Nationaal Dubo Centrum

vrijdag 15 maart 2002

Lijsttrekkers geven visie op de bouw tijdens Nationaal Bouwcongres

Op 13 maart jongsleden hebben de lijsttrekkers van de vijf grootste politieke partijen tijdens het 'Nationaal Bouwcongres verkiezingen 2002' hun visie gegeven op de bouw. Aan de hand van 14 vragen, verdeeld over vier thema's, hebben de PVDA, VVD, CDA, D66 en Groenlinks hun ideeën weergeven over de presenteerde onderwerpen. Duurzaam bouwen kwam in het programma aan de orde bij de vraag over 'bouwkwaliteit'. Het Nationaal Dubo Centrum was benieuwd wat de bouw kan verwachten van deze vijf partijen op het gebied van duurzaam bouwen.

Dit verslag richt zich specifiek op milieugerelateerde onderwerpen en geeft aan wat de bouw wel of niet van de politieke partijen kan verwachten met betrekking tot onder meer duurzaam bouwen, natuur en milieu, groen, leefbaarheid en mobiliteit. De lijsttrekkers geven hun visies in volgorde van presentatie tijdens het congres. Het integrale verslag van het congres is te vinden op de site van het Bouwcongres.

PVDA
Melkert wil meer investeren in fijnmazigheid van de infrastructuur voor het openbaar vervoer, betere benutting van de wegen, en natuur en milieu. Er moet bij de ruimtelijke ordening een betere scheiding van beslagleggende functies komen en de verrommeling moet worden tegengegaan. Steden moeten vitaal worden (de vernieuwing van de na-oorlogse bouw is een onderschatte behoefte) en zowel in de stad als op het platteland moet de ruimte intensief worden gebruikt. Voor de mobiliteit moeten er technische oplossingen komen (zoals de oplossingen bij de gedeeltelijke afsluiting van de A-10 afgelopen zomer). De volkshuisvesting moet een antwoord geven op het beleid tot nu toe van kwantitatief aanbod.

D66
De Graaf vindt dat door de hoge bevolkingsdichtheid en het daaruit voortvloeiende dichtheid van de bewoning het ruimtegebruik een gevarieerd beeld moet opleveren, wil de leefomgeving aantrekkelijk blijven. Het onderscheid tussen stad en platteland moet strak blijven, zodat geen verrommeling ontstaat, maar er rust en groen komt. D66 wil flink investeren in natuurontwikkeling, de ecologische hoofdstructuur en nieuwe natuur. De groei van de economische activiteiten en de huisvesting van de bevolking moet binnen de stadsgrenzen plaatsvinden. Meervoudig ruimtegebruik door innovaties, kwaliteit en creativiteit moet worden gestimuleerd voor wonen, economie, goederenvervoer en infrastructuur. Concreet wil De Graaf: binnenstedelijke vernieuwing, meer groen, betere ontsluiting, veiligheid, mooie architectuur (de menselijke maat: mensen moet zich thuis voelen in leefomgevingen) en een uitnodigende omgeving. De bewoner moet zelf de vormgeving kunnen bepalen van het gebouw, de straat en de buurt. Particulier opdrachtgeverschap is een belangrijk onderwerp. Mobiliteit betekent niet meer asfalt, maar betere benutting en openbaar vervoer (rondje Randstad)

CDA
Balkenende stelt dat de bouw voor interessante opgaven staat, zoals inspelen op de behoefte aan kwaliteit en duurzaamheid. Door het gebrek aan ruimte worden er creatieve oplossingen komen zoals drijvende wijken. In de stedelijke vernieuwing moet een verschuiving komen van seriematig bouwen naar bouwen met aansluiting op de wens van de bewoner om verpaupering tegen te gaan en kwalitatieve binnensteden te krijgen. Hiervoor moet de regelgeving worden vereenvoudigd.

Groenlinks
Rosenmöller is voorstander van maatschappelijk ondernemen, waardoor de bouw een bijdrage kan leveren aan het internationale milieubeleid en het internationale sociale beleid. Op het gebied van mobiliteit (lucht, wegen, NS) is weinig bereikt. Meer asfalt is een verkeerde keuze; de oplossing is betere benutting en een prijs bepalen op basis van het (schaarse) aanbod. Hoewel milieu als abstract onderwerp uit is, is milieu nog steeds een onderwerp in de zin van groen, recreatie en kwalitatief wonen. Rosenmöller miste dan ook het onderwerp duurzaam bouwen op dit congres, aangezien er volgens hem een duidelijke behoefte bij de mensen is en dat hiervoor ook de financiële mogelijkheden zijn. Dit is haalbaar door de subsidieregeling en de welvaart in Nederland, waardoor mensen geld over hebben voor kwaliteit.

VVD
Dijkstal gaf aan dat de bevolking van Nederland hoog opgeleid is en dat dit betekent dat er meer vraaggestuurd beleid moet komen: minder overheid en meer ruimte voor de consument, zodat die zelf kan kiezen en bepalen. Voor de bouw betekent dit dat particulier opdrachtgeverschap verder moet worden gestimuleerd en dat er meer differentiatie en keuze in de bouw moet komen. De infrastructuur moet verder worden verbeterd door hierin meer te investeren. De provincies moet vanuit de Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening een meer sturende rol krijgen voor de verdeling tussen rood (wonen en werken) en groen; de gemeenten zijn vervolgens belast met de invulling.