Ministerie van Buitenlandse Zaken


---

Speech door Jozias van Aartsen, minister van Buitenlandse Zaken

"Uitbreiding: een nieuw hoofdstuk in de Europese geschiedenis"

Erasmus Universiteit Rotterdam, 13 maart 2002

Inleiding: essentie van het integratieproces

Jullie hebben iets gemist. Een historisch moment in de Europese geschiedenis: de oprichting van de EG in 1957. Dat was historisch, omdat toen de basis werd gelegd voor de huidige vrede en welvaart in west-Europa.

De geestelijke vaders van de EU - Monnet en Schuman - stonden vanaf het begin eigenlijk drie dingen voor ogen: veiligheid, stabiliteit (en dan ging het bijvoorbeeld over de relatie Frankrijk-Duitsland na de Tweede Wereldoorlog) en welvaart. Precies die elementen hebben de Europese Unie sinds het begin van de Europese integratie na de Tweede Wereldoorlog gekenmerkt. De Europese Unie is in feite sinds zijn ontstaan een zone van vrede en voorspoed geweest die zijn gelijke in de geschiedenis niet kent. De Europese Unie is een veiligheidsgemeenschap in de ware zin van het woord.

Het is belangrijk om dat meteen even te zeggen want het is waar het Europese integratieproces eigenlijk om draait. Bij alle discussies over de toekomst van de Europese Unie, of over de uitbreiding, maar ook over het Europese landbouwbeleid of noem maar op, mogen we dat nooit uit het oog verliezen. En als je dat constateert, dat Europa in feite gaat over onze veiligheid en onze welvaart, dan heb je het dus eigenlijk over heel wezenlijke zaken: want welvaart, dat is werkgelegenheid; en veiligheid in brede zin, dat zijn zaken als gezondheid, voedselveiligheid en bescherming tegen criminaliteit en terrorisme. Praktische zaken, die voor de burger in Europa van belang zijn.

Alles wat we in de Europese Unie in de laatste decennia hebben gedaan is, hoe je het ook wendt of keert, bedoeld als een antwoord op concrete behoeften van burgers in de Europese lidstaten. Een paar voorbeelden:
- het Europese landbouwbeleid, dat is in de jaren vijftig opgezet om de landbouwproductiviteit te verhogen zodat er een regelmatige en voldoende voedselvoorziening zou zijn - het is nu weliswaar nodig aan herziening toe, ik kom daar straks nog op terug, maar dat was wel het uitgangspunt;
- of de Interne Markt, die hebben we gecreëerd zodat we de afzetmarkten van onze bedrijven konden vergroten en zo meer economische groei, welvaart en banen konden creëren;

- en het Europese mededingingsbeleid, dat hebben we opgezet zodat er sprake zou kunnen zijn van een eerlijke en vrije concurrentie waar bedrijven en consumenten van zouden kunnen profiteren.

Kortom, de Europese Unie en zijn ontwikkeling tot nu toe zijn een antwoord op de wensen van alle burgers in Europa. En dat moet ook altijd zo blijven. We moeten telkens opnieuw de vraag stellen: wat zijn de behoeften van Europese bedrijven, consumenten, studenten enzovoorts en hoe kan daar het beste wat aan worden gedaan. Vaak is dat op regionaal of nationaal niveau, en soms kan dat beter op Europees niveau.

Betrokkenheid burgers vergroten (Europese Conventie)

Onze steeds verder gaande samenwerking op vele beleidsterreinen - van landbouw tot asielbeleid, van milieubeleid tot buitenlands beleid - is vooral een uitstekende manier gebleken om onze veiligheid te verankeren. De integratie, het aan elkaar verbinden van onze economieën, heeft ons niet alleen rijkdom en welvaart gebracht maar ook stabiliteit en veiligheid.

De Europese integratie is tot nu toe dus zeer succesvol geweest, in allerlei opzichten. Europa bloeit. Europa is welvarend. Maar we moeten altijd weer de vraag stellen: beantwoordt Europa straks nog steeds voldoende aan de verwachtingen en de behoeften van de burgers?

