GROENLINKS TWEEDE KAMERFRACTIE
Het progressieve antwoord op een politieke aardverschuiving
Spreekbeurt Paul Rosenmöller op woensdag 13 maart 2002
Pulchri studio, Den Haag
Het progressieve antwoord op een politieke aardverschuiving
Het nadenken over een komende verkiezing begint de dag nadat de vorige
achter de rug is. Dat gold dus ook voor de gemeenteraadsverkiezingen
van afgelopen woensdag. Vier jaar geleden boekte GroenLinks een mooie
uitslag die twee maanden later zijn vervolg kreeg bij de
kamerverkiezingen.
De doorbraak, lokaal en landelijk, was daar.
Maar hoe dat vast te houden, is een vraag die jarenlang door je hoofd
spookt.
Met een goeie score in 1998 ben je in 2002 immers al snel een
verliezer. En wie wil dat vlak voor de zo belangrijke verkiezingen van
de Tweede Kamer. Maar die zorg bleek ongegrond. Met 34 extra
raadszetels is de lokale kracht van GroenLinks versterkt. Dat is een
mooi resultaat.
In diverse nieuwe gemeenten deden wij onze intrede in de lokale
politiek. Wij zijn nu in 244 gemeenteraden vertegenwoordigd, met in
totaal 631 (deel)raadsleden.
Een eerste analyse van het onderliggend materiaal laat wel een aantal
verschillen zien. In een aantal regio's deden wij het uitgesproken
goed. Ik denk aan Groningen, Overijssel en Gelderland. We scoorden in
kleine en middelgrote gemeenten gemiddeld genomen beter dan de in de
grootste steden.
Rotterdam en Den Haag waren een verhaal apart. Zonder meer goed waren
de uitslagen in Nijmegen, Zwolle, Groningen, Maastricht en 's
Hertogenbosch.
We zijn niet enorm vatbaar voor de opkomst van Leefbaar. En de
uitslagen in gemeenten waar we meebesturen wijken niet af van het
algemene beeld.
We kunnen dus tevreden zijn.
Hoewel in veel gevallen de lokale situatie wel bepalend is voor de
uitslag mag je het landelijke effect niet onderschatten. Bij de twee
belangrijkste wil ik stilstaan.
De eerste is de enorme klap die de paarse partijen hebben gekregen.
Was de uitslag 4 jaar geleden van de PvdA nog redelijk, van de VVD
matig en van D66 ronduit slecht, ze kregen alle drie klop.
De VVD verloor 9% van haar raadszetels, de PvdA 14% en D66 16%. Bij
elkaar verloren de paarse partijen 441 raadszetels. Het eerste moment
waarop het kon heeft de kiezer een spijkerhard oordeel over paars
geveld. Wat moet dat op 15 mei worden?
De tweede is de enorme klap van Fortuyn in Rotterdam. Met 17 nieuwe
mensen de gemeenteraad binnenstormen veroorzaak je een regelrechte
aardverschuiving.
Dat er zich inmiddels al weer één heeft afgesplitst doet daar geen
afbreuk aan.
Of is dit het verhaal van de 17 kleine negertjes?????
Vooralsnog verdient het een serieuze benadering.
Terug naar het verlies van de paarse partijen. Echt een verrassing was
het natuurlijk niet. Voor het eerst sinds de Tweede Wereldoorlog zit
een kabinet van een zelfde signatuur de tweede rit uit. En dan nog wel
een kabinet waar de klassieke tegenpolen van weleer, de PvdA en de VVD
in zijn vertegenwoordigd. In een periode van ontideologisering blijft
er van die klassieke tegenstelling niet zoveel meer over.
Geholpen door opnieuw een unicum, nl. de ongekend lang aanhoudende
economische groei, stapte men van compromis naar compromis.
Waar de koppeling van de uitkering aan de lonen eind jaren '80 door de
PvdA nog voor de poorten van de (CDA) hel moest worden weggehaald,
hebben we de VVD er de afgelopen 8 jaar niet over gehoord. Zo goed
ging het economisch.
En als er dan een enkele keer een fundamenteel verschil van mening
werd geconstateerd, leidde dat tot scheppen zand in de machine. De
stelselwijziging in de gezondheidszorg is zo'n onderwerp. En dan
vooral de wijze van financiering.
