Ministerie van Buitenlandse Zaken


---

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag DAO/ZZ Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag
Datum 20 maart 2002 Auteur DAO/ZZ

Kenmerk DAO/205-02 Telefoon +31-70-3486780

Blad /5 Fax +31-70-3485323

Bijlage(n) E-mail dao@minbuza.nl

Betreft Afghanistan Loket

Zeer geachte Voorzitter,

Tijdens het AO van 6 februari 2002 inzake Afghanistan zei ik Uw kamer een notitie toe over het loket voor in Nederland verblijvende Afghanen die een vrijwillige tijdelijke bijdrage willen leveren aan de wederopbouw van hun moederland. Deze brief geeft veeleer de huidige stand van zaken weer. De ontwikkelingen in Afghanistan gaan door en ik verwacht dan ook dat ik u te zijner tijd een verder uitgewerkt voorstel zal kunnen presenteren.

De regering wil zich inspannen om een loket in te richten aangezien de inzet van in het buitenland verblijvende Afghanen in de reconstructie van Afghanistan onontbeerlijk is. Door de jarenlange oorlog in Afghanistan zijn grote aantallen mensen het land ontvlucht. Dit geldt in het bijzonder voor Afghaanse professionals en experts. Er heeft een defacto bijna volledig braindrain plaats gevonden. Onder de in Nederland woonachtige Afghanen of in Afghanistan geboren personen met de Nederlandse nationaliteit bevindt zich een groot aantal van deze experts en professionals. Deze experts en professionals zijn nodig om het land weer op te bouwen. Dit op zichzelf is al reden genoeg, gezien de Nederlandse betrokkenheid bij de wederopbouw, om een dergelijk loket in te richten. Er kan echter aan worden toegevoegd dat zonder de inzet van deze professionals en experts de wederopbouw van Afghanistan slechts moeizaam van de grond zal komen. Zonder een dergelijke wederopbouw bestaat er een groot risico van voortdurende instabiliteit en onveiligheid.

Uit eerste contacten met de Afghaanse autoriteiten, met name de Afghanistan Assistance Coordination Agency, is gebleken dat er op korte termijn vooral

behoefte is aan accountants, financiële staf, ingenieurs, artsen en meer in het algemeen personen die geschoold zijn in projectvoorbereiding -en uitvoering. Personen met deze kwaliteiten zijn nodig in de particuliere sector, inclusief de consultancy, en bij de overheid. Er is in Afghanistan op dit moment nog geen gecoördineerd systeem voor het verzamelen en systematiseren van de openstaande vacatures en
werkgelegenheidsmogelijkheden. De systematische behoefteninventarisatie in dit kader zal naar verwachting worden opgepakt zodra het Trustfund operationeel wordt (zie mijn brief 27 925 nr 44, d.d. 31 januari 2002).

Ook de financiering van de tijdelijke uitzending, en het loket in Nederland, is gekoppeld aan dit Afghanistan Reconstruction Trust Fund (ARTF). In dit trust fund, dat zal worden beheerd door de Wereldbank, UNDP, Asian Development Bank en de Islamic Development Bank, is een speciale faciliteit opgenomen voor de financiering van de (tijdelijke) inzet van Afghanen ten behoeve van de wederopbouw van hun eigen land. Volgens het trust fund zal een comité van de Afghaanse regering procedures voor het rekruteren, de betalingen en andere regels opstellen. Op dit ogenblik wordt de laatste hand gelegd aan het voorstel voor de oprichting van het Trustfund en naar verwachting zal op 14 april met de Afghaanse autoriteiten worden overlegd over de operationalisering van dit Trustfund. Het Trustfund wordt operationeel zodra de autoriteiten in Afghanistan met de beheerders van het trustfund tot overeenstemming zijn gekomen en de eerste donor zijn bijdrage heeft gestort. Naar het zich laat aanzien zal het ARTF niet eerder dan medio dit jaar operationeel worden. Indien dit noodzakelijk zou zijn, is ter overbrugging van de periode tot de operationalisering van het ARTF en ter bestrijding van specifieke nationale uitgaven een deel van het budget beschikbaar dat eerder onder mijn begroting beschikbaar werd gesteld voor de ondersteuning van projecten onder de HLWG op het gebied van migratie. Uit de beschikbare gelden kunnen ook relevante trainingen voor de uit te zenden personen worden betaald.

Ik wil het beheer van het Nederlandse loket toevertrouwen aan de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM). Ik heb daarbij de volgende overwegingen.

IOM is als interstatelijke organisatie zowel aanwezig is in Nederland (kantoorlocaties in Den Haag, Amsterdam, Drachten, Zwolle en Eindhoven alsmede op verschillende plaatsen spreekuurlocaties) en in Afghanistan (kantoren in Kabul, Herat, Mazar-i-Sharif, Faizabad, Kunduz, Maimana en Taloqan);

IOM heeft in het kader van de uitvoering van haar activiteiten in Nederland al veel contacten met individuele Afghanen, waaronder personen die aangeven te willen werken in Afghanistan als deskundige aan de wederopbouw;

IOM heeft ervaring met programma's voor de inschakeling van kader onder migranten bij de ontwikkeling van hun herkomstland. Zie in dit verband het return of Qualified African Nationals-Programma en het Return of Qualified Bosnians -Programma.

IOM heeft reeds een lopend programma voor de terugkeer van Afghaanse deskundigen uit het buitenland, het Return of Qualified Afghans Programma.

