FNV
13 misverstanden over de WAO
Toelichting
Misverstand 1: Het SER WAO-akkoord bestaat uit een aantal losse,
afzonderlijke onderdelen, die nog kunnen worden bijgesteld.
Misverstand 2: Op dit moment is de verstandigste opstelling helemaal
nog niets te veranderen in de WAO, maar te wachten op de effecten van
de Wet Verbetering Poortwachter.
Misverstand 3: De verhoging van de WAO-uitkering (naar 75 procent
geïndexeerd middelloon over de laatste drie jaar) zal leiden tot een
enorme stormloop op de nieuwe WAO.
Misverstand 4: Werknemers met psychische aandoeningen kunnen straks
geen beroep meer doen op de WAO.
Misverstand 5: Het akkoord leidt er toe dat grote groepen werknemers
in de Bijstand komen.
Misverstand 6: Keuringsartsen kunnen niet uit de voeten met het
voorgestelde arbeidsongeschiktheidscriterium.
Misverstand 7: Het voorgestelde stelsel van ziekte- en
arbeidsongeschiktheidsregelingen kent geen financiële prikkels meer
die op de werkgever zijn gericht (bedrijfsspecifieke lasten), omdat de
PEMBA-prikkel wordt afgeschaft.
Misverstand 8: Het voorstel om niet aan te vullen in het tweede
ziektejaar is een inbreuk op de onderhandelingsvrijheid en op de
bestaande bovenwettelijke aanvullingsregelingen.
Misverstand 9: Met de nieuwe voorstellen moet een forse bezuiniging
worden bereikt.
Misverstand 10: De maatregelen gericht op de werkgevers gaan niet
tegelijk in met die gericht op de werknemers, dus er is geen sprake
van gelijk oversteken.
Misverstand 11: We kunnen beter wachten met het verhogen van de
uitkeringen voor duurzaam arbeidsongeschikten tot de effecten van de
overige maatregelen duidelijk zijn.
Misverstand 12: Er zijn goede alternatieven voor het SER-voorstel.
Misverstand 13: De SER ziet van alles over het hoofd. Preventie blijft
helemaal buiten beeld, en over de positie van flexwerkers wordt niets
gezegd.
Toelichting
Op vrijdag 18 januari kwam in de Sociaal Economische Raad (SER) het
onderhandelaarsakkoord tot stand
'Regelingen bij ziekte, arbeidsbeperkingen en arbeidsongeschiktheid -
voorstellen op hoofdlijnen'. Zoals te verwachten was heeft dit akkoord
in de publiciteit en natuurlijk ook binnen de eigen FNV-achterban veel
aandacht gekregen.
De reacties blijken zeer uiteenlopend.
Uit de ene hoek komt het geluid, dat het WAO-plan extra geld gaat
kosten, omdat rechten worden verbeterd en werkgeversprikkels afnemen,
en dat zodoende de instroom in de WAO alleen maar zal toenemen.
Aan de andere kant van het spectrum hoor je dat rechten worden
verslechterd, de toegang tot de WAO zo goed als onmogelijk wordt
gemaakt, en dat grote groepen arbeidsongeschikte werknemers op de
Bijstand aangewezen raken.
Kortom: veel misverstanden die vragen om verheldering.
Deze notitie gaat in op de meest verbreide misverstanden die we in de media en vakbondsvergaderingen zijn tegengekomen.
Voor we dat doen, is het goed eerst een paar algemene opmerkingen te
maken over een aantal hoekstenen die aan het SER-akkoord over de WAO
ten grondslag liggen.
De voorstellen zijn bedoeld om tot een cultuuromslag te komen. Ze
vertrekken vanuit een én-én-aanpak: zo sterk mogelijk gericht op
reïntegratie waar dat tot de mogelijkheden behoort én een verbeterde
inkomensbescherming wanneer sprake is van duurzame
arbeidsongeschiktheid.