Inkomensafhankelijke versus nominale premies. Het was, is en blijft
een impasse.
De parlementaire onderzoekscommissie Willems schreef in maart 1994:
'De komende formatieafspraken scheppen nieuwe kansen om de impasse in
de besluitvorming over de herziening van de ordening van de zorg te
doorbreken. Eens zullen stellingen en loopgraven toch wel worden
verlaten in het belang van een goede, toegankelijke en doelmatige
zorg'. Op dat moment zitten wij met smart te wachten.
Iets soortgelijks geldt voor de WAO. Zelfs het spookbeeld van 1
miljoen arbeidsongeschikten doet paars niet over haar schaduw
heenspringen.
Of het beprijzen van het autoverkeer. De subtiele steun van de VVD aan
het ANWB protest leidde tot een bestendiging van het
verkeersinfarct.
Die kritiek is niet van vandaag of gisteren. Paars 2 heeft vanaf het
begin veel kritiek gehad. Het begon al met een gebrek aan visie, aan
een missie.
Waar paars 1 werk, werk, en nog eens werk als credo had, ontbrak
zoiets bij paars 2.
Maar misschien nog wel erger dan dat is dat paars zich op een drietal
terreinen enorm heeft verslikt:
1 Om te beginnen was er in de periode van hoogconjunctuur geen balans
tussen het verlagen van de belasting en het opvoeren van de
investeringen.
Aandacht voor het wegwerken van het begrotingstekort akkoord, maar de
miljarden aan lastenverlichting gingen rechtstreeks ten koste van de
noodzaak om te investeren in de publieke sector.
Juist in een periode waarin mensen dag in dag uit horen dat de groei
van de economie de stoutste verwachtingen overstijgt en velen van hen
dat ook op hun loonstrookje zien, wordt het contrast tussen die
private welvaart en de publieke armoede schrijnender.
Waarden verschuiven van welvaart naar welzijn. Mensen accepteren het
niet dat je in een rijk en welvarend land soms maanden op een operatie
moet wachten. Dat de kwaliteit van het openbaar vervoer achteruit
kachelt of dat schoolgebouwen zijn verouderd en kinderen vanwege
tekort aan leerkrachten naar huis worden gestuurd.
Paul Scheffer heeft gelijk als hij in zijn essay, twee weken geleden
in NRC Handelsblad, schrijft: 'Een toereikend niveau van publieke
voorzieningen is wat burgers verwachten. Maar juist op dat terrein
heeft de regering het laten afweten'.
Misschien is het nog wel iets sterker:
Aan de meest minimale verwachtingen die burgers hebben van een
overheid in een rijke en welvarend land heeft paars niet kunnen
voldoen. Die kritiek was er en werd sterker. Maatschappelijke
organisaties, oppositiepartijen in de Kamer, dramatische voorbeelden
op de televisie; het ging allemaal in dezelfde richting. Kritiek die
het kabinet wel kende, maar niet (voldoende) beantwoordde. Paars stond
voor toenemende welvaart gekoppeld aan toenemend onbehagen.
2 De ondoordachte privatisering
Het project om de verantwoordelijkheidsverdeling tussen overheid,
markt en maatschappelijke organisaties grondig te herzien dateert al
van paars 1.
Maar het effect van het ondoordacht afstoten van overheidstaken werd
de laatste jaren steeds duidelijker. Daarmee groeide ook de weerzin
tegen privatisering en marktwerking als doel op zich. De privatisering
van de ziektewet heeft het ziekteverzuim niet verlaagd; integendeel.
De privatisering van de taxi branche heeft de kosten niet doen dalen;
integendeel. De verzelfstandiging van de NS op weg naar privatisering
was niet in het belang van de reizigers; integendeel.
Winstmaximalisatie van de BV Nederland. Op die wijze dacht paars haar
aandeelhouders tevreden te stellen. Maar Nederland is geen BV. De
overheid is geen bedrijf. Burgers zijn geen aandeelhouders. Terwijl de
slingerbeweging richting privatisering allang weer op z'n retour was
had paars dat niet in de gaten of trok zich er nauwelijks iets van
aan.
3 Tenslotte was er de teleurstelling over de politieke cultuur.
Bij de start van het eerste paarse kabinet was men nog vol ambities.
