Ministerie van Algemene Zaken
1red10706
15-3-2002, NOS, Gesprek minister-president, Nederland 3, 22.55 uur
VICE-MINISTER-PRESIDENT BORST, NA AFLOOP VAN DE WEKELIJKSE
MINISTERRAAD, OVER DE VERKIEZINGSCAMPAGNE EN DE IDEEËN VAN
FORTUYN
WITTEMAN:
Meneer Kok heeft enige tijd geleden aangekondigd dat het kabinet een inventarisatie zou doen
naar wat Paars allemaal goed gedaan heeft. Ministers mochten met een lijstje komen, om aan
de aanvallen van oppositiepartijen en de heer Fortuyn weerstand te bieden. Heeft u al zo'n
lijstje ingeleverd?
BORST:
Ja, ik had mijn lijstje klaarliggen, want ik denk dat het heel normaal is dat je aan het einde van
de periode zelf nog eens opschrijft: wat zijn nou naar mijn eigen idee de belangrijke wetten,
belangrijke plannen die ik gemaakt heb, de belangrijke zaken die ik voor elkaar heb gekregen.
Dat kon ik dus zo, zonder meer, toesturen, maar we hebben dat vooral ook gedaan omdat wij
het normaal vinden dat je als kabinet aan het eind van de rit verantwoording aflegt. En er is
een commissie-Wallage geweest ik weet niet of u zich dat nog herinnert die zei: dat
moeten kabinetten en ministers ook veel meer doen, want de mensen begrijpen niet goed wat
jullie daar allemaal uitspoken, en: leg nou eens één keer per jaar, en zéker aan het eind van de
rit, verantwoording af.
WITTEMAN:
Maar als het normaal was, had Kok er niet speciaal een oproep voor hoeven doen.
BORST:
Wel als hij de commissie-Wallage nog eens even in gedachten had, en die heeft hij volgens
mij wel in gedachten, want hij ziet Wallage nog wel eens.
WITTEMAN:
Al die andere ministers hebben ook al hun lijstje ingeleverd?
BORST:
Ik geloof dat een stuk of vijf al iets ingeleverd hebben. Overigens is het zo dat de meeste
ministers hun verworvenheden, hun wetten die door de Kamer gekomen zijn, gewoon op
internet zetten. Dus als je de websites aanklikt van de verschillende departementen kom je een
stroom van prestaties tegen.
WITTEMAN:
Maar met een lijstje met wetten is het niet zo makkelijk de boer op te gaan. In deze
verkiezingsperiode gaat het natuurlijk vaak over als het dan niet one-liners zijn in elk
geval snel begrijpelijke dingen. Neem uw eigen terrein, de gezondheidszorg. Daar is veel over
gesproken. Nu komt van de heer Fortuyn over uw terrein met trouwens ook beschuldigingen
naar u toe het idee: niet extra geld, waar u juist voor heeft gezorgd de afgelopen tijd, maar:
stoppen met geld en eerst die hele bureaucratie omverwerpen en van die centjes die je daaruit
over houdt dan meer handen aan het bed.
BORST:
Het is een hele lange vraag. Ik ga even terug naar het begin, omdat u zei: met lijstjes win je de
verkiezingen niet. Dat ben ik roerend met u eens. Er is natuurlijk geen sprake van dat je de
kiezers, en zeker niet de kiezers zoals ze zich nu voelen tegenover de Haagse politiek, dat je
zegt: luister eens wat ik allemaal gedaan heb. Mensen zijn nooit geïnteresseerd in wat er al
bereikt is, maar mensen zijn geïnteresseerd in de problemen die ze nu hebben en waarvan ze
willen dat wij die nu en straks gaan oplossen. Daar moet je met de kiezers over in gesprek
gaan.
WITTEMAN:
Dus dat lijstje heeft niet eens zoveel zin?
BORST:
Voor de verkiezingen vind ik dat niet van veel betekenis, nee. Het is natuurlijk handig als we
straks allemaal op campagne zijn en iemand vraagt: wat is er eigenlijk gebeurd op het gebied
van Defensie mevrouw Borst ... Maar ik zie dat in de verkiezingscampagne, als het gaat over
kiezers winnen voor je zelf, eigenlijk niet als van betekenis. Ja, en die gezondheidszorg, daar
heeft de heer Fortuyn inderdaad zeer radicale opvattingen over. Overigens verdient de heer
Fortuyn een compliment voor wat hij in Rotterdam veroverd heeft. Ik vind dat toch wel een
heel bijzondere prestatie.
WITTEMAN:
Dat heeft even niet zo veel met de gezondheidszorg te maken.
BORST:
Nee, maar het is mijn eerst gelegenheid op televisie om daar iets over te zeggen.
WITTEMAN:
O, u gaat sportief doen?
BORST:
Dat vind ik inderdaad dat we moeten zijn in de politiek: sportief. Hij doet in zijn boek
inderdaad ook een paar persoonlijke aanvallen. Die verbaasden mij niet, want ik ken zijn
columns uit Elsevier. Verder wil hij dus inderdaad met nul centen de wachtlijsten wegwerken.
Een prachtig idee, maar zo werkt het natuurlijk niet. Minister Zalm heeft dat een paar dagen
geleden ook al gezegd. We krijgen een steeds sterker wordende vergrijzing in Nederland.