Daarmee wordt tegemoet gekomen aan de breed gedragen maatschappelijke
opvatting, dat in de huidige WAO de volledig duurzame onvermijdbare
arbeidsongeschiktheid niet voldoende goed is verzekerd, maar dat
tegelijkertijd het beroep op de WAO te groot is, omdat er ook
werknemers in terecht komen, die bij een goed preventie- en
reïntegratiebeleid - dit mede bevorderd door goede werkgevers- en
werknemersprikkels - niet volledig en blijvend op de WAO aangewezen
hadden hoeven raken.
omhoog
Misverstand 1
Het SER WAO-akkoord bestaat uit een aantal losse, afzonderlijke
onderdelen, die nog kunnen worden bijgesteld.
Nee, het akkoord is een evenwichtig bouwwerk waarin alles met alles
verbonden is. Het WAO-akkoord moet erop beoordeeld worden of sprake is
van een goed evenwicht tussen enerzijds voldoende inkomensbescherming
en anderzijds stimulansen gericht op preventie en reïntegratie.
Tegelijkertijd heeft het onderhandelingsproces in de SER geleid tot
een evenwicht in de belangen van werkgevers en werknemers.
Wie aan één steen uit dit bouwwerk wrikt, trekt alles los.
Natuurlijk zijn voorstellen denkbaar die op onderdelen voor een betere
inkomensbescherming zorgen. En natuurlijk kunnen de
reïntegratieprikkels voor werkgevers en werknemers nog worden
versterkt. Maar dan steeds binnen de totale samenhang van dit akkoord,
en niet als afzonderlijke losse elementen.
omhoog
Misverstand 2
Op dit moment is de verstandigste opstelling helemaal nog niets te
veranderen in de WAO, maar te wachten op de effecten van de Wet
Verbetering Poortwachter.
De Wet Verbetering Poortwachter (die op 1 april ingaat) is een
verbetering, maar bij lange na niet toereikend om tot een fundamentele
beleidsombuiging te komen in de WAO-instroom. Die instroom is ook in
2001 alleen maar weer verder toegenomen. Dat vraagt om een echte
cultuuromslag. In het SER-voorstel wordt niet de lijn gekozen van
zomaar bezuinigingen of op een gemakkelijke manier het aantal WAO'ers
terugdringen. In plaats daarvan wil de SER een ontwikkeling op gang
brengen waardoor alle partijen, door de vormgeving van het nieuwe
stelsel, op hun verantwoordelijkheden gewezen worden, om ze op die
manier aan te zetten tot ander gedrag.
Dus: nu niet wachten, maar het WAO-dak repareren terwijl de zon
schijnt, nu de overheidsfinanciën op orde zijn, de arbeidsparticipatie
hoog is en de werkloosheid laag.
omhoog
Misverstand 3
De verhoging van de WAO-uitkering (naar 75 procent geïndexeerd
middelloon over de laatste drie jaar) zal leiden tot een enorme
stormloop op de nieuwe WAO.
Dit zal niet gebeuren, daarvoor is de drempel veel te hoog. Om straks
voor een WAO-uitkering in aanmerking te komen, moet namelijk eerst
sprake zijn van duurzaam volledige arbeidsongeschiktheid, die op grond
van medisch-objectieve indicatoren voorzienbaar langdurig is, zodanig
dat binnen een termijn van vijf jaar geen mogelijkheid tot enig
herstel kan worden verwacht. Daaraan gekoppeld doet de SER voorstellen
om te komen tot een striktere, en minder willekeurige keuringspraktijk
(onder andere dubbele keuring en werken met standaardprognoses).
Anders dan in de voorstellen van de Commissie Donner blijft in het
SER-akkoord voor gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers een goede
inkomensbescherming bestaan via de loonaanvullingsregeling. Deze biedt
in samenhang met inkomen uit arbeid een betere inkomensbescherming dan
de WAO. Dat wil zeggen dat de optelsom van loon en loonaanvulling meer
oplevert dan 75 procent. Als iemand bijvoorbeeld nog maar de helft van
zijn uren kan werken, en daarmee 50 procent verdient, komt daar 70
procent van de andere helft als loonaanvulling bij (35 procent).
