Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
De ministerraad heeft op voorstel van staatssecretaris Vliegenthart van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport, staatssecretaris Adelmund van
Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en staatssecretaris Verstand van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid ingestemd met de beleidsbrief
tussenschoolse opvang. In de beleidsbrief, die aan de Tweede Kamer wordt
aangeboden, wordt het belang van goed geregeld overblijven voor kinderen,
ouders, leerkrachten en overblijfkrachten benadrukt. De gemeente dient
volgens het kabinet de regierol te hebben bij de afstemming tussen
overblijven op school, voor- en naschoolse opvang en
vrijetijdsvoorziening. Het schoolbestuur dient een belangrijke
verantwoordelijkheid te houden om het overblijven zelf mogelijk te maken;
dat ligt nu ook al vast in de onderwijswetgeving.
Van de 1,5 miljoen kinderen op de basisschool, blijven er dagelijks
gemiddeld 460.000 over. Uit onderzoek blijkt dat de meeste scholen en
ouders tevreden zijn over hoe het nu gaat, maar toch zijn er steeds vaker
klachten over deskundigheid, gebrek aan vrijwilligers en een te grote
belasting voor de onderwijsgevenden. Overblijfkrachten zouden kunnen
worden bijgeschoold, maar ook klassenassistenten en leidsters in de
kinderopvang zouden in combinatiefuncties het overblijven op zich kunnen
nemen. Het overblijven zelf zou als dagarrangement onderdeel moeten gaan
uitmaken van de keten opvang-onderwijs.
Voor een professionelere opvang die beter aansluit bij de totale
dagindeling van ouders en kinderen zijn investeringen nodig. Een volgend
kabinet zal hierover een besluit moeten nemen. De extra kosten voor de
professionalisering zullen structureel 37 miljoen euro bedragen, nog
afgezien van de investering in opleidingen.
Dit persbericht is op vrijdag 15 maart 2002, na afloop van de
ministerraad, uitgebracht door de Rijksvoorlichtingsdienst.