NUFFIC

Antwoord van hoger onderwijs op marktwerking wordt urgent

Den Haag 20 maart 2002

De voorstellen voor liberalisering van de onderwijsmarkt hebben geleid tot een gevoel van grote urgentie. Dat zei Minister Hermans van Onderwijs gisteren op de conferentie die de Nuffic hield over The Global Higher Education Market. De internationale concurrentie tussen onderwijsinstellingen zal daardoor toenemen. Nederlandse universiteiten en hogescholen moeten de best mogelijke positie op de internationale markt hebben. De competitie moet volgens Hermans leiden tot een verhoging van de kwaliteit van het onderwijs en tot meer opleidingen op maat voor de lerende.

Ook binnen Nederland zal de concurrentie toenemen. In een bijdrage aan de conferentie schrijft de werkgeversvereniging VNO-NCW dat de overheid de opleidingen van private aanbieders van hoger onderwijs zou moeten financieren onder dezelfde voorwaarden als opleidingen van publieke instellingen voor hoger onderwijs. Als zij voldoen aan kwaliteitscriteria van de overheid, moeten ze de kans krijgen om mee te dingen naar de publieke middelen.

Hoger onderwijs is handelswaar geworden. Dat is een nieuwe realiteit in de ogen van de verenigingen van universiteiten en hogescholen, de VSNU en de HBO-Raad. Zij beschouwen het ontstaan van een open, wereldwijde markt voor hoger onderwijs als een positieve ontwikkeling, die nieuwe kansen biedt voor studenten en onderwijsinstellingen. De koepelorganisaties schrijven dat in een gezamenlijk bericht ter gelegenheid van de conferentie, dat echter ook waarschuwingen bevat.

Steeds meer hoger onderwijs wordt aangeboden door bedrijven of door universiteiten met een winstoogmerk. Veel daarvan wordt aangeboden buiten het land waar de instelling die de opleidingen maakt, gevestigd is. Dat gebeurt door middel van internationale samenwerkingsverbanden tussen universiteiten, of door middel van afstandsonderwijs (internet) of door de opening van dependances van een universiteit in het buitenland. In de export van hoger onderwijsdiensten gaat wereldwijd 27 miljard dollar om, volgens cijfers van de Wereldbank.

Een aantal Angelsaksische landen heeft vorig jaar voorstellen neergelegd bij de Wereldhandelsorganisatie om de handel in hoger onderwijsdiensten te liberaliseren en te reglementeren door middel van afspraken in het kader van de General on Trade in Services (GATS).

Over die regels moet meer duidelijkheid komen, zeggen VSNU en HBO-raad. Vooral moet gedefinieerd worden in welke mate de publieke sector verantwoordelijkheid draagt voor het hoger onderwijs in een land en bepaalde instellingen mag subsidiëren. Onder GATS zou subsidiëring van staatsinstellingen als oneerlijke concurrentie aangemerkt kunnen worden ten opzichte van de private sector.

Sprekers op de conferentie waarschuwden dat hoger onderwijs misschien geen publiek goed is, maar wel een publieke verantwoordelijkheid. Er zijn regels nodig om te zorgen dat studenten gelijke toegang hebben tot goed hoger onderwijs en om de kwaliteit van examens en opleidingen van publieke en private instellingen te waarborgen. Die regels moeten op supra-nationaal niveau tot stand komen, bijvoorbeeld op Europees niveau. Overheden, zo zeiden verschillende sprekers, zullen een grotere rol krijgen bij het informeren van studenten over de kwaliteit van opleidingen.