Ingezonden persbericht
Society for International Development - Afdeling Nederland
P E R S B E R I C H T
LEZING OESO-AMBASSADEUR ENGERING OVER GLOBALISERING, ARMOEDE
EN DE TOEKOMST VAN DE NEDERLANDSE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Rotterdam, 17 maart 2002
"Samenwerking voor Ontwikkeling". Dat is de titel van de lezing die de
Nederlandse ambassadeur bij de OESO Frans Engering morgenavond, maandag 18
maart 2002 houdt voor de Nederlandse Afdeling van de Society for
International Development (SID). Lokatie: Vrije Universiteit, Collegezaal
2A-05,De Boelelaan 1105, Amsterdam; aanvang: 18.00 uur.
Als organisatie van westerse geïndustrialiseerde landen voor duurzame
economische groei en welvaart heeft de Organisatie voor Economische
Samenwerking en Ontwikkeling in Parijs een belangrijke rol in de
internationale ontwikkelingssamenwerking. Voor zijn benoeming als Permanent
Vertegenwoordiger van Nederland bij de OESO was Frans Engering lange tijd dé
topman voor buitenlandse economische betrekkingen op het Ministerie van
Economische Zaken.
Engering zal in zijn SID-lezing zijn visie geven op de vraag naar de
houdbaarheid van het Nederlandse beleid van internationale en
ontwikkelingssamenwerking. Die vraag stelt SID-Nederland namelijk in haar
voorjaarsserie "Globalisering en Armoede: Nederland en de toekomst van de
internationale samenwerking na 11 september en 15 mei". De vraag is relevant
in het licht van fundamentele verschuivingen in de internationale arena, de
ingrijpende gevolgen van de globalisering en de actualiteit van "11
september". En natuurlijk met het oog op de aanstaande Kamerverkiezingen.
Welke lessen zijn er te trekken uit het beleid sinds de val van de Berlijnse
Muur en in het bijzonder sinds het aantreden van minister Herfkens? En welke
verdere aanpassingen zijn nodig om ontwikkeling en armoedebestrijding in de
21e eeuw te stimuleren? Minister Herfkens gaf eind februari zelf de aftrap
voor de serie.
Engering zal in zijn lezing onder meer ingaan op de relatie tussen
ontwikkeling, armoede en internationale veiligheid, de mogelijke gevolgen
van het huidige optreden van de VS in de internationale politieke en
handelsarena, de verschillende visies van donorlanden en ontwikkelingslanden
op ontwikkelingsbeleid en de inconsistenties hierin. Engering ziet de
toekomst voor de ontwikkelingssamenwerking vooral op het multilaterale vlak
en niet op het bilaterale.