eis van een voldoende gedetailleerd
aanbod ook hierop van toepassing is. Deze lokale subnetwerken zijn
belangrijk omdat de concurrerende exploitant dicht bij zijn klanten
wil zitten en ze zijn in de praktijk al onmisbaar voor exploitanten
die bepaalde breedbandtechnologieën willen ontwikkelen, zoals VDSL(2)
.
De verordening is rechtstreeks van toepassing in alle lidstaten zodat
elke belanghebbende een zaak voor de nationale rechter kan brengen. De
verordening bepaalt ook dat de regelgevingsinstanties ervoor moeten
zorgen dat de aangemelde exploitanten aan de uit de verordening
voortvloeiende verplichtingen voldoen. De vijf lidstaten (Duitsland,
Frankrijk, Ierland, Nederland en Portugal) waarop het vandaag genomen
besluit van de Commissie betrekking heeft, hebben onvoldoende
maatregelen genomen om ervoor te zorgen dat het referentieaanbod van
de gevestigde exploitanten voldoende ontbundeld is, vooral wat betreft
de lokale subnetwerken.
De regelgevingsinstanties in de lidstaten hebben evenwel veel werk
verzet wat betreft de belangrijkste aspecten van de ontbundeling en de
Commissie heeft zich daarom geconcentreerd op de uitzonderingen op die
regel. In het geval van Portugal en Griekenland, waartegen in december
al afzonderlijke inbreukprocedures waren geopend, werden de
tekortkomingen van het aanbod voor gedeelde toegang snel door de
nationale autoriteiten verholpen, zodat de Commissie besloten heeft
deze procedures te staken. In Duitsland werd op 13 maart 2002 een
referentieaanbod voor ontbundeling gepubliceerd en de prijzen voor
gedeelde toegang werden op 15 maart 2002 door de regelgevingsinstantie
goedgekeurd. Omdat het om zeer recente stappen gaat, zal de Commissie
de procedure tegen Duitsland in verband met gedeelde toegang op korte
termijn opnieuw bekijken.
De betrokken lidstaten dienen binnen twee maanden te reageren op het
verzoek om informatie van de Commissie. Dit verzoek wordt gedaan in de
vorm van een aanmaning, de eerste stap in de inbreukprocedure van
artikel 226 van het Verdrag.
Achtergrond
De Commissie heeft op grond van de verordening (vooraf) en op grond
van de algemene concurrentiebepalingen (achteraf) de bevoegdheid om de
ontbundeling van het aansluitnet door te zetten. Naast de procedures
waartoe vandaag en in december werd besloten, heeft de Commissie
onlangs in het kader van haar sectoraal onderzoek naar de ontbundeling
van het aansluitnet (zie IP/02/348) de niet-vertrouwelijke versie
gepubliceerd van een studie waarin de opvattingen van de nieuwe
marktdeelnemers, die voor de verbinding met hun klanten van de
gevestigde exploitanten afhankelijk zijn, wordt weergegeven. Nog voor
de zomer zal er een openbare hoorzitting plaatsvinden over de
conclusies van deze studie.
(1)
Verordening (EG) nr. 2887/2000 van het Europees Parlement en de Raad
van 18 december 2000 inzake ontbundelde toegang tot het aansluitnet,
PB L 336 van 30.12.2000, blz. 4.
(2)
Very High Bit-rate Digital Subscriber Line (VDSL), een techniek die
door sommige exploitanten beschouwd wordt als een logische vervolg op
breedbanddiensten zoals DSL en die voldoende bandbreedte biedt voor
amusementsdiensten zoals video-on-demand.