Partij van de Arbeid
Den Haag, 11 maart 2002
VRAGEN VAN HET LID KOENDERS (PVDA) AAN DE STAATSECRETARIS VAN ECONOMISCHE
ZAKEN
1. Kent u het persbericht van 8 maart jl. over de financiering van ABN-AMRO
van een fabriek van clusterbommen INSYS? Is het waar dat ABN-AMRO deelneemt
in INSYS? (1)
2. Hoe oordeelt u in het kader van maatschappelijk verantwoord ondernemen
(verder: MVO) in het algemeen en het respecteren van mensenrechten in het
bijzonder over de aanschaf van een onderneming die clusterbommen fabriceert,
dit mede in het kader van negatieve houding die mensenrechtenorganisaties
zoals Human Right Watch en Amnesty International innemen, vooral als deze
bommen worden gebruikt tegen burgerdoelen?
3. Betreft het hier een transactie die op basis van door de regering
gewenst maatschappelijk verantwoord gedrag in aanmerking zou komen voor
enige vorm van exportstimulering door de Nederlandse staat, dit mede in het
kader van de ook door de Nederlandse regering gedeelde zorg over niet
ontplofte submunitie van clusterwapens? Zo ja, waarom bestaan er dan
richtlijnen met betrekking tot MVO en het verstrekken van exportstimulering?
Zo nee, waarom niet?
4. Hoe verhoudt naar uw mening de aankoop van een fabriek voor
clusterbommen zich tot de volgende stelling van ABN Amro "Respecting human
rights and the environment is an integral part of responsible social
behaviour and corporate citizenship We are accountable for our actions
and open about them"? (2)
5. Hoe groot acht u de kans, gezien bovenstaande Business Principles, dat
ABN AMRO mro INSYS juist heeft gekocht met de intentie om de fabriek vanuit
het oogpunt van MVO te sluiten? Hoe groot acht u de kans dat het ABN Amro
Business Principle "to maximise long-term shareholder value" bij de genoemde
aankoop van INSYS belangrijker is dan "respecting human rights"?
6. Kent u het boek "Beyond Voluntarism" over de tekortschietende
zelfregulering van internationale ondernemingen met betrekking tot
mensenrechten en het bericht in de Financial Times van 18 februari jl.
daarover? (3)
7. Hoe beoordeelt u het aan het genoemde boek ten grondslag liggende
onderzoek en de uitkomsten van het onderzoek?
8. Deelt u de mening van de samenstellers van het genoemde boek dat de
vrijwillige afspraken die moeten toezien op naleving van mensenrechten door
ondernemingen tekortschieten? Zo ja, hoe kunnen dergelijke vrijwillige
afspraken wel effectief worden gemaakt? Zo nee, waarom niet?
9. Hoe oordeelt u over wenselijkheid en noodzakelijkheid van wettelijke
maatregelen die genomen (moeten) worden om bijvoorbeeld de handel in
diamanten volgens internationaal aanvaarde normen van maatschappelijk
ondernemen te laten verlopen?
10. Hoe oordeelt u over de conclusie dat op het gebied van mensenrechten,
als aanvulling op vrijwillige afspraken, wettelijke verplichtingen nodig
kunnen zijn om het gedrag van internationale ondernemingen op dit terrein te
reguleren?
11. Deelt u de mening van de auteurs dat ondernemingen die zich welwillend
opstellen ten aanzien van het vrijwillig naleven van mensenrechten, niets te
vrezen hebben van wettelijke maatregelen? Zo ja, hoe denkt u dan over het
invoeren van dergelijke wettelijke maatregelen in Nederland? Zo nee, waarom
niet?
(1) Persbericht van de Campagne tegen Wapenhandel 8 maart jl. "ANB Amro
eigenaar van clusterbommen producent".
(2) ABN Amro Business Principles
(3) A. Maitland, "Inside track law & Business", in: Financial Times, feb.
18, 2002; "Beyond Voluntarism", gepubliceerd door The International Council
on Human Rights Policy