Ministerie van Buitenlandse Zaken
---
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Binnenhof 4 Den
Haag Directie Integratie Europa Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag
Datum 13 maart 2002 Auteur Cas van der Horst
Kenmerk 125/02 Telefoon 070-3484293
Blad /9 Fax 070-3486381
Bijlage(n) 4 E-mail cas-vander.horst@minbuza.nl
Betreft Geannoteerde agenda voor de Europese Raad van Barcelona
C.c.
Zeer geachte voorzitter,
De Europese Raad van Barcelona op 15 en 16 maart 2002 is de tweede van de
zogeheten voorjaarsvergaderingen van de Europese Raad. Hoofdonderwerp van
deze Europese Raad is de Lissabonstrategie: een bespreking van economische,
sociale en milieuvraagstukken in samenhang.
Naast de Lissabonstrategie zal de Europese Raad aandacht besteden aan:
onderwerpen uit het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid
(GBVB) waaronder het Midden-Oosten en Zimbabwe
diverse andere onderwerpen zoals de eventuele oprichting van een
Euromediterrane ontwikkelingsbank en hervorming van de Raad.
Nederland zal in Barcelona de verwezenlijking door alle lidstaten van de doelstelling van 0,7% van het BNP voor officiële ontwikkelingshulp (inclusief de opstelling van een tijdpad) aan de orde stellen.
In de bijlage treft u de uitnodigingsbrief aan van het Spaanse
voorzitterschap.
Betrokkenheid kandidaat-lidstaten
Spanje heeft de kandidaat-lidstaten uitgenodigd deel te nemen aan een
werksessie van de Europese Raad. Formeel betreft dit een overleg en marge
van de Europese Raad. Het is echter de bedoeling van het voorzitterschap om
te komen tot een inhoudelijke bespreking van de rol van de
kandidaat-lidstaten in de Lissabonstrategie, mede ter voorbereiding op hun
toetreding. Het voorzitterschap beoogt de resultaten van dit overleg neer te
leggen in de conclusies van de Europese Raad. De Europese Raad van Barcelona
wordt daarmee de eerste Europese Raad waaraan de kandidaat-lidstaten de
facto deelnemen (zij het voor een gedeelte ervan).
Nederland verwelkomt dit Spaanse initiatief. De Europese Raad van Stockholm heeft geconcludeerd dat kandidaat-lidstaten betrokken moeten worden bij de Lissabonstrategie. Het Spaanse voorzitterschap geeft hieraan zeer concrete invulling. Aan de vooravond van de uitbreiding moet de Unie zorgen dat haar huis economisch op orde is. Dit pleit voor een snelle en voortvarende uitvoering van de Lissabonstrategie met actieve betrokkenheid van de kandidaat-lidstaten. Hun deelname is ook in het belang van de huidige lidstaten. Zij kunnen leren van goede praktijken van de kandidaat-lidstaten.
In zijn uitnodigingsbrief aan de kandidaat-lidstaten heeft het Spaanse
voorzitterschap benadrukt dat de discussie alleen zal gaan over de
Lissabonstrategie. Nederland steunt dit; Nederland wil tijdens deze Europese
Raad geen discussie voeren over de kosten van de uitbreiding, noch wil het
dat er conclusies over worden getrokken.
Organisatie van de Europese Raad
In overeenstemming met de conclusies van de Europese Raad van Laken, zal het
voorzitterschap de dag voor de Europese Raad (donderdag 14 maart 2002) een
sociale top organiseren. Hieraan zullen deelnemen de Spaanse, Deense en
Griekse ministers-presidenten, de ministers van werkgelegenheid van deze
lidstaten, de voorzitter van de Commissie en de Europese sociale partners.
Het voorzitterschap heeft aangekondigd op diezelfde dag een extra bijeenkomst te beleggen van de Ecofinraad. Die moet spreken over de opdracht van de Europese Raad van Laken een onderzoek in te stellen naar de oprichting van een Euromediterrane ontwikkelingsbank.
Voorts zal, ook op donderdag 14 maart 2002, een informele Benelux-top
plaatsvinden in Barcelona waarvoor Secretaris-Generaal/Hoge
Vertegenwoordiger Solana is uitgenodigd. De ministers-presidenten van de
Benelux en ministers van Buitenlandse Zaken zullen bij die gelegenheid met
Solana over buitenlandspolitieke onderwerpen spreken en over zijn inbreng
tijdens de ER over het functioneren van de Raad.
