Ministerie van Algemene Zaken


1red10680
8-3-2002, NOS, Met het oog op morgen, Radio 1, 23.07 uur

MINISTER-PRESIDENT KOK, NA AFLOOP VAN DE WEKELIJKSE MINISTERRAAD, OVER DE UITSLAG VAN DE GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN, OVER HET BELEID VAN PAARS EN OVER DEBATTEREN MET FORTUYN

VAN SLOOTEN:
U zei dat de kiezers een gele kaart hebben uitgedeeld. Twee keer geel is rood, dus wie weet, bij de komende verkiezingen. Maar mag je het niet nog scherper stellen? Mag je niet zeggen dat het eigenlijk het failliet is van de paarse politiek?

KOK:
Nee, dat is nu een poging om het nog scherper te zeggen. Ik vind: een gele kaart moet wel worden gezegd. Het is natuurlijk indirect, want het ging niet over de Tweede Kamer. Het waren gemeenteraadsverkiezingen, maar ook de opiniepeilingen daarbij en de aardverschuivingen...

VAN SLOOTEN:
Min 25 voor de paarse partijen.

KOK:
Ja, ja, maar goed, het blijven peilingen. Dat is toch iets heel anders dan dat mensen in een stemhokje zeggen `wie geven we het stuurwiel in handen?'. Maar hoe dan ook...

VAN SLOOTEN:
Wel een gele kaart?

KOK:
Wel een gele kaart, dat vind ik wel. Ik zeg alleen wel: terugvechten. De boodschap is goed aangekomen, bij mij tenminste wel en ik denk ook bij anderen.

VAN SLOOTEN:
Ja, want de kiezers hebben er geen vertrouwen in.

KOK:
Hebben er op dit moment onvoldoende vertrouwen in om op een voldoende gunstige uitslag te mogen rekenen. Dus terugvechten.

VAN SLOOTEN:
Terugvechten, dat zegt u wel zo makkelijk, maar hoe kun je terugvechten?

KOK:
In de eerste plaats door het vertrouwen dat op de proef is gesteld en voor een deel verloren is gegaan, van mensen die op drift zijn, te herwinnen. Het valt me ook op dat bijvoorbeeld in diezelfde opiniepeilingen mensen nog geen begin van een indicatie kunnen geven van: hoe moet het nu wel na 15 mei?



VAN SLOOTEN:
Ze geven een partij aan, maar uiteindelijk, als je dat naast elkaar legt, kom je niet tot een werkbare coalitie, tot een meerderheid.

KOK:
Nee, dat ook niet. Maar er gaapt echt een heel groot gat tussen een oordeel van ontevredenheid dat op dit moment doorklinkt en tegelijkertijd een duiding van wie dan het stuurwiel moet overnemen.

VAN SLOOTEN:
Dat zeggen ze wel. Ze hebben namelijk veel vertrouwen in de lijst-Fortuyn en Leefbaar Nederland, 18 en...

KOK:
Nee, sorry. De premiervraag wordt bijvoorbeeld beantwoord met: één Melkert, 17 procent, twee Dijkstal, 15 procent. U moet natuurlijk niet doorslaan. U mag het wel, maar ik bedoel: u moet toch nog steeds de zaak wel in proportie blijven zien. Als er verkiezingen waren geweest afgelopen woensdag, dan was het 37 zetels voor de Partij van de Arbeid, ongeveer 30 voor het CDA, 27 VVD...

VAN SLOOTEN:
Ik zal me weer even herpakken en beheersen en niet doorslaan. Maar dan ga ik even terug naar dat punt `terugvechten': hoe moet je Fortuyn ­ 18 zetels, weliswaar in de peiling ­ bestrijden? De man is de kampioen van de one-liners.

KOK:
In de eerste plaats vind ik: de kiezer ­ we staan nu voor de Tweede Kamerverkiezingen, we hebben nog tien weken te gaan, de campagnes gaan op enig moment beginnen, ik neem aan vrij snel ­ serieus nemen. De serieuze kiezer wil ook goed geïnformeerd worden. Dat betekent natuurlijk niet alleen brochures rondsturen en prachtige, gelikte teksten. Maar ook in het politieke debat je verdedigen, uitleg geven van wat wel en niet is gebeurd ­ ook wat de beperkingen waren die daarbij golden, want soms lijkt het wel alsof je alles in één dag had kunnen doen...