Opgeteld is dat 85 procent.
Werken loont derhalve, in het nieuwe stelsel. Het Centraal Planbureau
heeft intussen erkend dat de voorstellen er toe zullen leiden dat meer
mensen aan het werk komen of blijven.
Bedenk hierbij dat ook in de nieuwe WAO langdurig arbeidsongeschikten
niet alleen nog steeds een kwart van hun inkomen kwijtraken, maar
bovendien hun hele verdere carrière mislopen. Wie deze WAO tot
'hoofdprijs' uitroept, zoals dat hier en daar gebeurt, geeft blijk van
een verwrongen kijk op de werkelijkheid.
omhoog
Misverstand 4
Werknemers met psychische aandoeningen kunnen straks geen beroep meer
doen op de WAO.
Klopt niet. Waar de SER-voorstellen een eind aan willen maken, is de
'goedbedoelde verwaarlozing' waar nu vaak sprake van is. Die zorgt er
voor, dat mensen volledig arbeidsongeschikt worden, terwijl dat
voorkomen had kunnen worden.
Zoals bij zoveel aandoeningen geldt ook voor een groot aantal
psychische klachten, dat ze, mits tijdig herkend en behandeld, binnen
een jaar of vijf zullen genezen. Maar er is ook een categorie van
psychische aandoeningen die tot volledige duurzame
arbeidsongeschiktheid kan leiden. Als voorbeelden worden vaak
schizofrenie en manische depressiviteit genoemd. En bij de
aandoeningen die niet leiden tot duurzame arbeidsongeschiktheid denkt
iedereen meteen aan overspannenheid en burn-out. Toch is ook zo'n
algemene conclusie niet op z'n plaats. Ook een depressie kan genezen,
en wat begint met overspannenheid, kan een leven compleet verwoesten.
Het gaat om de chroniciteit, de duurzaamheid van de klachten. Als een ernstige burn-out leidt tot blijvende beperkingen in de belastbaarheid, kan het nieuwe systeem toegepast worden. Maar meestal zal het in dit geval om gedeeltelijke arbeidsongeschikheid gaan. Deze categorie kan zonder meer in aanmerking komen voor een loonaanvulling.
Deskundigen schatten de groep duurzaam arbeidsongeschikten op circa 15
procent van het totaal aan mensen die vanwege psychische aandoeningen
niet kunnen werken.
omhoog
Misverstand 5
Het akkoord leidt er toe dat grote groepen werknemers in de Bijstand
komen.
Nee, het is eerder omgekeerd: een belangrijke groep mensen komt niet
meer in de Bijstand terecht, maar krijgt een individuele uitkering op
minimumniveau. Het grote verschil met de Bijstand is dat niet gekeken
wordt naar vermogen of naar het inkomen van de partner. Hierbij gaat
het om de categorie die tussen 35 en 80 procent arbeidsongeschikt is.
Mensen die minder dan 35 procent arbeidsongeschikt zijn, kunnen in
principe nog wel in de Bijstand terechtkomen, maar het hele systeem is
er nu juist op gericht dat deze groep in dienst blijft bij de
werkgever, of naar ander werk bemiddeld wordt.
omhoog
Misverstand 6
Keuringsartsen kunnen niet uit de voeten met het voorgestelde
arbeidsongeschiktheidscriterium.
Het SER-akkoord besteedt veel aandacht aan verbetering van de
keuringspraktijk. De nadruk op duurzame arbeidsongeschiktheid (in
samenhang met verlenging van de WULBZ-periode) is vooral bedoeld om
werkgevers en werknemers tijdig op reïntegratie te kunnen aanspreken
in die gevallen waar dat zin heeft.