De eerste dag van de Europese Raad (vrijdag 15 maart 2002) begint met een
ontmoeting met de voorzitter van het Europees Parlement Cox. Vervolgens is
er de eerste werksessie in aanwezigheid van de ministers van Financiën. De
discussieonderwerpen tijdens dit werkoverleg zijn de ontwikkeling van de
algemene economische conjunctuur en de elementen van de strategie voor
economische en sociale modernisering: de coördinatie van het economische
beleid en de globale richtsnoeren voor het economische beleid voor 2002, de
strategie voor duurzame ontwikkeling, de verbetering van het
concurrentievermogen van het bedrijfsleven en de elementen van de sociale
agenda.
Van 11:15 tot 13:30 uur zijn er drie afzonderlijke bijeenkomsten met alle
dertien kandidaat-lidstaten: van de ministers-presidenten, de ministers van
Buitenlandse Zaken en de ministers van Financiën. Het resultaat hiervan moet
zijn dat de kandidaat-lidstaten beter betrokken raken bij de
Lissabonstrategie en haar omarmen.
Vervolgens is er een lunch met de kandidaat-lidstaten aangeboden door de
Spaanse koning.
Na de lunch is er een tweede werksessie in aanwezigheid van de ministers van
Financiën. De discussieonderwerpen zijn dan de herziening van de Europese
werkgelegenheidsstrategie, de integratie van de Europese markten en de
totstandkoming van een efficiënte economische ruimte en thema's rond
onderwijs, onderzoek en ontwikkeling.
Voorafgaand aan het diner zal Taoiseach Ahern een toelichting geven op de
stand van zaken in Ierland rond de ratificatie van het Verdrag van Nice.
Vervolgens zal secretaris-generaal Solana een presentatie geven over zijn
ideeën om het functioneren van de Raad te versterken (zie hieronder).
's Avonds zijn er twee separate diners: één van de regeringsleiders in
gezelschap van de ministers van Buitenlandse Zaken en één van de ministers
van Financiën.
Op de tweede dag (zaterdag 16 maart 2002) tijdens de derde werksessie zal
de Europese Raad de conclusies bespreken. Hieraan zullen ook de ministers
van Financiën deelnemen.
De Lissabonstrategie
De Europese Raad van Lissabon heeft in maart 2000 een nieuw strategisch doel
voor de EU gesteld om in 2010: "... de meest dynamische en concurrerende
kenniseconomie van de wereld te worden, die in staat is tot duurzame
economische groei, met meer en betere banen en een hechtere sociale
samenhang." De Europese Raad van Gotenburg in juni 2001 heeft een
milieudimensie toegevoegd aan de economische en sociale dimensies van de
Lissabonstrategie.
Na de Europese Raad van Stockholm in maart 2001, is de Europese Raad van
Barcelona de tweede voorjaarsvergadering van de Europese Raad. Tijdens zijn
voorjaarsvergaderingen bespreekt de Europese Raad economische, sociale en
milieuvraagstukken in samenhang. De Europese Raad wil hiermee de
implementatie van de Lissabonstrategie sturen en de algehele samenhang in de
strategie waarborgen. Hiermee kan de Europese Raad zelf effectief toezien op
vorderingen naar het strategische doel van de Europese Raad van Lissabon.
De discussie tijdens de Europese Raad over de Lissabonstrategie, zal
plaatsvinden aan de hand van twee documenten:
het syntheserapport van de Commissie getiteld "De strategie van Lissabon -
de veranderingen verwezenlijken";
de kernpuntennota over de globale richtsnoeren voor het economische beleid
2002 van de Ecofinraad.
U treft deze documenten in de bijlage aan.
Het Spaanse voorzitterschap heeft vijf prioriteiten gesteld voor de
discussie tijdens de Europese Raad over de Lissabonstrategie:
een Europese ruimte van vervoer en communicatie,
de interne energiemarkt: liberalisering, openstelling en interconnecties,
de interne financiële markt,
de doelstelling van volledige werkgelegenheid: fundament van de sociale
samenhang in Europa en
onderwijs.
