Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu

Bilthoven, 13 maart 2002

PB06/02

Milieudoelen vragen aanscherping mestbeleid
met onderscheid naar plaats en tijd

Het Mineralenaangiftesysteem (MINAS) blijkt een effectief instrument dat boeren stimuleert om de milieubelasting door dierlijke mest en kunstmest te beperken. Omdat het systeem nog relatief kort van kracht is, zijn duidelijke milieueffecten nog niet waarneembaar. Voor het realiseren van de milieudoelstellingen en het verminderen van de emissies vanuit de landbouw is verdere aanscherping van de verliesnormen noodzakelijk.

Vanaf 1998 is het Mineralenaangiftesysteem (MINAS) ingevoerd. Hierbij wordt per bedrijf bijgehouden hoeveel fosfaat en stikstof wordt aan- en afgevoerd. Tussen deze aan- en afvoer van mineralen mag een vastgestelde marge zitten, de verliesnorm. Per 1 januari 2003 is een aanscherping voorzien van de verliesnormen in de Meststoffenwet.

Het Milieu- en Natuurplanbureau van het RIVM heeft in samenwerking met de instituten Alterra, LEI, PRI, PPO, PV, RIZA en RIKZ, onderzocht wat de milieukundige en de sociaal-economische gevolgen hiervan zijn. Ook zijn de effecten van het MINAS tussen1998 en 2000 geëvalueerd. Dit op verzoek van de Ministers van LNV, VROM en VenW. De resultaten zijn samengevat in het rapport "MINAS en Milieu: Balans en Verkenning".

MINAS

Vanuit milieukundig en landbouwkundig oogpunt is de MINAS-systematiek een goed systeem; de verliezen vanuit de landbouw naar het milieu worden zichtbaar gemaakt. MINAS blijkt een goed instrument te zijn om stikstof- en fosfaatverliezen in de landbouw te verlagen. Vooral in de melkveehouderij zijn de overschotten gedaald.

Voor de varkens- en pluimveehouders zijn de kosten van mestafzet sterk gestegen. De intensieve veehouderijbedrijven met een mineralenoverschot moesten hierover in 2000 gemiddeld 4.500 euro heffing betalen.

In het oppervlaktewater zijn de stikstof- en fosfaatconcentraties gedaald, maar deze liggen gemiddeld nog een factor twee boven de norm. De emissies vanuit de landbouw zijn in de afgelopen jaren nagenoeg constant gebleven. De concentratie nitraat (een vorm van stikstof) is in zandgronden in het bovenste grondwater zijn ook gedaald maar nog ruim een factor twee boven de norm. Duidelijke effecten van het MINAS voor het milieu zijn vanwege de korte looptijd hiervan nog niet te verwachten.

Toekomstige verliesnormen

Eén van de vragen is of de verliesnormen voor droge zandgronden in 2003 moeten worden aangescherpt. Op deze gronden wordt stikstofbeleid met name gevoerd ter bescherming van de kwaliteit van het grondwater, waar een nitraatnorm voor drinkwater geldt van 50 mg per liter.

Door aanscherping van de verliesnormen naar de voorziene normen voor 2003 zal naar verwachting nog op 70% van de droge zandgronden de nitraatnorm in het bovenste grondwater overschreden worden. Nu is dit in ongeveer 90% van deze gronden het geval. De concentratie nitraat zal overal dalen, maar deels nog boven de norm blijven. Er treedt dus een duidelijke verbetering op.

Op weg naar het diepere grondwater kan nitraat nog worden afgebroken. Hierdoor is de nitraatconcentratie in het diepere grondwater lager dan in het bovenste grondwater. Op grond hiervan kan overwogen worden de diepte waarop aan de gezondheidskundige norm getoetst wordt te herzien, omdat het diepe grondwater maatgevend zou moeten te zijn.

Voor bedrijven op droge gronden, waar volgens de huidige wet in 2003 scherpere normen zullen gelden dan op de overige gronden, bedragen de kosten van aanscherping van de stikstofverliesnormen gemiddeld 1.000 euro. Voor bedrijven op overige gronden kost de aanscherping gemiddeld 500 euro.

Aanscherping van de fosfaatverliesnormen naar de voorziene norm van 2003 heeft vooral economische gevolgen voor de intensieve veehouderij. Er ontstaat hierdoor waarschijnlijk een landelijk mestoverschot van 4 miljoen kg fosfaat in 2003.

Door de toegenomen spanning op de mestmarkt moeten de intensieve veehouders naar verwachting jaarlijks zo'n 5.000 à 9.000 euro extra betalen aan mestafzetkosten, nog afgezien van de kosten voor mestafzetovereenkomsten. De economische levensvatbaarheid van een groot aantal bedrijven komt hierdoor in gevaar. De gevolgen hiervan raken ook de toeleverende en verwerkende industrie.

Het onder MINAS brengen van kunstmestfosfaat is een mogelijkheid om tegen lage kosten de fosfaatbelasting sterk terug te brengen.

Langere termijn

Verdere aanscherping van de fosfaatverliesnormen is nodig voor een ecologisch herstel van het oppervlaktewater. Dit herstel zal echter pas op de lange termijn zichtbaar worden.

De aanscherping van de verliesnormen brengen grote sociaal-economische gevolgen met zich mee. Verder worden de landbouw-economische mogelijkheden sterk bepaald door het toekomstige EU-landbouwbeleid, inclusief de uitbreiding met Oost-Europese lidstaten. Ook de milieudoelstellingen beperken de economische
(uitbreidings)mogelijkheden, maar vergemakkelijken de inpassing en rol van de landbouw binnen natuur en groene ruimte.

EINDE BERICHT

Noten voor de redactie:

De rapporten zijn beschikbaar op internet onder www.rivm.nl/milieu

Voor meer informatie kunt u terecht bij de afdeling Communicatie van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM).
Postbus 1 (Antonie van Leeuwenhoeklaan 9)
3720 BA Bilthoven
Telefoon 030-274 2560/4288
Fax 030-274 4471
E-mail: info@rivm.nl