DIERENBESCHERMING

Toch geen verbod op legbatterij? Dierenbescherming protesteert

TOCH GEEN VERBOD OP LEGBATTERIJ? DIERENBESCHERMING PROTESTEERT!

Den Haag, 18 maart 2002 -- De Dierenbescherming houdt op woensdag 20 maart a.s. om 14.00 uur een ludiek protest op het Plein in Den Haag omdat de Tweede Kamer (CDA, VVD en SGP) twijfelt of ze een wetsvoorstel van minister Brinkhorst (LNV) aanvaart, waarin de legbatterij in al zijn verschijningsvormen per 2012 definitief wordt verboden. Directeur Wijnand van de Giessen van de Dierenbescherming zal, geflankeerd door levensgrote kippen in een gouden gevangenis, een petitie overhandigen aan de voorzitter van de vaste Tweede kamercommissie voor Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, de heer P. ter Veer (D66). De Dierenbescherming roept het publiek op mee te protesteren door een e-mail te versturen aan de politiek via www.dierenbescherming.nl.

Naar het zich laat aanzien neemt de Tweede Kamer één dezer dagen een definitief standpunt in over het legkippenbesluit van minister Brinkhorst. In het wetsvoorstel geeft de minister zeer terecht de 'verrijkte' batterijkooi geen plaats. Een Europese richtlijn maakt het echter mogelijk om kippen blijvend in een legbatterij te houden. In 1999 besloten de Europese landbouwministers de legbatterij in zijn huidige vorm te verbieden. Toch is er nu een opening gevonden om een legbatterij-nieuwe-stijl te introduceren: een beetje meer ruimte voor de kip, een zitstok, een handjevol strooisel en een legnest. Dat lijkt mooi, maar in de praktijk zal de nieuwe batterij een gouden kooi blijken voor zowel de kip als de pluimveesector in Nederland.

Het volkomen ontbreken van maatschappelijk draagvlak voor de legbatterij in welke vorm dan ook en de bevestiging daarvan door de commissie Wijffels in mei vorig jaar zijn belangrijke feiten, die volgens de Dierenbescherming uitgangspunt van beleid dienen te zijn. Er is geen enkel steekhoudend argument om de verrijkte legbatterij in Nederland toe te staan. Voorstanders van de verrijkte kooi beweren dat wel degelijk tegemoet wordt gekomen aan het welzijn van de kippen. Pure volksverlakkerij, vindt de Dierenbescherming. Immers, van nog geen velletje A4 ruimte per kip naar ongeveer het gehele oppervlak van dat stukje papier, zet geen zoden aan de dijk. Deze zeer beperkte ruimte blijft leiden tot ernstige welzijnsproblemen. Zo heeft bijna de helft van de leghennen in kooien last van beenderverweking. Gevolg is bijvoorbeeld dat het percentage botbreuken bij het uithalen van de dieren na de legperiode kan oplopen tot maar liefst 50 procent!.

Wetenschappelijk is aangetoond dat strooisel voor kippen essentieel is. Een handjevol strooisel op een rubber matje of een klein bakje strooisel aan de kooi, dat moet dus genoeg zijn in de nieuwe legbatterij. Geen sprake van natuurlijk. Niet alleen de hoeveelheid strooisel is onvoldoende, maar de eerste de beste kip die zijn pseudo-stofbad neemt zorgt er voor dat voor de overige lotgenoten niets overblijft. Ook de zitstok is een doekje voor het bloeden. Het stokje zou per hen 15 centimeter lang moeten zijn en het kooitje minimaal 45 centimeter hoog, maar hier vergeten de voorstanders dat er onder en boven het stokje een bepaalde hoeveelheid ruimte moet zijn. Zitstokken worden dus vaak vlak boven de vloer aangebracht en over elkaar heen, waardoor het bruikbare oppervlak verder wordt beperkt of leidt tot te weinig vrije ruimte boven de zitstok. Dit heeft niets meer te maken met een verhoogde rustplaats waar de kip zich veilig voelt.

De voedselveiligheid zou beter gediend zijn in een kooi dan wanneer de kip in haar eigen uitwerpselen zou rondscharrelen, is een veel gehoord argument om kippen in kooien op te sluiten. In de praktijk is het verschil tussen de aangepaste kooi en grondhuisvesting echter niet zo groot. Het beetje strooisel in de kooi komt ook in aanraking met mest. Bovendien is het streven een situatie waarin geen besmetting van dierlijke producten meer voorkomt een utopie, aldus deskundigen op het terrein van voedselveiligheid. Een lage besmettingsgraad zal altijd blijven bestaan. Met goede hygiënische maatregelen kan echter veel worden bereikt. Ook door de consument trouwens, die daar goed over geïnformeerd moet worden.

Ook vanuit bedrijfseconomisch oogpunt is de verrijkte kooi geen reële optie. Wie van mening is dat Nederland straks nog een afzetmarkt heeft voor eieren uit de verrijkte kooi vergist zich lelijk. Deze eieren zullen over minder dan twee jaar dezelfde verplichte labelling 'kooi-ei' krijgen als vergelijkbare, batterij-eieren uit lage-lonenlanden. Denken dat je dan nog kunt concurreren getuigt van naïviteit. Voor de kleine groep bedrijven die desondanks nu al geïnvesteerd heeft in de verrijkte kooi, moet volgens de Dierenbescherming een omschakelings- of afbouwregeling worden getroffen.

Voor de Dierenbescherming staat vast dat de Nederlandse pluimveesector alleen dan een stevige concurrentiepositie kan handhaven, als zij zich richt op de afzet van diervriendelijker geproduceerde eieren. Concurrentie met goedkope bulkproductie uit het buitenland zal niet mogelijk blijken. Bovendien zal de vraag naar diervriendelijker geproduceerde eieren alleen maar toenemen, ook in Duitsland waar de verrijkte kooi in ieder geval wordt verboden. Onze oosterburen, die nog altijd 67 procent van ons exportvolume afnemen waar het tafeleieren betreft en 55 procent eiproducten. De verwachting is dat de vraag naar scharreleieren in Duitsland sneller zal stijgen dan het aanbod.