FNV
FNV-viering Internationale vrouwendag 2002V
FNV Publieksvoorlichting - Publieksvoorlichting@vc.fnv.nl
Openingstoespraak van Kitty Roozemond, vice-voorzitter van de FNV, tijdens de FNV-viering van de Internationale Vrouwendag op 8 maart 2002 te Amsterdam.
Beste mensen,
Hartelijk welkom op de FNV-viering van internationale vrouwendag.
Dit jaar staat deze dag in het teken van vrouwen en medezeggenschap.
Gezien de opkomst hebben we qua onderwerp een goede keuze gemaakt.
Bij elke 8 maart viering van de FNV is er ook aandacht voor het internationale aspect. Vanmiddag zal Maria Mashoor onze aandacht krijgen wanneer zij vertelt over de positie van vrouwen in Afghanistan. Zelf was ik twee weken geleden nog samen met twee collega`s in India. Wij hebben daar veel vrouwen gesproken die op een indrukwekkende manier hun idealen verwezenlijken. Ik zal jullie daar vanmiddag het een en ander over vertellen maar vooral laten zien.
Nu eerst aandacht voor een vast onderwerp tijdens de FNV-viering van de internationale vrouwendag: de 8 maart enquête. Al twintig jaar maken we op internationale Vrouwendag cijfers bekend over de positie van vrouwen in de FNV. Een goede traditie waar we aan vast willen houden. Hoe gaat het met de vrouwen in de FNV, in de vereniging en in de werkorganisatie?
Nog steeds worden meer vrouwen lid van de FNV.
Het goede nieuws is dat de stagnatie in de groei, die we vorig jaar constateerden, gekeerd lijkt.
Tussen 2000 en 2001 groeide het aantal vrouwen met 1600, het afgelopen jaar zien we een stijging van bijna 9.500 vrouwen. Dus flink meer. In totaal hebben we het over ruim 348.000 vrouwelijke leden. Alle bonden profiteren mee van deze toename.
ABVAKABO FNV zorgt voor de grootste stijging van het aantal vrouwelijke leden (bijna 6000) maar ook de NPB, NVJ en AOb doen het goed.
Bij ABVAKBO FNV gaat het vooral om vrouwen uit de sectoren Zorg en Welzijn.
De recente acties in de ziekenhuizen en de kinderopvang, waar veel vrouwen werkzaam zijn, hebben blijkbaar een positief effect op het ledental.
In totaal zien we het ledental van de FNV gelukkig weer groeien met ongeveer 4500. Deze groei is geheel te danken aan de vrouwen. Sterker nog: het totaal aantal mannelijke leden daalt. Het aandeel vrouwen stijgt dus: weinig maar gestaag: van 28,3% naar 28,7%. Ook hier geldt dat bij alle bonden het aandeel vrouwelijk leden het laatste jaar is toegenomen. Het aandeel vrouwelijke leden hangt natuurlijk sterk samen met het aandeel vrouwen in de verschillende sectoren.
Als we die vergelijking maken valt op:
· dat we in totaal natuurlijk nog een flinke slag te slaan hebben: de organisatiegraad is nog lang niet representatief,
· dat bij AOb, NPB en AFMP het aandeel vrouwen een prachtige afspiegeling is van het percentage vrouwen dat werkzaam is in die sectoren of zelfs ver daarboven ligt
· en dat de andere bonden nog min of meer een inhaalslag moeten maken
Nog een goed nieuwsbericht: het aandeel vrouwen in de groep jonger dan 25 en tussen 25 en 44 stijgt.
Was dat aandeel vorig jaar voor beide leeftijdscategorieën ruim 34% (ook al een bemoedigend percentage). Dit jaar ligt dat zelfs op rond de 36%. Als we deze vrouwen vast weten te houden biedt dat een goed perspectief voor de toekomst.
Na een aantal 'goed nieuws-berichten' een minder positieve uitkomst.
De groei van het aandeel vrouwen in de bondsraden van de afgelopen jaren lijkt te zijn gestopt.
Zaten we vorig jaar nog op een aandeel van bijna 18% nu gaat het om 16,6% vrouwen.
Dit percentage is nog lang geen afspiegeling van het percentage vrouwelijke leden.
Op dit punt valt nog veel te winnen.
Ik vind dat, gezien de beleidsbepalende rol van de bondsraad - echt een grote zorg.
Het aandeel vrouwen werkzaam bij FNV en bonden is hoog en is ook vorig jaar weer gestegen van 61.2% naar 61,7%.
Het percentage vrouwelijke bestuurders daalt licht ten opzichte van vorig jaar.
Van 32% naar 31,2%.
De laatste jaren is het percentage redelijk stabiel gebleven met een percentage van iets boven de 30%, redelijk in evenwicht met het aandeel vrouwelijke leden.
Tijdens het laatste FNV-congres in juni 2001 is besloten tot het instellen van een Task Force Diversiteit.
Deze groep, bestaande uit alle voorzitters en portefeuillehouders van vakcentrale en bonden, heeft de opdracht gekregen om te zorgen dat de FNV aantrekkelijker wordt voor vrouwen, jongeren en etnische minderheden.
Want dat er voor deze groepen extra aandacht moet zijn de komende jaren daarvan hoef ik u niet te overtuigen.
Dit kan natuurlijk alleen met de inzet van andere betrokkenen binnen de bonden.
In januari is de startbijeenkomst geweest.
Daar is nagedacht over wat ons te doen staat de komende tijd.
Er zijn allerlei ideeën en plannen gemaakt die de komende tijd uitgevoerd gaan worden.
