Gemeente Breda
12-03-2002
Bijna 119.000.000 nodig voor optimaal en modern onderwijs in Breda
Bijna 119 miljoen euro is nodig om de huisvesting van de scholen
optimaal af te stemmen op de eisen die het moderne onderwijs in Breda
stelt. Dat is de conclusie van de werkgroep Inventarisatie
Onderwijshuisvesting. Het college heeft de werkgroep ingesteld met als
opdracht om in beeld te brengen wat de bouwkundige wensen per school
zijn. De werkgroep bestaat uit afgevaardigden van de schoolbesturen,
ambtenaren en raadsleden. Onderzocht zijn 46 basisscholen, 9 scholen
voor speciaal onderwijs en 10 scholen voor voortgezet onderwijs in de
gemeente Breda. De volgende categorieën zijn geïnventariseerd: wat de
benodigde investeringen op het gebied van uitbreiding van de
capaciteit zijn, voor onderwijskundige en technische ontwikkelingen,
veiligheid- en gezondheidsinvesteringen en investeringen in verband
met toegankelijkheid voor mindervaliden.
Voorafgaand aan de inventarisatie zijn onderwijskundige ontwikkelingen
in kaart gebracht. De wet schrijft bijvoorbeeld voor dat scholen voor
primair onderwijs meer aandacht moeten hebben voor individuele
problemen van kinderen (dyslexie, rekenproblemen en dergelijke). De
huisvesting moet dan daarop afgestemd zijn met kleinere ruimtes voor
individuele begeleiding van deze kinderen. Bij het voortgezet
onderwijs moet rekening gehouden worden met voorzieningen als voor het
studiehuis.
Op basis van de onderwijskundige ontwikkelingen zijn de technische
mogelijkheden per schoolgebouw onderzocht en de kosten daarvan. Zo is
bekeken of het gebouw aan te passen is aan bijvoorbeeld ruimtes voor
individuele begeleiding. Ook is de staat van onderhoud van de
schoolgebouwen onderzocht en de mogelijkheden voor
nieuwbouw/uitbreiding.
Het eindrapport 'Inventarisatie voorzieningen onderwijshuisvesting' is
vanmorgen aangeboden aan het college en is uitgereikt aan de commissie
Milieu & Onderwijs. Daarna wordt het ingebracht bij de
college-onderhandelingen.
Het is de intentie van alle betrokken politieke partijen om voor de
komende 4 tot 6 jaar een meerjarenplanning te maken, waarin de huidige
en toekomstige ontwikkelingen in het onderwijsveld zijn verwerkt.
Breda, 12 maart 2002