VAN SLOOTEN:
Maar dat is natuurlijk wel het beeld. Het is het beeld van een economie die hartstikke goed is gegaan, nog nooit zo goed, en er is een aantal heel grote problemen overgebleven.

KOK:
Pas op. Nu kom ik dus tegen het beeld. In de eerste plaats is een deel van het succes ook geweest: een snel overspannen wordende arbeidsmarkt. Daardoor ontstond schaarste aan personeel. Als iemand bijvoorbeeld zit te beweren: vandaag de dag is het zo moeilijk om onderwijzers te vinden voor de klas of verpleegsters in de zorg ­ dat is waar, maar dat is voor een deel ook gekomen door het feit dat het plotseling zo snel zo goed met de economie is gegaan, dat mensen ook anders, elders emplooi konden vinden. Dat is één punt. Twee is: het blijft natuurlijk steeds maar gaan over `er zijn vreselijk veel tekorten, er zijn vreselijk veel dingen die nog niet goed zijn', maar laten we daar alsjeblieft bij zeggen wat er in het onderwijs, in de zorg, ook met wachtlijstreductie, is verbeterd. Ook op de veiligheid is verbeterd. Er wordt ontzettend veel onzin gedebiteerd over bijvoorbeeld dat wachtlijsten alleen maar zijn gegroeid de afgelopen jaren. Er zijn heel grote delen van de thuiszorg en



gehandicaptenzorg waar voortgang wordt geboekt met het reduceren van de wachtlijsten. Af en toe wordt de indruk gewekt alsof door alleen maar de gezondheidszorg helemaal te reorganiseren, alles op de schop nemen in Nederland, er hoeft geen gulden bij en de wachtlijsten verdwijnen.

VAN SLOOTEN:
Dat was wat Fortuyn afgelopen woensdagnacht zei.

KOK:
Dat is voor een dubbeltje op de eerste rij zitten. Dat is dus gratis en voor niks, komt u maar. Daarover moeten we in debat. En ik zeg dat het klimaat... Het bed is helemaal door elkaar geschud de afgelopen dagen, dat is duidelijk. Er gaat een alarmerende werking van die uitslagen uit ­ niet alleen op gemeenteraadsniveau, maar ook op landelijk niveau door de werking van de peiling. Dat is ook goed. Maar die nodigt uit tot debat, tot de dingen bij de naam noemen. Ook de klinkklare onzin die wordt verkocht, die gewoon niet deugt, van een goed weerwoord voorzien. Daar zijn politici voor beschikbaar: kandidaten en ook zittende ministers die geen kandidaat zijn, om die uitleg te verschaffen en de kiezer die geïnteresseerd is in het wel en wee van dit land ook precies te vertellen waar het op staat.

VAN SLOOTEN:
Daar zijn ze voor beschikbaar, maar ik heb ze tot op heden niet echt gehoord, wat dat betreft. Er was niemand die echt paars, het beleid zoals u dat nu hier neerzet, verdedigde.

KOK:
Dat is niet helemaal waar. Ik vind dat de lijsttrekkers van de paarse partijen dat zeker in de laatste dagen van de gemeenteraadscampagne wel hebben gedaan.

VAN SLOOTEN:
Een beetje laat hoor. Daarvoor was het niet zo.

KOK:
Maar daar komt nog iets bij. Het is eigenlijk ook een beetje, met die landelijke aanwezigheid in de gemeenteraadscampagne, vlees noch vis. Dat vloeit ook een beetje uit de aard der dingen voort. Het is aan de ene kant zo dicht bij de Tweede-Kamerverkiezingen ­ namelijk twee maanden ervoor ­ dat het wel nodig is om daar ook een landelijk element als het ware aan toe te voegen ­ het geeft natuurlijk ook ondersteuning aan de lokale lijsttrekkers ­ maar tegelijkertijd gaat het wel en niet over landelijke politiek. Ik vind dat nu ­ nu de Tweede Kamercampagne feitelijk al op het punt staat te beginnen, misschien al begonnen is ­ieder moment moet worden benut om het beestje bij de naam te noemen, ook in heldere taal, net zo helder als de taal van anderen.

