Ministerie van Buitenlandse Zaken


---

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag

Datum 19 maart 2002 Auteur Pieter de Gooijer

Kenmerk DIE/ 140/02 Telefoon 070 - 348 6132

Blad /1 Fax 070 - 348 4086

Bijlage(n) 3 E-mail pieter-de.gooijer@minbuza.nl
Betreft Verslag van de voorjaarsbijeenkomst van de Europese Raad te Barcelona, 15-16 maart 2002
C.c.
Zeer Geachte Voorzitter,

Overeenkomstig de daarover bestaande afspraken zend ik u bijgaand het verslag van de voorjaarsbijeenkomst van de Europese Raad die op 15 en 16 maart 2002 te Barcelona plaatsvond, alsmede de desbetreffende conclusies van het Voorzitterschap en daarbij horende bijlagen.

De Minister van Buitenlandse Zaken

Verslag van de voorjaarsbijeenkomst van de Europese Raad

te Barcelona, 15-16 maart 2002

Op 15 en 16 maart 2002 kwam de Europese Raad in Barcelona bijeen om voor de tweede keer de geboekte voortgang en te nemen maatregelen te bespreken, betreffende de tenuitvoerlegging van de strategie die in Lissabon in 2000 door de Europese Raad is overeengekomen. Voorts besprak de Europese Raad een aantal onderwerpen van Buitenlands en Veiligheidsbeleid (GBVB), waaronder met name de situatie in het Midden-Oosten (verklaring bijgevoegd) en Macedonië. Ook had de Raad een ontmoeting met de leiders van Servië en Montenegro, Kostunica en Djukanovic.

Zoals blijkt uit de conclusies van het Voorzitterschap (bijgevoegd, incl. bijlagen), kon in Barcelona worden vastgesteld dat binnen het kader van de Lissabon-strategie inmiddels veel is bereikt. Tegelijk komt het er nu op aan verdere voortgang te bewerkstelligen op de terreinen waar deze is achtergebleven bij de eerder gestelde doelstellingen en zulks op een wijze die rekening houdt met de samenhang tussen de drie hoofdgebieden van de strategie. Met deze bijeenkomst is duidelijk geworden dat de Lissabon-strategie zichzelf bewijst als een instrument en basis voor voortgang op velerlei terreinen van integratie.

Voor de eerste keer namen vertegenwoordigers van de kandidaat-lidstaten (KLS) deel aan een werkzitting van de Europese Raad, om hen zodoende vroegtijdig te betrekken bij het proces dat de strategie omvat.

Voorafgaand aan zijn vergadering had de Europese Raad een ontmoeting met de nieuwe Voorzitter van het Europese Parlement, Pat Cox. In zijn interventie (tekst bijgevoegd) besteedde deze met name aandacht aan de vraag hoe de samenwerking tussen de instellingen kan worden verbeterd. De Europese Raad verwelkomde het initiatief van de heer Cox om te komen tot een partnerschap dat is gebaseerd op politieke dialoog en pragmatische aanpassingen.

I. Lissabon strategie

Algemeen

De succesvolle introductie van de chartale euro, de aarzelende opleving van de conjunctuur en het besef dat de toetredingsonderhandelingen in de beslissende fase zijn gekomen, vormden belangrijke elementen van het kader waarbinnen deze bijeenkomst van de Europese Raad plaatsvond. Reeds in de eerste werkzitting bleek brede overeenstemming over het belang nu te komen tot daadkrachtige implementatie van de afspraken die zijn gemaakt in het kader van de Lissabon-strategie, mede teneinde het potentieel voor economische groei en werkgelegenheid te vergroten. In de komende jaren moet verder worden gewerkt aan de versterking van de kenniseconomie en, zoals eerder ook al door Nederland naar voren is gebracht, het ontwikkelen van maatregelen waarmee aan de gevolgen van de vergrijzing het hoofd wordt geboden. Daarbij zal de samenhang tussen de economische, sociale en duurzaamheid dimensies van de strategie moeten worden benut en bewaakt. Zoals eveneens door Nederland is bepleit, stelde de Europese Raad vast dat het geheel van procedures en processen dat met de Lissabon-strategie is geassocieerd, mede daartoe moet worden vereenvoudigd en gestroomlijnd.

Langetermijnstrategie

Het belang en de doelstellingen van het Stabiliteits- en Groeipact werden bevestigd, waaronder de middellangetermijn-begrotingsdoelstelling, te weten in 2004 nagenoeg begrotingsevenwicht of een overschot te bereiken. In verband daarmee werd de Raad uitgenodigd de houdbaarheid van de overheidsfinanciën op langere termijn te blijven bestuderen, met name ook in het licht van de vergrijzing - een aspect waarop Nederland nadruk heeft gelegd. In dit verband drong de Europese Raad aan op versnelling van de hervorming van de pensioenstelsels. Mede met het oog op bespreking hiervan tijdens de volgende voorjaarsbijeenkomst zullen de lidstaten in september van dit jaar verslagen voorleggen betreffende de nationale pensioenstrategieën.

Het aspect van duurzaamheid heeft, met nadrukkelijke steun van Nederland, ruime aandacht gekregen. In dit verband onderstreepte de Europese Raad het belang van het Protocol van Kyoto, dat in werking zou moeten treden voor de Top van Johannesburg.

Een einde makend aan een langdurige impasse besloot de Europese Raad dat de Raad voor eind 2004 overeenstemming moet bereiken over aanvaarding van een richtlijn over energiebelasting en onderstreepte bovendien, mede op voorstel van Nederland, de noodzaak in het kader van de strategie voor duurzame ontwikkeling te komen tot substantiële verhoging van de energie-efficiëntie.

De Europese Raad verwelkomde de gemeenschappelijke positie voor de Financing for Development Conferentie te Monterrey, zoals door de Algemene Raad daags voorafgaand aan de Europese Raad overeengekomen. Hij onderstreepte daarenboven het belang te komen tot verdere schuldverlichting. Nederland en Zweden hebben aan de beslissing betreffende de gemeenschappelijke inzet voor Monterrey een gezamenlijke verklaring gehecht, waarin onder meer een oproep is vervat om in 2010 de 0,7%-norm voor ODA te verwezenlijken en in de jaren daaraan voorafgaand eveneens concrete stappen te zetten.

Prioritaire actie

De Europese Raad onderstreepte het belang van het goed functioneren van de interne markt voor groei en werkgelegenheid. Hij heeft de Raad onder meer gevraagd om jaarlijks te rapporteren over de voortgang die wordt geboekt in de implementatie van de aanbevelingen uit het Handvest voor het Midden en Kleinbedrijf (MKB), een aangelegenheid waaraan ook Nederland bijzonder belang hecht. De Europese Raad heeft de Commissie voorts gevraagd ter ondersteuning van het ondernemerschap, met name ook in het MKB, voor Sevilla een actieplan in te dienen betreffende vereenvoudiging en verbetering van de regelgeving, zulks met in achtneming van de aanbevelingen van het Mandelkern-rapport. Nu de termijn waarbinnen het wetgevend pakket voor de overheidsaanbestedingen niet is gehaald, drong de Europese Raad er bovendien bij de Raad op dit alsnog voor het einde van dit jaar definitief aan te nemen.

Evenzeer is aandacht besteed aan de versterking van de sociale samenhang. In dit verband vormde de uitdaging waarvoor de vergrijzing Europa stelt, voor de Europese Raad aanleiding andermaal het belang te benadrukken van financiële houdbaarheid van oudedagsvoorzieningen. Hij verzocht de Commissie en de Raad voorts de toegankelijkheid, kwaliteit en financiële houdbaarheid van gezondheidszorg en ouderenzorg diepgaand nader te onderzoeken en daarover voor de volgende voorjaarsbijeenkomst te rapporteren.

Binnen het kader van het Luxemburg-proces, besprak de Europese Raad onder meer de wenselijkheid om het bevorderen van vervroegde pensionering te beperken. Nederland heeft bij de bespreking van deze aangelegenheid gewezen op het belang van de vrijwilligheid en ruimte voor eigen keuze van de werknemer. Met inachtneming van de nationale regels betreffende de pensioengerechtige leeftijd moet langer werken mogelijk worden gemaakt, hetgeen per 2010 moet leiden tot een gemiddelde verhoging in Europa van vijf jaar van de daadwerkelijke gemiddelde leeftijd waarop werknemers stoppen met werken. Voorts nodigde de Europese Raad de Raad uit de nodige stappen te zetten ter vergroting van vaardigheden en de mobiliteit op de arbeidsmarkt en met het oog op de ontwikkeling van voorstellen ten behoeve van de voorjaarsbijeenkomst van 2003 voor de invoering van een ziekteverzekeringsbewijs, waarmee toegang tot medische behandeling in alle lidstaten wordt verkregen.

Zoals tevoren door het Spaanse Voorzitterschap was aangegeven, besteedde de Europese Raad aandacht aan het belang de Europese economieën beter met elkaar te verbinden. Hij sprak zich uit voor spoedige uitvoering van de Lamfalussy-voorstellen, van het actieplan voor financiële diensten en voor tot stand komen van volledig geïntegreerde markten voor effecten en risicokapitaal in 2003 en voor financiële diensten in 2005.

Op het gebied van liberalisering van de energiemarkten vond een doorbraak plaats, doordat overeenstemming kon worden bereikt over de vrijmaking in 2004 van de markten voor niet-huishoudelijk verbruik van zowel gas als elektriciteit. Gegeven het grote belang dat de burger toegang houdt tot kwalitatief hoogwaardige diensten van algemeen economisch belang verzocht de Europese Raad de Commissie haar onderzoek voort te zetten met het oog op het tot stand komen van een kaderrichtlijn ter zake en daarover nog dit jaar verslag uit te brengen.

De Europese Raad legde als doelstelling vast dat in 2010 de Europese onderwijs- en opleidingsstelsels een kwaliteitsstandaard in de wereld moeten vormen. Over de voortgang daarheen moet in 2004 aan de voorjaarsbijeenkomst worden gerapporteerd door de Raad en de Commissie. Tegelijk dienen additionele inspanningen te worden geleverd op het gebied van Onderzoek & Ontwikkeling (O&O), alsmede innovatie. De Europese Raad stemde er in dat verband mee in dat uitgaven voor O&O en innovatie worden verhoogd met het doel in 2010 het niveau van 3% BBP te benaderen; 2/3 deel van de hiermee gemoeide nieuwe investeringen moeten uit de particuliere sector komen. Gezien het belang van het Gemeenschapsoctrooi voor het innovatief vermogen van het Europese bedrijfsleven verzocht de Europese Raad voorts de Raad in mei van dit jaar overeenstemming te bereiken over een gemeenschappelijke politieke benadering. Tenslotte nodigde de Europese Raad, in lijn met de ook tevoren kenbaar gemaakte Nederlandse opvattingen, de Raad en de Commissie uit maatregelen en een tijdschema uit te werken betreffende de benutting van het potentieel van biotechnologie, dit met inachtneming van het voorzorgsbeginsel en met de nodige aandacht voor de ethische en andere vragen die ten aanzien van dit onderwerp leven in de samenleving.

II. Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid (GBVB)

Midden-Oosten

Tijdens het diner sprak de Europese Raad over de situatie in het Midden-Oosten in het licht van de actuele situatie en mede aan de hand van een verslag van de Hoge Vertegenwoordiger Solana. De Europese Raad nam een verklaring aan over het Midden-Oosten, die de neerslag vormt van de besprekingen.

Tegen de achtergrond van verder toegenomen geweld deed de Europese Raad een oproep tot onmiddellijke stopzetting daarvan en terugkeer naar besprekingen die de veiligheid kunnen bevorderen volgens het Tenet-werkplan en de aanbevelingen van de Mitchell-commissie. Tegelijkertijd wordt het belang onderstreept van het bieden van een politiek perspectief. In dit verband riep de Europese Raad partijen tevens op de recente resolutie van de Veiligheidsraad 1397 met spoed uit te voeren.

Een belangrijke politieke ontwikkeling betreft het plan van de Saoedische kroonprins Abdullah, dat de uitvoering van de bestaande Veiligheidsraadsresoluties verbindt aan volledige normalisering van de betrekkingen tussen de Arabische landen en Israël. De Europese Raad sprak de hoop uit dat de aanstaande Topconferentie van de Arabische Liga in Beiroet dit plan voor zijn rekening neemt.