Paradoxaal genoeg wordt het steeds moeilijker om die vraag überhaupt te beantwoorden. Het integratieproces gaat wel voort, maar we dreigen in Europa het contact met de burgers een beetje te verliezen. Dat is eigenlijk paradoxaal: Europa is een succes, we pakken steeds meer problemen in Europees verband aan, maar daarbij raken veel burgers steeds meer vervreemd van wat er in Brussel allemaal gebeurt. Want burgers vragen terecht: "Wat presteert u nou eigenlijk? Voor ons?"

Uitbreiding

Maar waarom zijn we nou eigenlijk gestart met het proces van uitbreiding?


1. Het waarom van de uitbreiding
Voor het beantwoorden van die vraag moeten we weer terug naar de drie doelstellingen van de Unie die ik aan het begin noemde: veiligheid, stabiliteit en welvaart. We zijn het uitbreidingsproces begonnen omdat het een unieke kans biedt om die drie zaken niet alleen binnen de Europese Unie, maar ook in de rest van Europa te waarborgen.

Voor 1989, tijdens de Koude Oorlog, was er in Europa ook sprake van stabiliteit; maar dat was stabiliteit in angst. We leefden in een bipolaire wereld waarin afschrikking het Leitmotiv was. Die situatie veranderde drastisch toen in 1989 het IJzeren Gordijn eindelijk werd opgeheven.

We kregen toen de kans om een nieuw soort stabiliteit te creëren. Eén die veel sterker zou zijn dan de stabiliteit die bestond tijdens de Koude Oorlog omdat er geen sprake was van een voortdurende explosieve dreiging. Geen stabiliteit in angst, maar in vrijheid. Uit onze eigen vrije wil.

Maar dat bleek makkelijker gezegd dan gedaan. De meeste midden- en oost-Europese landen leken een politieke -en economische- woestenij. De vreugde over de herwonnen vrijheid in oost-Europa ging gepaard met angst voor instabiliteit en conflict die heel Europa konden bedreigen. De strijd op de Balkan liet zien hoe reëel dat gevaar was en nog steeds is.

Toen hebben we in Europa gegrepen naar het beste middel dat we op voorraad hadden: de Europese integratie. We wisten hoe effectief dat kon zijn. We hebben in de jaren onmiddellijk na de Koude Oorlog de zojuist onafhankelijk geworden landen het perspectief van EU-lidmaatschap geboden. Zo zouden we hen kunnen helpen om welvaart en daarmee stabiliteit te creëren.

Dus: de Europese integratie naar het oosten richten om zo de Europese zone van vrede, stabiliteit en welvaart uit te breiden.


2. Positieve effecten

En we hebben daar heel goed aan gedaan. Het perspectief van EU lidmaatschap heeft nu al heel positieve effecten buiten de grenzen van de Unie. Het geeft een ongekende impuls aan de hervormingen in de landen van midden- en oost-Europa die kandidaat zijn voor toetreding. Na jaren van Koude Oorlog krijgt Europa zijn kleur en diversiteit terug.

Het uitbreidingsproces helpt de voormalige communistische landen om stabiele democratieën te verankeren, met functionerende markteconomieën en welvaart voor hun burgers.

Maar de uitbreiding is niet alleen in hun belang, ook in het onze. Economisch, omdat hij bedrijven en investeerders uit de EU zeker nieuwe kansen zal bieden. Nu al zijn zij heel actief in deze regio, maar de uitbreiding zal dit een extra impuls geven. Vergeet niet dat de EU straks de grootste interne markt ter wereld zal worden. Dat is niet alleen gunstig voor onze exportgerichte economie, maar ook voor Nederlandse consumenten: hoe groter de markt, hoe groter het aanbod en hoe lager de prijzen.

Maar bovenal is de uitbreiding in ons politieke eigenbelang. Hij biedt ons de gelegenheid om stabiliteit uit de Europese Unie te exporteren, in plaats van instabiliteit en conflicten te importeren.
Kortom, de uitbreiding van de Unie heeft dus zowel een politiek als een economisch doel:

- economisch: de uitbreiding betekent dat het aantal lidstaten toeneemt en daarmee de grootte van de interne markt en het economische potentieel van de Unie als geheel;

- en politiek: de uitbreiding betekent dat we stabiliteit exporteren naar delen van Europa waar die tot nu toe niet is geweest.