U hoort op de volgende internationale vrouwendag de resultaten.
En nu..... Over het thema van vandaag: vrouwen in de medezeggenschap
Dit thema is door de bonden naar voren gebracht.
Ik ben er blij mee.
Ik vind dat er veel meer aandacht moet komen voor vrouwenbelangen in medezeggenschapsorganen maar ook dat meer vrouwen bij deze raden betrokken moeten worden.
Ook bonden hebben hierin een taak.
Door meer vrouwen te scholen en te stimuleren zich verkiesbaar te stellen voor de OR.
Medezeggenschap gaat over het laten horen van je stem.
Medezeggenschap gaat over "Meepraten en meebeslissen".
Voor de FNV is het belangrijk dat de zeggenschap juist aan de onderkant van de samenleving is geregeld.
Op je werk, maar bijvoorbeeld ook in bewonersraden en cliëntenraden van sociale diensten en uitvoeringsorganisaties.
De praktijk leert dat de deelname van vrouwen in deze raden omhoog kan.
Uit een recent onderzoek van het ministerie van Sociale zaken naar de samenstelling van ondernemingsraden blijkt dat iets meer dan de helft van de ondernemingsraden in samenstelling een redelijke afspiegeling is van het personeelsbestand.
Voor 40% van de ondernemingsraden geldt dit niet.
In deze ondernemingsraden zijn vrouwen, deeltijdwerkers, etnische minderheden en niet-leden van de vakbond ondervertegenwoordigd.
Bij de onderzochte bedrijven vormen vrouwen 42% van de werknemers terwijl hun aandeel in de OR 25% is.
Zeggenschap is voor vakbondsvrouwen geen nieuw onderwerp. Op veel terreinen hebben we reeds onze stem laten horen en op de agenda gezet. Binnen de vakbeweging en dat van de politiek. Denk daarbij aan zeggenschap over werktijden (de tijdcampagne), of zeggenschap over loopbaanmogelijkheden, arbeid en zorg en arbeidsomstandigheden. En, we hebben resultaten behaald, ook in de (politieke) lobby. De wet aanpassing arbeidsduur is daar een voorbeeld van. Maar ook de wetgeving over het combineren van arbeid en zorg, de verlofregelingen , CAO-afspraken over kinderopvang enz.. Allemaal zeer belangrijke resultaten zou ik zeggen!
Mezeggenschap op het werk is van oudsher een van de kerndoelstellingen van de FNV. De WOR (Wet op de Ondernemingsraden) bestaat 50 jaar en wordt momenteel geëvalueerd. De FNV heeft een lijst met verbeteringsvoorstellen gestuurd.
Wat doet een Ondernemingsraad? Kort gezegd behartigt de OR de belangen van de werknemers in dienst van een werkgever en bevordert hun welzijn.
Maar de ondernemingsraad overlegt met de werkgever ook over de manier waarop de doelstellingen van de organisatie het best gehaald kunnen worden.
Je kunt dus zeggen dat werknemers via de OR mee doen in de besluitvorming op allerlei terreinen van het ondernemingsbeleid.
Door deze wet hebben werkgevers in ons land het dus niet helemaal alleen voor het zeggen.
De wet kent aan de ondernemingsraad belangrijke rechten toe zoals:
* het recht op informatie, het instemmingsrecht, het adviesrecht en het initiatief recht.
* de OR heeft een zelfstandige taak om discriminatie in de onderneming tegen te gaan en de gelijke behandeling tussen mannen en vrouwen te bevorderen.
Zo moet de werkgever op vragen over bijvoorbeeld discriminatie van vrouwen altijd antwoord geven.
* De OR kan ook zelfstandig op onderzoek uitgaan. Ze kan enquêtes afnemen, onderzoeken of CAO-bepalingen worden nageleefd of steekproeven houden onder het personeel en zo toetsen of er wat in het bedrijf aan de hand is.
Vanuit het vrouwensecretariaat en bonden is over verschillende onderwerpen voorlichtingsmateriaal uitgebracht dat de OR bij zijn werk kan gebruiken.
De brochure gelijk loon voor mannen en vrouwen, verschillende checklisten zoals werken zonder zorgen enz. enz. zijn hier voorbeelden van.
Al deze uitgaven kunnen jullie ook in de informatiestand terug vinden.
Waarom is het belangrijk dat vrouwen deelnemen in medezeggenschapsorganen? Op de eerste plaats omdat vrouwen ook werknemers zijn, die mee kunnen praten en meebeslissen over het reilen en zeilen in de onderneming Ik zei het zojuist ook al: de OR heeft een belangrijke taak in het bevorderen van gelijke behandeling van mannen en vrouwen in de onderneming. (art.28 WOR). Hier wil ik het voorbeeld noemen van gelijke beloning tussen mannen en vrouwen. Een onderwerp waarover de vakbeweging zich al jaren druk maakt.
De OR heeft als taak te bevorderen dat mannen en vrouwen voor gelijk- of gelijkwaardig werk ook gelijk worden beloond. Zoals jullie weten is dit nog lang niet het geval. Nog steeds is het gemiddelde beloningsverschil tussen mannen en vrouwen 23%. In onze brochure en ook in de checklist gelijke beloning van de Stichting van de Arbeid staan er handvatten die de OR kan gebruiken om deze verschillen tegen te gaan. Uit diverse onderzoeken blijkt dat vrouwen, maar ook jongeren en etnische minderheden ondervertegenwoordigd zijn in de ondernemingsraad. Ik noemde reeds een paar cijfers. Waarom is dat erg vragen jullie je misschien af? Welnu.... