Centrale Raad van Beroep Utrecht

Afzien horen; vereiste schriftelijk bezwaar; termijnoverschrijding niet verschoonbaar

Bron: Centrale Raad van Beroep Utrecht

Datum actualiteit: 18-03-2002

Het recht van een belanghebbende om in bezwaar te worden gehoord mag niet afhankelijk worden gemaakt van een niet in de wet voorziene voorwaarde, zoals in casu het binnen een bepaalde termijn reageren op een verzoek van gedaagde. Niet voldaan aan de voorwaarden waaronder van het horen kan worden afgezien, met name niet aan die van art. 7:3, onder c, van de Awb. Het telefonisch gemaakte bezwaar voldoet niet aan het uit de artikelen 6:4 en 6:5 Awb blijkende vereiste dat het bezwaar schriftelijk dient te worden gemaakt. De last om de datum van verzending van een stuk aannemelijk te maken rust in beginsel op de verzender. Betrokkene heeft de verifiëring van haar stelling dat zij het bezwaarschrift op 21 juli 1999 ter post heeft bezorgd in hoge mate bemoeilijkt, nu zij de enveloppe, waarin het geschrift was verstuurd, na retourbezorging, heeft versnipperd. Ook anderszins niet voldoende aannemelijk gemaakt dat het bezwaarschrift op die datum is verzonden. Bezwaartermijn van art. 6:7 Awb is derhalve overschreden. Termijnoverschrijding is in dit geval niet verschoonbaar. Betrokkene heeft niet duidelijk kunnen maken waarom de door haar aangevoerde persoonlijke omstandigheden meebrachten dat betrokkene niet tijdig een, eventueel pro forma, bezwaarschrift had kunnen indienen.

Ga naar betreffende uitspraak met nummer: AE0169
(Zie het originele bericht)