Steeds meer mensen hebben zorg nodig. Zelfs als je de tussenlaag van de managers flink
uitdunt en er een heleboel naar huis stuurt, dan is dat absoluut onvoldoende om straks al die
mensen met chronische ziekten, die de ouderdom nu eenmaal met zich meebrengt, met
Alzheimer en andere kwalen, om die te behandelen. Dus ik vind dat er de komende periode,
de komende tientallen jaren, ieder jaar meer geld naar de zorg toe zal moeten gaan. Natuurlijk
moeten we zo efficiënt mogelijk werken.
WITTEMAN:
Maar daar kom je er niet mee, dus het idee dat je het zonder extra geld zou kunnen redden, het
oplossen van die wachtlijsten, dat is onzin.
BORST:
Dat is inderdaad onuitvoerbaar. Meneer Fortuyn denkt misschien dat ik bijvoorbeeld al die
managers aangesteld heb en ze ook zou kunnen ontslaan. Dat is niet zo. Ieder ziekenhuis in
Nederland is gewoon een private instelling, een particulier initiatief, en daar is het de directie
die de mensen benoemd en ontslaat en niet de minister.
WITTEMAN:
Dat voorstel, een belangrijk onderdeel van zijn pakket, is onzin?
BORST:
Ja, dat kan zo niet.
WITTEMAN:
U zei net: we moeten sportief zijn tegen elkaar. Ik weet niet van welke kant dat moet komen,
want je kunt juist spreken van een verruwing van het politieke klimaat, in ieder geval van het
politieke woordgebruik in deze campagne die steeds heter en heter wordt. Bent u niet blij dat
u nu geen lijsttrekker meer bent, wat u vorige keer nog wel was?
BORST:
Lijsttrekker zijn is inderdaad zeer vermoeiend, dus daar ben ik wel blij om. Ik zou als ik weer
lijsttrekker was ook niet meedoen met elkaar uitschelden. Dat heeft volgens mij ook helemaal
geen zin en dat vinden kiezers misschien ook heel even leuk, maar daar gaat het niet om. Wat
we moeten doen in deze verkiezingscampagne is gewoon met elkaar strijden over de inhoud
van de verschillende opvattingen. En ook met respect voor elkaar en daar past dus ook niet bij
om stinkende taarten naar elkaar te gooien. Daar past ook niet bij om hele bevolkingsgroepen
van lelijke kwalificaties te voorzien. Dat is een heel verkeerde stijl. Laten we alsjeblieft in
Nederland die politieke cultuur die we altijd gehad hebben, namelijk wel fel, maar toch altijd
nog wel fatsoenlijk met elkaar debatteren, laten we dat nou vasthouden.
WITTEMAN:
Maar stel dat iemand zegt: door het beleid van mevrouw Borst de afgelopen acht jaar zijn er
doden gevallen, dan weet u zich te beheersen?
BORST:
Dan weet ik mij te beheersen ja. Dat is misschien verbazingwekkend. Ik vind dat namelijk
niet de manier waarop je een minister verantwoordelijk kunt stellen voor wat er in dat hele
beleidsterrein gebeurd is. Dat moet je dan anders formuleren. Dan moet je zeggen dat een
bepaalde minister onvoldoende gedaan heeft om problemen op te lossen. Dan kan ik daar
tegen in gaan en zeggen wat ik allemaal gedaan heb, waar ik mee bezig ben. Trouwens, ik heb
gezien in het boek van de heer Fortuyn dat er op allerlei terreinen dingen voorgesteld worden
door hem, die al gebeuren. Dat geldt niet alleen voor gezondheid, maar ook voor andere
beleidsterreinen. Ik denk dat het goed is dat dat debat opgepakt wordt. Dan zal er van beide
kanten een zeer interessante gedachtewisseling plaatsvinden. En dan moeten de kiezers daar
ook eens goed naar luisteren.
WITTEMAN:
U zegt dat: een zeer interessante gedachtewisseling. Maar u bent van D66, laten we dat niet
vergeten. Dat is een partij die gezegd heeft: voor ons hoeft het helemaal niet; we gaan toch
niet met hem samenwerken.
BORST:
Ik zit hier natuurlijk niet als iemand van D66. Ik ontken niet dat ik daar lid van ben, maar ik
zit hier nu als voorzitter van de ministerraad. Wij bemoeien ons dus niet met dit soort
partijpolitieke strubbelingen. Ik wou daar nu ook liever niet op ingaan.
WITTEMAN:
Maar ik neem toch aan dat u die lijn deelt van uw partij.
BORST:
Ik deel de lijn van mijn partij, zeker. Als ik nu weer eventjes vanaf een afstand kijk, dan zeg
ik: als er nou twee partijen zijn waarvan de ideeën gewoon inhoudelijk, heel sterk van elkaar
verschillen met maar een hele enkele overeenkomst, dan is dat Fortuyn en D66.
WITTEMAN:
Dus niet samenwerken?
BORST:
Die zijn denk ik niet bij elkaar te brengen, nee.
WITTEMAN:
Met alle respect?
BORST:
Maar wel met alle respect voor elkaar, hoop ik.
(Letterlijke tekst, ongecorrigeerd, LV)