Je ziet dus dat de Europese integratie opnieuw een antwoord biedt op die oorspronkelijke behoefte: de behoefte aan welvaart en stabiliteit, aan veiligheid op ons continent. Die motivatie vormt de motor achter het uitbreidingsproject. Daar gaat het uiteindelijk allemaal om.


3. Waar staan we

Waar staan we nu precies in het uitbreidingsproces? Tot begin dit jaar zijn de uitbreidingsonderhandelingen een traag en technisch proces geweest. We hebben ons ook zelf moeten voorbereiden op een grotere Unie. Daarom zijn we in Nice interne hervormingen overeengekomen om onze besluitvormingsprocedures efficiënter en tegelijk democratischer te maken. Ik zei het al: de uitbreiding zal het aanzien van de Unie aanzienlijk veranderen. Dat heeft ook consequenties voor hoe we besluiten nemen.

Voor onze onderhandelingen met de kandidaat-lidstaten hebben we een 'road map' afgesproken. De onderhandelings-agenda, zeg maar. Alle dossiers waarover onderhandeld moet worden hebben we ingedeeld in een aantal 'hoofdstukken', die elk een ander beleidsterrein van de Unie omvatten. Met veel kandidaten zijn de meeste hoofdstukken inmiddels afgerond. Maar er staan er nog steeds een paar open die dit jaar moeten worden afgesloten (een daarvan is het landbouw-hoofdstuk).

Ons doel is om de onderhandelingen met de verst gevorderde landen eind dit jaar af te ronden. Maar kernbegrip in het uitbreidingsproces is niet alleen 'snelheid', het is ook 'kwaliteit'. De kans is groot dat we de eerste nieuwe toetreders al in 2004 zullen kunnen verwelkomen, maar ze zullen wel aan de voorwaarden -economisch èn politiek- moeten voldoen.

Om voor EU toetreding in aanmerking te komen moeten alle kandidaat-lidstaten aan stricte criteria voldoen. Wat moeten ze hebben:
- een functionerende democratie;

- een concurrerende markteconomie;

- en overname en uitvoering van het acquis (i.e. alle bestaande EU wetten en regels).


4. Geen vrijkaartjes

Kwalificeert een kandidaat eenmaal voor lidmaatschap, dan is hij ook volledig lid en heeft hij dezelfde rechten en plichten als de overige lidstaten. Er bestaat niet zoiets als een tweederangs EU-lidmaatschap. Maar er zijn ook geen vrijkaartjes. We gaan niet marchanderen over de toetredingscriteria. Dat zou in niemands belang zijn. Want als de nieuwe lidstaten eenmaal zijn toegetreden moeten ze in staat zijn om de lasten van het lidmaatschap te dragen om er ook de vruchten van te kunnen plukken. Zonder een volledig functionerende markteconomie zouden hun bedrijven bijvoorbeeld niet in staat zijn om in de interne markt te concurreren. Ze moeten hun lidmaatschap dus volledig kunnen vervullen.

Toenemende externe rol EU

Dat is belangrijk, juist nu de Europese Unie steeds meer gewicht krijgt op het internationale toneel. We moeten ons er terdege van bewust zijn dat de uitbreiding onze groeiende politieke verantwoordelijkheid nog meer zal vergroten. De grenzen van de Unie zullen nog verder komen te liggen. Dat zal ons niet alleen nieuwe kansen opleveren, het zal ons ook confronteren met nieuwe realiteiten. Het zal de positie van de Unie op ons continent en in de wereld aanzienlijk veranderen. Meer politieke verantwoordelijkheid.

De Europese Unie is al lang niet meer alleen economie. De Unie is ook buitenlandse politiek. We zijn de laatste jaren echt hard op weg naar een goed functionerend gemeenschappelijk buitenlands- en veiligheidsbeleid. Je moet dat even goed tot je laten doordringen: vijftien lidstaten, elk met hun eigen tradities, achtergronden en vooral: belangen, die steeds meer gezamenlijk naar buiten optreden. In de relaties met landen buiten Europa en ook in conflicten en internationale crises.