VAN SLOOTEN:
Daar zegt u nog eens wat: in heldere taal. Ik hoorde gisteren de heer Melkert bijvoorbeeld zeggen: aan mijn gedrag valt nog wel wat te amenderen. Dan lig ik in een deuk onder de tafel, maar ik denk dat mensen dat niet snappen.

KOK:
Dat was qua uiting op zichzelf natuurlijk goed te verstaan.



VAN SLOOTEN:
Maar denkt u dat alle kiezers dat begrijpen?

KOK:
Nee, maar hij stak de hand enigszins in eigen boezem. Dat siert hem.

VAN SLOOTEN:
Het gaat mij even om het taalgebruik, ik gebruikte dit even als voorbeeld. Bijvoorbeeld ook het afsluitende lijsttrekkersdebat woensdagavond na de gemeenteraadsverkiezingen, toen ging het over de gezondheidszorg. Als je het dan hebt over de nominale premie of inkomensafhankelijke premie, wat ontzettend belangrijk is, daar niet van, maar toch, het gaat over de hoofden van heel veel kiezers heen.

KOK:
Wat mij het meest is bijgebleven van dat debat, althans op het punt van de gezondheidszorg, was de niet-weersproken stelling van de heer Fortuyn dat we de komende jaren de volksgezondheid volledig op de schop gaan nemen, volledig gaan reorganiseren ­ hij vergeleek dat met een bedrijfssanering ­ het is echt een slag ingewikkelder hoor ­ en dat in die tussentijd als gevolg daarvan al snel de wachtlijsten kunnen verdwijnen en het bovendien geen cent kost. Dat houdt geen stand.

VAN SLOOTEN:
Men had dat moeten tegenspreken?

KOK:
Nog even daargelaten dat dat misschien ook had gemoeten, maar dat houdt geen stand. Het heeft weinig zin om door te zeuren over wat ook had gekund of gemoeten. Ik vind het eerlijk gezegd uitdagender om er zelf tegenaan te gaan.

VAN SLOOTEN:
U gaat er zelf ook tegenaan. Vindt u het zelf ook niet heel vervelend: u bent premier van die hele club van Paars, wat nu zo ter discussie staat?

KOK:
Ja, ik zie het ook een beetje als mijn erfenis. Het is niet een erfenis waar ik alleen maar vol trots naar sta te kijken. Ik ben ook heel goed in staat ­ misschien niet altijd als eerste bereid ­ om de imperfecties, dingen die niet goed zijn gegaan, te benoemen en onder ogen te zien. Maar natuurlijk, het is nooit af. En degene die simpelweg zegt `er deugt geen hout van, de puinhopen van Paars en daar gaan we een nieuwe heilstaat op bouwen, want we gaan het nu eens een keer goed aanpakken', die neemt een loopje met de werkelijkheid. Ik vind dat iedereen die de kiezer serieus neemt ­ en die kiezers hebben op dit moment de neiging dit soort eenvoudige verhalen te geloven ­ die pakt dat op en zegt daar zijn verhaal tegenover. Dat is bij wijze van spreken vandaag begonnen.

VAN SLOOTEN:
U heeft het over een erfenis. Met een erfenis ­ het is een beetje een rare vergelijking ­ maar dan kom je zelf niet meer in actie, want dan gaat het over jou en zelf ben je er niet meer bij. Dus geen debat meer met Wim Kok en Pim Fortuyn.



KOK:
Dat zeker niet, want ik ben natuurlijk geen kandidaat voor de komende periode. Maar in zoverre hebt u wel gelijk: je kunt niet over je erfenis praten en er zelf bij zitten. Ik ben nog niet dood, wil ik maar zeggen. (Letterlijke tekst, ongecorrigeerd, HK)