Daarnaast zou Spanje in Barcelona enkele conclusies willen trekken over de
Trans-Europese Netwerken die ook de verbindingen met het Iberisch
schiereiland zouden verbeteren.
Nederland heeft zijn inzet voor de discussie tijdens de Europese Raad van
Barcelona over de Lissabonstrategie neergelegd in het "Nederlandse standpunt
voor de Europese Raad van Barcelona" (aangeboden aan de Kamer op 15 februari
2002 door staatssecretaris Benschop). Nederland heeft elementen uit dit
standpunt verder uitgewerkt in notities met andere lidstaten:
met het VK over onderzoek en ontwikkeling
met Tsjechië over pensioenen
met Griekenland over ondernemerschap en kleine bedrijven
met Zweden over duurzame ontwikkeling.
Deze bilaterale notities zijn separaat aan de Kamer aangeboden.
Uit de Nederlandse inzet blijkt dat Nederland de Spaanse prioriteiten van harte steunt. Niettemin is de Nederlandse inzet breder: het is van belang te zorgen voor een goede balans tussen de economische, sociale en milieudimensie van de Lissabonstrategie. Nederland wil in het bijzonder:
De Lissabonstrategie laten slagen. Om de Lissabondoelstelling tot realiteit te maken moeten de lidstaten doen wat zij zeggen. Dit is noodzakelijk voor de geloofwaardigheid van de strategie. Nederland wil daarom dat de Europese Raad voortgang boekt op het terrein van de liberalisatie van energiemarkten. De uitvoering van het Handvest voor kleine bedrijven moet meer aandacht krijgen. De Europese Raad van Barcelona moet richting geven aan de toekomstige inrichting van het Luxemburgproces. Niet in de laatste plaats moet de Europese Raad zorgen voor een goede integratie van de milieudimensie in de Lissabonstrategie. De Europese Raad zou moeten benadrukken dat modal shift alleen onvoldoende is om duurzaam transport te bewerkstellingen; maatregelen zijn nodig om alle vervoersmodaliteiten schoner te maken.
Aandacht voor onderwijs, onderzoek en innovatie. Dit zijn de pijlers onder
de kenniseconomie. Zij zorgen dat de Europese Unie minder gevoelig wordt
voor een verslechterende economische conjunctuur en sneller kan profiteren
van een verbeterende conjunctuur. De Europese Unie moet voortdurend
investeren in menselijke hulpbronnen. Er moet een Europese ruimte voor
onderwijs, onderzoek en innovatie komen. Hierbij hoort ook aandacht voor
biowetenschappen en breedbandinternet. De Europese Raad moet in Barcelona
besluiten nog tijdens het Spaanse voorzitterschap een oplossing te vinden
voor het gemeenschapsoctrooi.
Vergrijzing op de agenda houden. De Lissabonstrategie moet rekening houden
met de vergrijzing, de belangrijkste sociaal-economische ontwikkeling. Dat
vraagt bijzondere aandacht voor pensioenen en gezondheidszorg.
Waarschijnlijk komen er in Barcelona enkele onderwerpen ter sprake die
Nederland kritisch zal benaderen.
Frankrijk lijkt te insisteren op een kaderrichtlijn voor diensten van
algemeen economisch belang in ruil voor zijn flexibiliteit bij de
liberalisatie van de energiemarkten. Nederland is tegen een dergelijke
kaderrichtlijn aangezien het van mening is dat de huidige verdragsbepalingen
voldoen. Een kaderrichtlijn draagt bovendien het risico in zich dat door
uiteenlopende wensen van de lidstaten en het Europees Parlement een
cumulatie van vrijstellingen de mededingings- en staatssteunregels
ondergraaft.
Het voorzitterschap wil een positieve beslissing nemen over de initiële fase
van Galileo. Nederland is nooit voorstander geweest van het project, maar,
gezien het krachtenveld (en met name de huidige Duitse opstelling), is het
niet in staat besluitvorming tegen te houden. Nederland wil wel een plafond
voor de publieke financiering en zekerstelling van een strikte controle op
de kosten van dit project.
Het voorzitterschap lijkt een conclusie over Trans-Europese Netwerken te
willen trekken die vooral positief is voor het Iberisch schiereiland.