Macedonië

Tijdens het diner is eveneens uitvoerig gesproken over Macedonië, waarbij vooral aandacht is besteed aan een mogelijke militaire rol voor de Europese Unie als vervolg op de NAVO-operatie Amber Fox. De Europese Raad verklaarde zich in beginsel bereid tot overname van de operatie na de a.s. verkiezingen in het land, op basis van een uitnodiging van de regering in Skopje. Mede op aandringen van Nederlandse kant is in de conclusies van het Voorzitterschap deze beginselbereidheid vermeld met de toevoeging dat deze geldt 'met dien verstande dat de permanente regelingen voor de EU-NAVO samenwerking ("Berlijn plus") dan bestaan'.

De Nederlandse regering heeft zich, zoals bekend, de afgelopen periode op diverse manieren ingezet om de bedoelde regelingen tot stand te brengen.

Om de problemen die daarover nog steeds bestaan te helpen oplossen, worden het Voorzitterschap en de Hoge Vertegenwoordiger verzocht daartoe de nodige stappen te ondernemen.

Zimbabwe

De Europese Raad heeft gesproken over de situatie in Zimbabwe en, in lijn met hetgeen van Nederlandse en Britse kant naar voren is gebracht, vastgesteld dat de recente verkiezingen in Zimbabwe niet vrij en eerlijk zijn verlopen. Reeds in de aanloopfase was sprake van een sfeer van geweld en intimidatie, terwijl bij het uitbrengen van de stemmen door onafhankelijke waarnemers fraude en andere onregelmatigheden zijn geregistreerd. Daarom heeft de Europese Raad opdracht gegeven tot nader onderzoek naar het nemen van verdere, gerichte maatregelen. Mede in dit verband is het belangrijk dat contact wordt onderhouden met de buurlanden van Zimbabwe, in het bijzonder Zuid-Afrika. Daartoe zal een EU-trojka binnenkort de regio bezoeken.

Servië en Montenegro

De Europese Raad heeft de resultaten van de dialoog tussen Servië en Montenegro over hervorming van de Joegoslavische Federatie verwelkomd. Mede door de inspanningen van de Hoge Vertegenwoordiger kon een overeenkomst worden bereikt over arrangementen voor een unie van Servië en Montenegro op de basis van een enkele grondwet. Dit resultaat, dat in de komende maanden verder zal moeten worden uitgewerkt, brengt het Europese perspectief van Servië en Montenegro dichterbij.

De Joegoslavische president Kostunica en de Montenegrijnse President Djukanovic waren bijzondere gasten tijdens de lunch van Staatshoofden en Regeringsleiders van de EU met die van de kandidaat-lidstaten.

III Overige onderwerpen

De Europese Raad sprak zich tenslotte uit over een aantal andere onderwerpen, waar onder de volgende.

Toekomst van Europa

De Secretaris-Generaal van Raad, Javier Solana, lichtte kort zijn verslag toe over mogelijkheden voor verbetering van de werkwijze van de Raad. De Europese Raad heeft het Voorzitterschap opgedragen hierover met de SG een rapport voor de Europese Raad van Sevilla voor te bereiden. De SG kan zich daartoe verstaan met de leden van de Europese Raad of door hen aan te wijzen correspondenten. De Algemene Raad zal, in het kader van de voorbereiding van de Europese Raad van Sevilla, over het rapport een oordeel vellen.

Euro-mediterrane samenwerking

De Europese Raad verwelkomde de beslissing van de EcoFin Raad, tot stand gekomen aan de vooravond van de bijeenkomst van de Europese Raad, betreffende een versterkte euro-mediterrane investeringsfaciliteit bij de Europese Investeringsbank (EIB), aangevuld met de partnerschapsregeling en een kleine vertegenwoordigende vestiging van de EIB in de regio. Na een jaar zal de faciliteit worden geëvalueerd.

Maatregelen van de Verenigde Staten inzake staal

De Europese Raad sprak zijn volmondige steun uit aan het voornemen van de Commissie de WTO-mogelijkheden aan te wenden voor overleg over de genomen maatregelen en mogelijke vrijwaringsmaatregelen.

Bekrachtiging van het Verdrag van Nice

De Ierse Minister-President heeft bevestigd dat zijn regering blijft streven naar bekrachtiging door Ierland van het Verdrag van Nice. De Europese Raad heeft bevestigd de Ierse regering in dit streven te steunen en hierover in Sevilla andermaal te spreken.


Kenmerk DIE/

Blad /8

===