Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Uitvoering WIN op hoofdlijnen in orde
12 maart 2002
Jaarlijks doorlopen 17.000 nieuwkomers een inburgeringsprogramma. Bij
de meeste gemeenten is de uitvoering van de Wet Inburgering
Nieuwkomers (WIN) inmiddels in structurele zin opgezet en blijken
partijen zich bewust van hun taken en verantwoordelijkheden. Dat
blijkt uit het feit dat over het algemeen de in de wet gestelde
termijnen worden gehaald. Het bereik van de WIN is hoog, dus de
verplichting blijkt te werken.
Dit blijkt uit een evaluatie van de WIN die door minister Van Boxtel
voor Grote Steden- en Integratiebeleid, mede namens zijn collegas van
OcenW, SZW en VWS, naar de Tweede Kamer is gestuurd. De evaluatie is
uitgevoerd door Regioplan OAI en PWC Consulting. De WIN bepaalt dat
alle nieuwkomers verplicht moeten inburgeren. De inburgeringscursussen
bestaan uit taallessen maatschappij- en beroepenoriƫntatie. De lessen
worden gegeven door Regionale Opleidingencentra (ROCs).Gemeenten zijn
verantwoordelijk voor de uitvoering van de WIN. Naast deze evaluatie
loopt er ook een interdepartementaal beleidsonderzoek (ibo) naar de
uitvoering van inburgering. Wanneer dit onderzoek gereed is, komt het
Kabinet met een samenhangend voorstel hoe het inburgeringsbeleid
verder versterkt kan worden.
Hoewel de uitvoering een positieve trend laat zien, zijn er nog wel
enkele knelpunten. Gemeenten hebben de maatschappelijke begeleiding
vaak te weinig gespecificeerd. Soms is de rol van het CWI, met name
ten aanzien van de werkintake, niet goed afgestemd. Gemeenten leggen
nog te weinig sancties op wanneer een nieuwkomer tussentijds uitvalt.
De WIN brengt deelnemers in beperkte mate op een hoger taalniveau. Dit
komt enerzijds door het lage vooropleidingsniveau van de kandidaten en
anderzijds door de beperkte differentiatie in de
inburgeringsprogrammas.
Het uitvalpercentage ligt tussen de 15 en 20 procent. Belangrijkste
argumenten om tussentijds te stoppen zijn: het vinden van werk,
persoonlijke omstandigheden waaronder ziekte en persoonlijke
problemen, zwangerschap en een gebrek aan kinderopvang. Om de uitval
tegen te gaan zullen de duale trajecten (gelijktijdig werken en leren)
verder uitgebreid worden. Verder zal er meer aandacht komen voor
(flexibele inrichting van) kinderopvang. Daarnaast zullen er met
gemeenten prestatieafspraken gemaakt gaan worden. Ook moet er een
stringenter sanctioneringsbeleid komen voor de nieuwkomers die
verwijtbaar uitvallen.
---