Nederland ziet geen aanleiding voor een discussie in Barcelona over de
Trans-Europese Netwerken. Zo nodig kan de Transportraad die voeren.
Onderwerpen van het gemeenschappelijk buitenlands- en veiligheidsbeleid
Midden-Oosten
De Europese Raad zal een verklaring uitgeven over het Midden-Oosten. De ER
zal met name de actuele, buitengewoon ernstige, escalatie in het
Midden-Oosten een halt toe te willen roepen. Nederland blijft de koppeling
benadrukken tussen de-escalatie en stopzetting van geweld enerzijds, en het
creëren van een politiek perspectief anderzijds. Die koppeling is ook
duidelijk gelegd in de krachtige signalen die onlangs door de EU en VS zijn
afgegeven, alsmede in de intensieve bilaterale contacten die Nederland
terzake met de betrokken partijen heeft gehad (zie de brief aan de Kamer van
11 maart 2002). Deze benadering is thans gezaghebbend vastgelegd in de zeer
belangrijke resolutie van de Veiligheidsraad, ingediend door de VS, die op
12 maart 2002 werd aanvaard. Deze eist onmiddellijke stopzetting van de
vijandelijkheden over en weer, ontvouwt de visie van een Palestijnse staat
naast Israël, en roept beide partijen op de Tenet- en Mitchell-plannen uit
te voeren.
Samen met de terugkeer van de Amerikaanse gezant Zinni naar de regio, de
steun die door de meeste Arabische landen is uitgesproken voor het
Saoedische vredesinitiatief, de hervatting van politiek overleg tussen Peres
en Abu Alaa, het loslaten door Sharon van de eis van zeven dagen rust en het
verruimen van de bewegingsvrijheid van Arafat opdat deze in staat wordt
gesteld deel te nemen aan de besprekingen over het Saoedische vredesplan op
de aanstaande Top in Beiroet, wordt aldus hopelijk het noodzakelijke
politieke momentum gegenereerd. Het is zaak dat de Europese Raad daaraan
maximaal bijdraagt. In de voorbereidingen voor de Europese Raad en tijdens
de Raad zal Nederland er scherp op toezien dat de VS en de EU inspanningen
gecoördineerd blijven verlopen, zodat deze inspanningen elkaar versterken.
Alleen langs deze weg kunnen de VS en de EU effectief samen optrekken ter
beteugeling van het geweld en de heropening van de politieke dialoog .
Zimbabwe
De Europese Raad zal naar verwachting spreken over de situatie in Zimbabwe,
in het bijzonder over de uitkomst van de presidentsverkiezingen, die op 9 en
10 maart jl. hebben plaatsgevonden. In de aanloop naar de verkiezingen
hebben zich grove onregelmatigheden voorgedaan en is sprake geweest van
zware intimidatie van de oppositie door de regeringspartij ZANU-PF van
president Mugabe. Nadat EU-waarnemers niet door Zimbabwe werden toegelaten,
heeft de EU deze teruggetrokken en gerichte sancties tegen president Mugabe
en leden van de regering genomen.
De verkiezingen zijn redelijk rustig verlopen; al hebben zich wel enkele
incidenten voorgedaan in de steden waarbij traangas en rubberen kogels zijn
gebruikt. Het lijkt er sterk op dat de Zimbabwaanse regering op
verschillende manieren heeft geprobeerd om de opkomst laag te houden. Dit
gebeurde o.a. door het aantal stembureaus in gebieden waar de
oppositiepartij MDC sterk was, sterk terug te brengen. Een uitspraak van het
Hooggerechtshof om de stembureaus een extra dag open te houden, werd maar
ten dele uitgevoerd.
De Algemene Raad heeft afgelopen maandag kort stilgestaan bij de
verkiezingen in Zimbabwe, maar een definitief oordeel over het vrije en
eerlijke verloop van de verkiezingen was (en is) nog niet beschikbaar. Wel
hebben inmiddels de Noorse en Amerikaanse waarnemers aangegeven dat zij het
verloop van de verkiezingen niet als free and fair kunnen beschouwen.
Daarentegen zijn de eerste indicatoren dat Zuid-Afrikaanse waarnemers zich
wel een positief oordeel over het verloop van de verkiezingen hebben
gevormd. President Mugabe heeft zich vandaag tot winnaar van de verkiezingen
uitgeroepen met 54% van de stemmen.