Herstel van het dualisme, een sterkere rol van de Kamer waren centrale
boodschappen uit de regeringsverklaring in 1994. Om het nog even te
citeren: 'Ook het dualisme vormt een kernpunt van onze benadering.
Dualisme houdt in dat parlement en regering in open overleg tot
overeenstemming proberen te komen'.
Maar na het spannende Borssele debat is daar niets, maar dan ook niets
meer van terechtgekomen.
Het torentje van Kok was net zo populair als dat van Lubbers. Het
regeerakkoord bleef onverminderd een dik boekwerk.
Falend overheidsoptreden tijdens de Bijlmerramp had geen consequenties
voor zittende bewindslieden. Een kabinetscrisis over het referendum
leidde niet tot een openbaar oordeel van de kiezer maar tot het in
beslotenheid hanteren van de lijmkwast. Een regentencultuur in
combinatie met een bij tijd en wijlen sterk misplaatste arrogantie
deden afbreuk aan de toenemende wens, of eis, van burgers tot meer
inspraak, zeggenschap en openheid. De totstandkoming van
Vreemdelingenwet en Belastingplan en het verzanden van het groene
poldermodel zijn hierin illustratief. En ook hier werd de kritiek wel
gehoord, maar niet gedeeld.
Mede op deze golven kon Fortuyn aan zijn opmars beginnen. Een opmars
die langdurig is voorbereid. De paarse deconfiture en de verharding
van het maatschappelijk klimaat na 11 september gaf hem net de wind in
de zeilen waar hij al zo lang naar zocht. Van marxist tot rechtse
populist, maar altijd carrièrist.
Paars moest nog worden uitgevonden toen Fortuyn al tegen een ieder
riep die het wilde horen (dat waren er toen nog niet zoveel): Ik wil
minister president worden, alleen het land is er nog niet rijp voor.
De toegenomen spanningen na 11 september gaven hem ruimte te
verwoorden wat vooral witte mannen in de grote stad al langer als
ongemak of onvrede voelde. Gisteren verscheen dat geluid ook middels
een pamflet in boekvorm. Het is een aanklacht tegen 8 jaar paars in
combinatie met een oplossing; een foute oplossing.
Kritiek op paars hebben wij ook. Ik beperk me hier even tot Fortuyns
oplossingen.
Geen cent extra voor zorg en onderwijs zegt Fortuyn. Hij neemt,
terecht, de organisatie in die sectoren op de schop. Maar hij gaat
volstrekt voorbij aan de fnuikende gevolgen van jaren en jarenlange
bezuinigingen in die sectoren. Steeds meer mensen worden steeds ouder;
steeds meer mogelijkheden door technologische ontwikkelingen; steeds
meer chronisch patiënten. Die laat hij lelijk in de kou staan.
Vervolgens laat hij de specialistentarieven vrij (die gaan dus
stijgen) en laat hij patiënten een eigen bijdrage betalen. Willen die
35% van de Rotterdamse kiezers dat goed tot zich laten doordringen?
WAO alleen voor beroepsziekten. Met kanker en aids ga je dus naar de
bijstand.
En dan maar particulier bijverzekeren. De laagstbetaalden zich hier
echt de dupe. Hoe lang is het doorbreken van solidariteit tussen arm
en rijk en tussen ziek en gezond goed voor 20 zetels in dit land?
Kan hij nog eens uitleggen wat de winst is van zijn aanbeveling:
'flikker die pc de scholen uit'?
Het is een program met een blinde vlek voor natuur en milieu. De
blijde rijder Fortuyn schuift een enorme rekening naar de toekomst. En
gelukkig zijn er nog steeds meer 'halve zolen' die pleiten voor meer
natuur dan 'halve zolen' die pleiten voor meer Fortuyn.
Het is een programma met de rug naar de wereld. Ronduit uitgesproken
nationalistisch en isolationistisch. Geen boodschap aan de
internationale verdragen.
Nederland gaat op slot. Opvang slechts in noodsituaties voor Denen,
Duitsers, Britten en Fransen. En het schuldgevoel afkopen middels een
bijdrage aan de UNHCR. Dat mag nooit het signaal zijn dat Europa de
politieke vluchtelingen in de wereld afgeeft.
Het is maar een greep uit zijn boek. Maar kiezers krijgen nu meer
zicht op wat hij wil, naast wat hij niet wil. Ik begrijp onvrede onder
kiezers. Ik hoop dat zij begrijpen wat ze er met een stem op Fortuyn
voor terugkrijgen.
Maar al voor het boek heeft hij onmiskenbaar iets losgemaakt. Met de
gave van het woord en een feilloos gevoel voor timing sloeg hij
inderdaad genadeloos toe.
En dan is iets nieuws aantrekkelijk; oud is uit. Tenminste bij een
deel van de bevolking. De vraag is hoe lang hij dit volhoudt. Maar tot
op dit moment is het mede het antwoord op de vraag waarom nou
juist Fortuyn de winst pakt van het verlies van paars en niet de
oppositie.
Dat het CDA er niet met de winst van door gaat heeft toch een beetje
te maken met het feit dat zij met moeilijk hadden zich t.o.v. paars
helder te profileren. In combinatie met een leiderschapscrisis is het
nog een wonder dat zij stabiliseren op het huidige aantal zetels. Dat
is met de opkomst van Fortuyn zeker een verdienste van Balkenende.
De oorzaak dat wij er niet langer met de winst vandoor gaan moge
genoegzaam bekend zijn. Daar waar het vertrouwen te voet kwam verdween
het te paard naar aanleiding van een aantal lastige kwesties vorig
jaar. De gemeenteraadsuitslag is een bevestiging van het feit dat we
dit jaar de opgaande lijn weer te pakken hebben.
De opkomst van Fortuyn stelt andere partijen en ook GroenLinks voor
een grote verantwoordelijkheid. Namelijk de verantwoordelijkheid er
alles aan te doen er een goed antwoord op te geven. Of dat voldoende
is om hem van een verkiezings-overwinning op 15 mei af te houden valt
te bezien. Maar het belang strekt verder. Want ook als dat onverhoopt
niet lukt zullen partijen zowel inhoudelijk als strategisch volstrekt
helder moeten zijn hoe zij zich tot hem en zijn gedachtegoed zullen
verhouden. Daarbij past niet hem te negeren. Daarbij past ook niet hem
te demoniseren.
Louis Tobback, de Belgische socialistische senator, zei het afgelopen
zaterdag in de krant 'De Morgen' zo: 'Ik kokhals van die Fortuyn, maar
dat verhindert me niet om de verschilpunten met het Vlaams Blok te
blijven zien. De club van Fortuyn is tot nader orde geen autoritair
geleide extreemrechtse partij zoals het Blok. Als we het Blok in het
bestuur zouden toelaten, zou blijken dat die partij helaas in staat is
om van bovenaf haar instructies op te leggen aan al haar geledingen.
Van Fortuyn kun je je terecht afvragen of hij 6 maanden in staat is om
met 5 man bijeen te blijven zonder ze de kop in te hakken. Ook op dat
vlak is hij een bijzonder treffend symbool van de versplintering in de
maatschappij'.
Daarbij past ook niet hem te onderschatten. Sommigen zeggen dat hij
vooral problemen verwoordt, maar geen oplossingen heeft. Dat is nu
niet meer houdbaar maar ook al eerder vond ik het een teken van
onderschatting. Zijn oplossingen liggen met dit boek op tafel. Lang
niet alles is nieuw.
Bij een nieuwe partij gaat het om de vraag wat hij toevoegt en hoe we
dat moeten beoordelen. Daar moet het inhoudelijke debat over gaan. De
kern van zijn gedachtegoed staat heel ver van ons af. Vandaar ook dat
wij hem al eerder en ook eind vorige week opnieuw hebben uitgedaagd
tot een inhoudelijk debat. Gisteren was de reactie: voorlopig toch nog
maar even niet; het zal er later echt wel van komen. Nu hebben we al
voor zijn programma moeten betalen. We moeten toch ook niet voor een
debat betalen?
Wij hebben zijn boeken en columns gelezen. Wij willen hem inhoudelijk
bestrijden.
Wij kunnen niet met hem samenwerken. Niet lokaal en niet nationaal.
Die kloof is te groot. De kiezer heeft, in dit geval ook vooraf, recht
op die duidelijkheid.
Een stem op GroenLinks is een stem voor een nieuw evenwicht na paars
en een stem tegen Fortuyn.