Daarnaast worden allerlei andere voorstellen gedaan voor een
striktere, minder willekeurige en daarmee ook beter toetsbare
keuringspraktijk. Door de keuringsartsen alleen de keuring voor de
nieuwe WAO te laten doen, wordt hun werkdruk een heel stuk lager. Zo
komt tijd en capaciteit vrij voor een grotere zorgvuldigheid en meer
aandacht voor individuele gevallen.
Bedacht moet worden dat het criterium voor arbeidsongeschiktheid als
zodanig niet verandert. 'Medisch-objectief' is nu ook al het bepalende
aspect. Het nieuwe element is de duurzaamheid.
omhoog
Misverstand 7
Het voorgestelde stelsel van ziekte- en
arbeidsongeschiktheidsregelingen kent geen financiële prikkels meer
die op de werkgever zijn gericht (bedrijfsspecifieke lasten), omdat de
PEMBA-prikkel wordt afgeschaft.
De PEMBA-prikkel verdwijnt, maar in plaats daarvan komt een aantal
nieuwe bedrijfsspecifieke lasten als gerichte prikkels voor de
werkgever. Allereerst is de werkgever verantwoordelijk voor de
financiering van de (70 procents-)uitkering in het tweede ziektejaar,
het dubbele van het huidige WULBZ-jaar. Bovendien kan die periode nog
eens voor onbepaalde tijd verlengd worden, als de werkgever echt
nalatig is bij het aanbieden van aangepast werk.
Daar komt bij de loonaanvullingsverzekering voor gedeeltelijk
arbeidsongeschikte werknemers (tussen 35 en 80 procent
arbeidsongeschikt). Deze verzekering zal op rentedekkingsbasis
afgefinancierd gaan worden.
Voor de werknemers die minder dan 35 procent arbeidsongeschikt zijn,
is het beleid gericht op behoud van het dienstverband. Ook dit zal
leiden tot bedrijfsspecifieke lasten. In het akkoord is verder
vastgelegd dat geen sprake kan zijn van afwenteling van kosten naar de
WW. Dit onderdeel moet nog wel verder worden uitgewerkt.
De optelsom van deze bedrijfsspecifieke lasten komt qua omvang overeen
met de oude PEMBA-prikkel, maar is wel beter samengesteld en afgestemd
op vooral het bevorderen van reïntegratie. PEMBA verdwijnt en een
beter vormgegeven bedrijfsspecifieke prikkel komt er voor in de
plaats.
Daaraan gekoppeld zijn er ook betere mogelijkheden om de preventie,
reïntegratie en de hele ziekteverzuim- en
arbeidsongeschiktheidsbegeleiding voor tijdelijk en gedeeltelijk
arbeidsongeschikten in één hand te brengen. Dit zal leiden tot een
betere begeleiding en reïntegratie, juist voor de werknemers waar dit
het sterkst van belang is. Het SER-compromis leidt vergeleken met de
huidige situatie dus tot betere prikkels in financiering en
uitvoering.
omhoog
Misverstand 8
Het voorstel om niet aan te vullen in het tweede ziektejaar is een
inbreuk op de onderhandelingsvrijheid en op de bestaande
bovenwettelijke aanvullingsregelingen.
Tussen het huidige eerste ziektejaar en het huidige eerste WAO-jaar
wordt in het SER-voorstel een nieuw tweede ziektejaar ingevoegd. Hier
spitst de discussie over aanvullingen zich op toe.
De SER wil niet via wettelijke maatregelen de mogelijkheden inperken
om bovenwettelijke maatregelen te treffen bij ziekte of
arbeidsongeschiktheid. Dat soort maatregelen zou trouwens ook al snel
in strijd kunnen zijn met internationale bepalingen over het
grondrecht van de vrijheid van onderhandelen.
Wel stelt de SER voor om af te spreken dat in dit tweede jaar het loon
bij ziekte niet meer wordt aangevuld. Het gaat dus om een vrijwillige
maatregel, als afspraak tussen de betrokken partijen, die de
contractvrijheid niet aantast.