Naarmate het politieke gewicht van de Unie toeneemt krijgt Europa ook meer kansen en meer verantwoordelijkheid ten aanzien van de rest van de wereld. Die wereld heeft een sterk Europa nodig. Van de Unie wordt terecht een grotere bijdrage verwacht aan het handhaven van vrede en veiligheid in Europa en daarbuiten. Net zoals van de Unie wordt verwacht dat hij bijdraagt aan een vrij en eerlijk internationaal handelssysteem. We moeten dus niet alleen met onszelf (met de Unie) bezig zijn maar net zo goed met de buitenwereld, met de externe dimensie van de Unie. Daarvoor moet Europa eensgezind naar buiten kunnen optreden. Daarom is de verdere ontwikkeling van ons Gemeenschappelijk Buitenlands- en Veiligheidsbeleid van eminent belang. Als we dat goed op orde hebben, met goede instrumenten, kunnen we ook assertiever worden op het diplomatieke toneel. Kijk bijvoorbeeld naar de Balkan en Macedonië: dat zijn goede voorbeelden van effectief opereren van de Europese Unie.

Tijd voor hervormingen (Nederlandse agenda)

We zien dus dat de Europese Unie zal worden verrijkt met een aantal nieuwe lidstaten waarmee niet alleen ons economische, maar ook ons politieke gewicht zal toenemen.

Maar de uitbreiding zal ook gevolgen hebben binnen de Europese Unie zelf. Daarom moeten we op sommige beleidsterreinen nu al de nodige hervormingen inzetten. Dat geldt vooral voor het Europese landbouwbeleid en de Europese structuurfondsen. Het is geen kwestie van nieuwe voorwaarden stellen aan de uitbreiding, want die gaat gewoon door. het is een kwestie van voorkomen dat ons beleid na de uitbreiding ontspoort. We moeten voorkomen dat de uitgebreide Unie wordt opgezadeld met de minder goede erfenissen van bijna vijftig jaar EU-beleid.
Daarom wil Nederland dat er, parallel aan de uitbreidingsonderhandelingen, dit jaar al een serieus begin wordt gemaakt met de hoognodige hervorming van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid en het Europese structuurbeleid. In het landbouwbeleid moet worden gestreefd naar marktconformiteit. Er is meer marktwerking nodig en in het algemeen een modernisering. We moeten het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid hervormen, gewoon omdat anders op de lange termijn de EU-begroting onhoudbaar wordt. Nogmaals: daarmee willen we geen nieuwe obstakels opwerpen in de onderhandelingen met de kandidaat-lidstaten, integendeel. Wat we wel willen is voorkomen dat als de nieuwe lidstaten eenmaal zijn toegetreden iedere verdere hervorming van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid onmogelijk wordt. Daarom moet nog voor de uitbreiding, dus dit jaar, het traject voor hervorming van het landbouwbeleid worden ingezet.

Dat geldt ook voor het Structuurbeleid. Er moet een einde komen aan de geldstromen uit de structuurfondsen naar relatief rijke lidstaten. Die fondsen zijn bedoeld voor de armste landen binnen de Unie en niet anders.

In deze discussies over hervormingen speelt geld dus een grote rol. De Nederlandse toewijding aan het Europese integratieproces is onverminderd, want het heeft ons grote voordelen gebracht en dat zal zeker zo blijven. Maar zoals ik in het begin zei: we moeten ons beleid altijd beoordelen aan de hand van de wensen en behoeften van de burgers. Elk Nederlands kabinet moet staan voor de belangen van zijn burgers. Die betalen nu netto meer aan de EU dan burgers uit andere lidstaten. De Europese integratie heeft ons veel voorspoed en welvaart gebracht, maar het is ook heel legitiem om te kijken naar de kosten en de relatieve Nederlandse bijdrage. Die afweging speelt net zo goed een rol in de uitbreidingsonderhandelingen als in andere activiteiten van de EU.

Het is heel eenvoudig: naarmate we meer moeten betalen gaan we geld ook belangrijker vinden en komen kosten en baten hoger op de agenda van de lidstaten. Daarom denk ik dat ook los van de komende verkiezingen en de uitslag daarvan voor elk Nederlands kabinet onze netto-betalingspositie in de EU belangrijk zal blijven. Het is zeg maar een belangrijke meetlat die we langs het Europese integratieproces zullen leggen.

Slot

Dat was een aantal opmerkingen over het uitbreidingsproces. Jullie zitten daar nu midden in. Jullie maken dat zelf mee. Dat zal de komende jaren ook zo blijven. Hier op de universiteit, of later als je een baan hebt. Hier of elders in het buitenland.

===