Met de keuze voor het IOM loopt Nederland vooruit op de definitieve besluitvorming over deze kwestie in het kader van het trustfund. Nederland zal zich, gezien bovengenoemde redenen, er voor inzetten dat het IOM de uitvoerder wordt het eerder genoemde derde loket van het trustfund.

Binnen het RQA brengt IOM reeds nu werkgelegenheidsmogelijkheden in kaart in Afghanistan. Deze mogelijkheden worden gekoppeld aan de c.v's van Afghanen die hun interesse hebben getoond voor het vervullen van vacatures in Afghanistan. Geïnteresseerde Afghaanse deskundigen in het buitenland en werkgevers in Afghanistan kunnen via het internet hun gegevens invoeren in een centrale databank. Indien vraag en aanbod samen komen krijgt de geselecteerde deskundige een tijdelijk contract aangeboden en financiert IOM in het kader van het RQA de reis, verstrekt IOM bij een lokaal salaris een aanvulling hierop alsmede op de vestigingskosten. Meer dan 3500 Afghanen woonachtig in 28 landen hebben zich tot op heden gemeld voor uitzending. IOM heeft ongeveer 100 functies geïdentificeerd in Afghanistan, waarvoor geen lokale deskundigen te vinden zijn, en evenveel geschikte deskundigen gevonden. Inmiddels zijn 27 personen onder het RQA naar Afghanistan teruggekeerd. Tot op heden hebben zich 7 Afghaanse deskundigen in Nederland laten registeren voor uitzending. Nadere informatie over dit programma is te vinden op de website van IOM-Nederland (www.iom-nederland.nl) of IOM-internationaal (www.iom-rqa.org).

De wens is vanzelfsprekend dat iedere in Nederland verblijvende Afghaan deel kan nemen aan een tijdelijk terugkeerprogramma met als doel om een bijdrage te leveren aan de wederopbouw van Afghanistan. Dit zal moeten gebeuren binnen de kaders die de Vreemdelingenwet 2000 stelt aan terugkeer naar het land van herkomst en binnen de kaders van de overige in voorkomende gevallen van toepassing zijnde nationale regelgeving. Voor de Afghanen die inmiddels de Nederlandse nationaliteit hebben verworven zijn er

vanzelfsprekend geen beletselen voor terugkeer naar Nederland na afloop van de periode waarin zij in Afghanistan werkzaam waren. Tijdelijke terugkeer naar Afghanistan voor houders van een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd is mogelijk binnen de huidige regelgeving. Het verblijf dient dan beperkt te zijn tot 9 maanden. Bij een langer verblijf in een ander land dan Nederland is sprake van verplaatsing van het hoofdverblijf, hetgeen een grond is voor het intrekken van de verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd. Voor Afghanen die in het bezit zijn van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd zal terugkeer naar het land van herkomst een grond opleveren om tot intrekking van de vergunning over te gaan. Voor Afghanen die zich nog in de asielprocedure bevinden geldt dat bij terugkeer naar het land van herkomst de grond van het asielverzoek komt te vervallen, hetgeen zal leiden tot een afwijzing van het verzoek. Met andere woorden, Afghanen in het bezit van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd en Afghanen die zich nog in de asielprocedure bevinden kunnen niet deelnemen aan het project zonder dat dit consequenties zal hebben voor hun verblijfsrechtelijke positie in Nederland. Momenteel zijn ruim 12.000 Afghanen in het bezit van een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd. Daarvan verblijven er ruim 3.000 langer dan 5 jaar in Nederland. Deze laatste groep kan in beginsel in aanmerking komen voor naturalisatie. De staatssecretaris van Justitie is bereid om, indien hiertoe aanleiding zou bestaan, de mogelijkheid te onderzoeken of een speciale regeling getroffen moet en kan worden indien blijkt dat een grote groep Afghanen met een vergunning voor onbepaalde tijd door de eerder genoemde negen maanden termijn in de problemen zou kunnen komen.

Verder is het mogelijk dat de uit te zenden personen gezins- en/of familieleden in Nederland achterlaten of op een andere wijze een situatie creëren die leidt tot aanspraak op sociale voorzieningen in Nederland. Van geval tot geval zal in zo'n situatie moeten worden beoordeeld of en zo ja in welke mate er sprake is van het gerechtigd zijn tot een uitkering.

IOM is bereid gevonden de loketfunctie te vervullen en ziet binnen de bovenbeschreven kaders de volgende taken voor het loket:

Zo breed mogelijk binnen de Afghaanse gemeenschap in Nederland informatie verschaffen over de mogelijkheid van te werkstelling in Afghanistan via het RQA;

Organisaties uit Nederland die actief zijn in Afghanistan wijzen op de mogelijkheid om via het RQA Afghaanse deskundigen verblijvend in het buitenland te werven;

In uitzending via het RQA geïnteresseerde Afghanen informeren over de eventuele vreemdelingenrechtelijke consequenties bij terugkeer naar Nederland aan het einde van het contract. Het Ministerie van Justitie zal IOM voorzien van relevante informatie alsmede een contactpunt indien nadere informatie dan wel bemiddeling voor individuele cliënten nodig lijkt te zijn.

In uitzending via het RQA geïnteresseerde Afghanen met vragen op het vlak van sociale zekerheid doorverwijzen naar een door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan te wijzen contactpunt.

De Nederlandse overheid en andere geïnteresseerde organisaties informeren over de voortgang en voorzieningen van het RQA project.

Gezien de werkzaamheden die IOM al verricht binnen het wereldwijde RQA-programma, kan het loket bij IOM-Nederland per direct operationeel worden.

De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking

Eveline Herfkens


Kenmerk DAO/205-02

Blad /1

===