De CAO-coördinatie tussen vakcentrale en bonden laat zien dat een
systeem met vrijwillige afspraken prima kan werken. In samenspraak met
de bonden legt de vakcentrale een maximum vast voor de loonstijging,
en de bonden houden zich daaraan in de onderhandelingen. Een ander
voorbeeld zijn de afspraken in de Stichting van de Arbeid over
kostenbeheersing in het pensioenstelsel, die zijn vastgesteld in een
convenant met de overheid.
Het SER-akkoord onderkent dat sprake moet zijn van een evenwichtige
verantwoordelijkheidsverdeling tussen werkgevers en werknemers bij
ziekte en arbeidsongeschiktheid. Het nieuwe tweede ziektejaar heeft
als doel de verantwoordelijkheid van de werkgever voor preventie en
reïntegratie te versterken.
In de huidige situatie staat de reïntegratie in het eerste WAO-jaar
(straks het tweede ziektejaar) op een erg laag pitje. Dit jaar is veel
te vaak doorgangshuis naar volledige arbeidsongeschiktheid. Dit
straalt ook uit naar het eerste ziektejaar. Vaak zwakken zelfs al
vanaf de zesde maand de reïntegratieinspanningen geleidelijk af, en
stelt iedereen zich in op de WAO als onontkoombaar eindpunt. Juist
hier is een grote mentaliteitsverandering nodig. Dan gaat het niet
alleen om de werkgever, maar ook om de werknemer.
Tegen deze achtergrond stellen we voor om te komen tot een aanbeveling
van de Stichting van de Arbeid. Belangrijk onderdeel daarvan is de
belofte dat partijen in het tweede ziektejaar geen nieuwe
bovenwettelijke uitkeringsafspraken maken.
Uiteraard zijn afspraken gericht op reïntegratie wel zeer wenselijk.
Van een inbreuk op bestaande bovenwettelijke aanvullingsregelingen is
geen sprake.
De bestaande afspraken voor het eerste WAO-jaar en daarna, schuiven
door het tussengevoegde ziektejaar allemaal een jaar naar achteren,
maar kunnen voor het overige zonder meer blijven bestaan.
Al met al komt zo het tweede ziektejaar heel sterk in het teken te staan van de reïntegratie. Dit moet ertoe leiden dat zowel in het eerste als in het tweede ziektejaar de reïntegratieinspanningen op een hoog kwalitatief en kwantitatief niveau komen of blijven.
Als onderdeel van het brede compromis dat is gesloten, is deze
benadering van het nieuwe tweede ziektejaar in de ogen van de
FNV-onderhandelaars goed verdedigbaar.
omhoog
Misverstand 9
Met de nieuwe voorstellen moet een forse bezuiniging worden bereikt.
Het probleem van de WAO is niet de betaalbaarheid. Gemeten als aandeel in het nationaal inkomen geven we een derde minder uit aan de WAO dan tien jaar geleden, toen er ongeveer evenveel mensen een beroep op deden. De WAO is geen financieel probleem, maar een sociaal probleem.
De commissie-Donner en de SER hebben zich ook nooit tot doel gesteld
de kosten terug te dringen. Waar het om gaat is een omslag in de
manier waarop met ziekte en arbeidsongeschiktheid wordt omgegaan.
Mensen moeten veel vaker dan nu terug kunnen keren op hun werkplek, of
naar elders bemiddeld worden.
Als die cultuuromslag een brede doorwerking krijgt, plukt de hele
samenleving daar de vruchten van. Het enige echte toetsingspunt voor
de SER-voorstellen is of het hiermee lukt meer mensen aan het werk te
houden of te krijgen.
omhoog
Misverstand 10
De maatregelen gericht op de werkgevers gaan niet tegelijk in met die
gericht op de werknemers, dus er is geen sprake van gelijk oversteken.
Alle voorstellen zullen tegelijk van kracht worden. Dat wil zeggen, eerst wordt omgezet in wetgeving wat wettelijk geregeld moet worden, en pas daarna zullen de andere afspraken hun beslag krijgen.