De opkomst van Fortuyn en de val van paars vragen om meer scherpte en
duidelijkheid. Zelf kiezen en anderen uitdagen te kiezen is nu van het
grootste belang. Want na de verkiezingen van afgelopen woensdag staat
voor mij wel één ding vast: Paars is over en uit. Dat is niet meer
voor herhaling vatbaar. De tijd van het grijze midden ligt achter ons.
Een coalitie van de grote drie partijen zou eveneens dodelijk zijn om
het vertrouwen te herwinnen en helder positie te kiezen.
Na 8 jaar paars luidt de kernvraag: wordt de koers progressief of
conservatief?
Wordt ons land de komende periode linksom of rechtsom bestuurd?
GroenLinks kiest voor het progressieve antwoord op paars. We zetten
daarmee de lijn door die we de afgelopen jaren ook ingezet hebben.
Namelijk de kritiek combineren met het alternatief. Waar het anders
moet, laten zien dat het anders kan. Een week na de politieke
aardverschuiving is het meer dan eens nodig te laten zien wat er dan
anders moet en welke keuze voorligt. En dan gaat het om de inhoud en
de politieke cultuur.
Ik noem 5 prioriteiten voor een progressieve agenda.
1 Een inhaalslag in de publieke sector
Na jaren van bezuinigen op het onderwijs en de gezondheidszorg zal er
meer financiële ruimte moeten worden vrijgemaakt voor investeren in
deze sectoren.
Het gaat om het veilig stellen van cruciale voorzieningen.
Je gezondheid is je grootste goed. Mankeert daar iets dan vraagt dat
om tijdige zorg voor een eerlijke prijs. Wachtlijsten moeten drastisch
worden ingekrompen.
De kwaliteit in de zorg moet omhoog voor ouderen in het verpleeghuis,
voor gehandicapten en anderen. Dat kan alleen in een stelsel waarin de
sterkste schouders de zwaarste lasten dragen. Een inkomensafhankelijke
premie in een nieuw stelsel moet niet alleen de inzet maar ook de
uitkomst van onderhandelingen zijn.
Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst, maar niet zonder fatsoenlijk
onderwijs. Dat vraagt om kleine klassen in kleinere scholen. Dat
vraagt om voldoende computers in schone gebouwen.
Investeren doe je ook in het menselijk kapitaal. Een redelijke
werkdruk, een fatsoenlijk salaris en een moderne regeling om werk en
privé te kunnen combineren zijn daarbij onmisbaar.
En tegenover extra geld horen ook extra prestaties te staan. Publieke
financiering en verantwoording gaan bij ons hand in hand!
In dit antwoord is geen plaats voor lastenverlichting. Die was er
onder paars in overvloed. Geld vrijmaken voor lastenverlichting past
niet in de progressieve agenda. Wij kiezen voor investeren zonder
potverteren.
Wij kiezen ook voor een schoon en veilig publiek domein. Met veel meer
aandacht om onveiligheid en criminaliteit te voorkomen. Blauw meer op
straat. En gaat het mis: snel en consequent straffen. De balans tussen
preventie en repressie is cruciaal.
Alleen zo los je problemen op. Effectiviteit, dat staat ons voor
ogen.
2 sociale rechtvaardigheid
Bijna 1 miljoen arbeidsongeschikten is een sociale schande. Het WAO
vraagstuk is in eerste instantie een sociaal vraagstuk. De benadering
van de SER om alles te doen mensen aan het werk te krijgen verdient
volle ondersteuning. Eenmaal in het systeem van sociale zekerheid kom
je er niet zo makkelijk meer uit. De binding met de werkgever gericht
op aanpassing van de werkplek of bemiddeling naar een andere baan is
van het grootste belang. Wie duurzaam arbeidsongeschikt is hoort ook
een fatsoenlijke uitkering te krijgen. Die ligt met 75% hoger dan na
de verlaging van de WAO uitkering in de 80-er en 90'er jaren. Een
sociale oplossing voor een sociaal probleem moet een van de eerste
daden van een nieuw kabinet zijn.
Een tweede prioriteit gaat uit naar het inkomensbeleid. We moeten de
boel weer een beetje bij elkaar houden. De uitwassen aan de top moeten
aan banden worden gelegd. 0 is genoeg is daar ons krachtige pleidooi.
Wij zullen de onderkant niet vergeten. Nivellering moet uit de
taboesfeer komen.
3 groene politiek
Progressieven willen beschermen wat van waarde en weerloos is. Dus
ruimte voor de natuur in een minder verrommeld land. Trek de groene
grens is een heldere keus.
Na alle crises moeten we kiezen voor welzijn voor dieren en veilig,
duurzaam verbouwd, voedsel. De vervuiler betaalt moet gaan gelden voor
het energieverbruik. Waar dat voor huishoudens geldt, moet dat ook
voor bedrijven gaan gelden. Een grootverbruikerheffing dus! Een
nationale luchthaven vraagt om strakke milieugrenzen. Ook het
verkeersinfarct vraagt om een heldere stelling. Wij willen het asfalt
beter benutten en beprijzen. Een kilometerheffing die recht doet aan
de verschillen in tijd, plaats en milieubelasting. En investeren
vooral in het alternatief.
Betaalbaar en betrouwbaar openbaar vervoer is geen overbodige luxe.
Privatisering en marktwerking brengen dat niet dichterbij.
4 integratie en migratie
In een multiculturele samenleving moeten we blijven werken aan
verdraagzaamheid en respect. Integratie door participatie. Minder wij
tegenover zij; meer samen een brug slaan. Achterstanden in weten,
werken en wonen bestrijden. Nieuwkomers moeten meer weten van de
Nederlandse taal. Wij allemaal meer van andere culturen. Inburgering
is een terechte eis die aan nieuwkomers wordt gesteld.
Die inburgering moeten we meer richten op werk. Een baan moet men dan
ook kunnen krijgen. Emancipatie en betrokkenheid juichen wij toe.
Overlast en overtreding keuren wij af.
De progressieve agenda is zeker ook een internationale agenda. Wij
kijken met een open blik naar de wereld. De internationale rechtsorde
is het verdedigen waard.
Hulp aan de armsten in de wereld en opvang voor politieke
vluchtelingen, ook in ons land, hoort daar bij. Problemen die er zijn
moeten we niet verzwijgen, maar als ze er niet zijn moeten we ze ook
niet creëren. Problemen moeten we benoemen, bespreken en oplossen.
5 politieke cultuur
En last but not least. De intern gerichte en gesloten politieke
cultuur moet worden opengebroken. Op vele terreinen is hier
vernieuwing geboden. De regentencultuur is niet langer houdbaar.
Vooral de PvdA moet hiermee breken. Een falende minister moet niet
langer schuilen achter de verantwoordelijkheid van het collectief. Het
debat moet weer in alle openheid plaatsvinden waar het hoort. Visies
en politieke posities horen weer te botsen. Dat betekent geen dikke
dichtgetimmerde regeerakkoorden. Wij willen een aantal afspraken op
hoofdlijnen. Vervolgens een ministersploeg een regeerakkoord laten
schrijven. Dat is dan hun inzet naar het parlement, dat beslist. Het
wekelijks torentjesoverleg moet worden afgeschaft. Mensen en
maatschappelijke organisaties moeten meer zeggenschap krijgen.
Politiek bedrijf je mét mensen niet zónder mensen.
Als het gaat om inhoud en cultuur is dit de richting. Die richting
staat haaks op de conservatieve, zeg maar rechtse koers. Dat is een
keuze voor nog lagere belastingen. Met alle gevolgen voor de publieke
sector. Een keuze tegen inkomenssolidariteit in de zorg. Meer onrust
voor de laagst betaalden. Een agenda bol van kwantiteit, maar niet van
kwaliteit. Veel grijs weinig groen. Een eenzijdige keus ook voor
repressie, zonder oog voor het voorkomen van onveiligheid en
criminaliteit. Een keuze voor een verscherping van de tweedeling.
Tussen rijk en arm, gezond en ongezond, zwart en wit.
Het is een keuze waarin samenleven een steeds leger begrip wordt. Met
een harder maatschappelijk klimaat, met stigmatisering meer als regel
dan als uitzondering. Het is tenslotte een keuze voor onhoudbaar
nationalisme.
Zie hier: dit is in de kern de keuze die voorligt.
Kiezen we na paars progressief of conservatief?