Overige onderwerpen
0,7%-norm voor ODA
Tijdens de Algemene Raad van 11 maart 2002 ist uitgebreid gesproken over de
inzet van de Europese Unie op de Conferentie Financing for Development
(FfD), die van 18 tot 22 maart 2002 in Monterrey (Mexico) zal worden
gehouden. Naast het bestaande conceptslotdocument van Monterrey, waarover op
hoofdlijnen reeds overeenstemming is, zou de EU-inzet verder moeten gaan,
met name op het gebied van de 0,7% ODA-BNP-financiering.
Nederland gaf aan ernst te willen maken met de afspraken die hierover in de slotconclusies van de Europese Raad van Laken zijn neergelegd. De EU zou zich derhalve moeten verbinden aan een duidelijk tijdpad leidend tot de 0,7% ODA-BNP in alle lidstaten in 2010. Daarnaast dient de Raad het eens te worden over een uniforme datum, waarop de helft van de norm zal zijn gerealiseerd. Slechts Zweden steunde Nederland hierin.
Andere lidstaten verwezen evenwel naar de verplichtingen die zij in het
kader van het stabiliteits- en groeipact zijn aangegaan, waardoor het
bereiken van de norm zeer moeilijk ligt. In ieder geval bleek dat de
Nederlands-Zweedse positie geen steun ondervond.
Het voorzitterschap zal een poging doen voor of tijdens de Europese Raad van
Barcelona nog een gemeenschappelijke positie te bereiken. Het hecht zeer aan
een gemeenschappelijk standpunt.
Hervorming van de Raad
De Europese Raad van Laken verzocht Secretaris-Generaal Solana voorstellen
te doen ter verbetering van het functioneren en de werkwijze van de Raad. De
heer Solana zal mondeling zijn gedachten terzake toelichten tijdens de
Europese Raad aan de hand van een notitie (zie bijlage). De Algemene Raad
zal zich vervolgens over zijn ideeën dienen te buigen.
Euromediterrane ontwikkelingsbank
De Ecofinraad van 14 maart 2002 en wellicht ook de Europese Raad zullen
spreken over de mogelijkheden voor de oprichting van een ontwikkelingsbank
voor het Middellandse-Zeegebied.
Tijdens de voorbereidende discussies in de Ecofinraad van 5 maart 2002 zijn
vier opties aan de orde geweest:
een volledig nieuwe bank
een EIB-dochter in de regio
een aparte EIB-faciliteit
versterkte samenwerking met de Middellandse-Zeelanden.
De Zuidelijke lidstaten en de Commissie hebben een voorkeur voor een nieuwe
bank (optie 1 of eventueel 2), terwijl de Noordelijke lidstaten, waaronder
Nederland, een aparte EIB-faciliteit voldoende vinden, onder andere vanwege
de hoge kosten die het opzetten van een nieuwe bank met zich meebrengen, wat
tot hogere inleentarieven voor de lenende landen zou leiden. Daarnaast zou
een nieuwe bank kunnen leiden tot concurrentie met andere IFI's, waaronder
de AfDB. Tenslotte zou het opzetten van een nieuwe bank of een EIB-dochter
tijdrovend zijn, terwijl een nieuwe EIB-faciliteit vrij snel operationeel
gemaakt kan worden. Voor Nederland niet zozeer de financiering een probleem,
als wel de absorptieproblemen in de regio.
Het voorzitterschap zal voor Barcelona nog een nieuwe nota opstellen waarin
het aantal opties beperkt zal worden. Waarschijnlijk zal Spanje aansturen op
een EIB-dochter als compromis. Indien daartegen teveel bezwaar zal bestaan,
zal wellicht de volgende constructie ter tafel komen: een nieuwe
EIB-faciliteit, die later eventueel kan uitgroeien tot een volledige
EIB-dochter in de regio. Dit laatste heeft niet de Nederlandse voorkeur,
maar zou mogelijk uiteindelijk acceptabel kunnen zijn, mits voor de
eventuele overgang naar een EIB-dochter nog aparte besluitvorming voorzien
wordt en dus geen automatisme is.
De Minister van Buitenlandse Zaken
Kenmerk 125/02
Blad /1
===