Invoering van de wetgeving wordt op zijn vroegst in 2004 voorzien. Dat
betekent dat pas daarna bijvoorbeeld de vertaling van de afspraken
over CAO-aanvullingen gaat spelen.
omhoog
Misverstand 11
We kunnen beter wachten met het verhogen van de uitkeringen voor
duurzaam arbeidsongeschikten tot de effecten van de overige
maatregelen duidelijk zijn.
Met dit akkoord wil de SER nadrukkelijk een nieuwe weg inslaan. Het
gaat om het totaalbeeld en de geloofwaardigheid van de benadering.
De hogere uitkeringen voor volledig duurzaam arbeidsongeschikten zijn
een essentieel onderdeel van dit geheel. De boodschap is dat enerzijds
alles op alles gezet moet worden om mensen die nog kunnen werken zo
goed mogelijk te reïntegreren, terwijl anderzijds mensen die duurzaam
uitgeschakeld zijn, met alle gevolgen van dien, een extra goede
inkomensbescherming krijgen.
Schrappen van dit onderdeel zou dodelijk zijn voor de acceptatie van
en het draagvlak voor dit geheel.
omhoog
Misverstand 12
Er zijn goede alternatieven voor het SER-voorstel.
Van reële alternatieven is in de verste verte geen sprake. De enige
met een concreet voorstel is de VVD, maar dat kan amper serieus
genomen worden.
De VVD wil namelijk domweg de drempel voor een WAO-uitkering verhogen,
en op die manier zoveel mogelijk mensen het recht op een uitkering
ontzeggen. Omdat ze de eis wil stellen dat eerst vier jaar gewerkt
moet zijn, zullen vooral jongere werknemers, flexwerkers en
herintredende vrouwen op deze manier van WAO-rechten verstoken worden.
Het VVD-voorstel gaat ook nog eens volstrekt voorbij aan het
kernprobleem: hoe stoppen we de uitstoot uit de arbeid van mensen waar
iets mee is en hoe zorgen we ervoor dat meer mensen aan het werk
komen.
Mocht dit SER-akkoord het om wat voor reden dan ook niet halen, dan
kan de politiek zijn gang gaan. Het gevaar is dan heel groot dat bij
de onderhandelingen over een regeerakkoord hele radicale ingrepen in
de WAO worden afgesproken.
Daar heeft niemand verder greep op. Ook de FNV niet.
Het verleden heeft geleerd dat dit onderwerp de politiek niet is
toevertrouwd.
Veel partijen hebben ook nog eens een forse bezuiniging op de WAO
ingeboekt in hun verkiezingsprogramma.
Alleen met een unaniem SER-akkoord ligt er een gegeven op tafel waar
de politiek niet omheen kan.
omhoog
Misverstand 13
De SER ziet van alles over het hoofd. Preventie blijft helemaal buiten
beeld, en over de positie van flexwerkers wordt niets gezegd.
Dit akkoord gaat over de hoofdlijnen van het nieuwe stelsel. Voor
flexwerkers is dit dat zij bij arbeidsongeschiktheid dezelfde rechten
moeten hebben als mensen met een vast contract, ook als het gaat om
reïntegratie. De precieze vormgeving komt aan de orde bij de verdere
uitwerking van het SER-advies.
Onderwerp van het advies is wat er gebeurt als mensen onverhoopt
langdurig ziek worden, of arbeidsongeschikt. Dan ben je het stadium
van de preventie uiteraard voorbij. Dat wil niet zeggen dat het belang
van preventie wordt onderschat. In de Stichting van de Arbeid wordt
hierover verder gepraat met de werkgevers. In het uiteindelijke advies
van de SER zal dieper worden ingegaan op de relatie met preventie en
arbeidsomstandigheden. Het streven is dat dit complete SER-advies er
in maart van dit jaar ligt.
terug naar het begin