Wageningen Universiteit

Persbericht Wageningen Universiteit en Researchcentrum

6 maart 2002, nr. 018

Wageningse kopstukken bij opening Vel & Vanla-mineralenproject

Milieucooperaties gaan stikstofkringloop nog verder sluiten

Vrijdagmiddag 15 maart a.s. vindt in het in Eastermar de aftrap plaats van de 2de fase van het Mineralenproject van de Friese Milieucoöperaties Vel en Vanla. Het programma bevat een interessante mix van bijdrages van veehouders, projectmedewerkers en wetenschappers. Dit ligt in het verlengde van de basis van het project; veehouders dragen zelf onderzoeksideeen aan die door Wageningen Universiteit en Researchcentrum begeleid, uitgevoerd dan wel onderbouwd worden. Kennis van natuur- en maatschappijwetenschappers en ervaringskennis van boeren worden samengebracht om alle essentiele onderdelen van de kringloop bodem-gewas-koe-mest te optimaliseren zodat de verliezen naar het milieu (ammoniakemissie, nitraatuitspoeling) beperkt zijn.

Naast bijdrages van veehouders en de projectleiders vanuit de Noordelijke Land- en Tuinbouw Organisatie (NLTO) en Wageningen UR leveren de volgende bekende wetenschappelijke kopstukken deze middag een bijdrage: -Prof.dr.ir. Bert Speelman, Rector Magnificus van Wageningen Universiteit: 'Wageningen weer terug bij de boer' - Prof.dr.ir. Johan Bouma, Directeur Onderzoek Kenniseenheid Groene Ruimte, Wageningen UR en lid van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid: 'Mest- en mineralenbeleid, de praktijk en het onderzoek' -Prof.dr. Lijbert Brussaard, Hoogleraar Bodembiologie, Wageningen Universiteit: 'Boergestuurd onderzoek'

Vel (Vereniging Eastermar's Lansdouwe) en Vanla (Vereniging voor Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer Achtkarspelen) zijn opgericht als reactie op de ammoniakwetgeving in 1992. Boeren in het gebied dreigde namelijk onmogelijk te worden door verzuring van houtwallen en boomsingels. Vel en Vanla wilden proberen het historische cultuurlandschap te behouden, hun bedrijfsvoering rendabel te houden en tegelijkertijd verzuring tegen te gaan door zorgvuldiger om te springen met mineralen. Ook experimenteerden zij met vormen van recreatie en waterbeheer. Zo krijgen houtwallen, elzensingels en poelen regelmatig een opknapbeurt. Op het gebied van mineralenbeheer hebben de melkveehouders in vier jaar de stikstofverliezen op hun bedrijf ruim gehalveerd. Door in te zetten op de kwaliteit van koeienmest, aanpassingen in het voeren en het later maaien van gras voldeden zij al in 2000 aan de MINAS-normen van 2003. De stikstofverliezen per hectare daalden van 345 kg in 1996 tot 155 kg in 2001. Dit had geen negatieve gevolgen voor de bedrijfsvoering. De kostprijs per 100 liter melk zakte zelfs 58 Eurocent. Een succes dat zij voor een groot deel te danken hebben aan minder gebruik van kunstmest, aanpassingen in de voeding en het gebruik van een betere kwaliteit drijfmest. Voor de komende tijd staat de relatie van mestkwaliteit tot het bodemleven centraal in de onderzoeksvraagstukken, alsook verdiepend onderzoek naar het stikstofleverend vermogen. Daarnaast staat het project in het teken van kennisverspreiding aan andere veehouders in Nederland.

Onderzoekers van zes leerstoelgroepen van Wageningen Universiteit, de instituten Plant Research International, ID-Lelystad en IMAG en Praktijkonderzoek Veehouderij nemen deel aan het onderzoek. Het Mineralenproject Vel & Vanla vindt plaats door financiering van o.a. de Ministeries van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (LNV), Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM), NLTO, Provincie Friesland, NWO, Stichting Kennisontwikkeling en kennisoverdracht Bodem (SKB) en het bedrijfsleven.