Wordt het land straks linksom of rechtsom bestuurd?
Dat is ook de keuze die wij kiezers en maatschappelijke organisatie
willen voorhouden. De politieke situatie is onvergelijkbaar met die
van de laatste decennia.
Fortuyns knuppel in het hoenderhok speelt daarbij ook een rol. Er is
weer sprake van enige polarisatie. Dat hoeft niet verkeerd te zijn als
er maar wel de goede keuzes worden gemaakt.
Als we de boel opschudden laten we het dan zo doen dat we er geen
spijt van krijgen. Het gevoel van urgentie dat er wat te kiezen is, en
dat het verdraaid veel uitmaakt wat je kiest zal de komende weken
moeten doordringen. De kiezers, Scheffer, anderen, bekend of onbekend,
ze zullen zich moeten gaan uitspreken.
De maatschappelijke organisaties, klein of groot, ze zullen zich
moeten uitspreken.
We staan vlak voor een T-splitsing:
Rechtdoor loopt dood.
Het is de keus: linksom of rechtsom.
Een tamelijk fundamentele keus. Aan die keus valt niet te ontkomen.
Verstoppen kan niet meer.
De mogelijkheid rechtsom te besturen heeft natuurlijk met de opkomst
van Fortuyn te maken. Hij heeft zijn favoriete coalitie al genoemd.
Een coalitie met CDA en VVD. Wie overigens pleit voor radicale
democratisering en vervolgens twee partijen verkiest die nu juist op
dat terrein de meest conservatieve zijn, laat zich wel snel in de
kaart kijken.
Maar ook omgekeerd is het signaal duidelijk. Uitgerekend deze twee
partijen laten samenwerking met Fortuyn nadrukkelijk open. Dat zij die
deur openhouden staat hen vrij. Maar het zegt natuurlijk wel iets dat
je denkt 4 jaar lang een brug te kunnen slaan naar de kern van zijn
gedachtegoed. Ook hier past geen onderschatting. Een uitgesproken
rechts kabinet is bepaald niet uitgesloten.
Dat wordt dan een harder maatschappelijk klimaat, verscherping van de
tegenstellingen en minder samenleven.
Het alternatief is het land linksom besturen. Met de agenda die ik
zojuist heb geschetst. Mijn voorkeur is duidelijk.
GroenLinks kiest voor het progressieve antwoord op paars. Daar willen
we ook echt onze schouders onder zetten. Zeker in dit open, en
levendige politieke klimaat zijn we daarvoor zeer gemotiveerd. Want
het pleidooi vóór progressief is ook het tegenhouden van conservatief.
Dat maakt het des te meer noodzakelijk. En wie dan nuchter blijft
kijkt vooral naar de PvdA en het CDA. Met allebei forse verschillen
van mening. Soms meer politiek inhoudelijk, soms meer politiek
cultureel. Maar niet onmogelijk als het gaat om de richting die wij
willen. De progressieve weg is niet de derde weg, zeg ik tegen de
sociaal-democraten. Het grijze midden is uit. Duidelijkheid is
geboden. Dat vraag ik ook van Ad Melkert. Niet die oude CDA
arrogantie; alles in het midden laten en na de verkiezingen toeslaan.
Als Ad Melkert deze woensdag nou eens kiest, is iedereen vorige week
woensdag weer vergeten.
Durven of doormodderen: daar gaat het om.
De kiezer vraagt durf.
Wie premier wil worden moet dat beantwoorden.
Het CDA zei 4 jaar geleden terecht: Samenleven doe je niet alleen.
Maar wel met Fortuyn? Dat is nu een van de prangende vragen. Het
progressieve antwoord zal dus niet spontaan van deze partijen komen.
Wie progressief kiest, stemt GroenLinks.
Daar zal fors voor moeten worden gestreden.
Na alle jaren achter ons resten nog 9 weken.
Die willen wij goed gebruiken.
De vraag is niet meer vrijblijvend.
De verschillen zijn toegenomen.
Het gaat om de vraag: welke toekomst kiezen wij in ons land.
GroenLinks kan niet zonder het progressieve antwoord.
Maar het progressieve antwoord kan niet zonder GroenLinks.
Daarvan gaan wij de kiezer overtuigen!
13 mrt 02 18:00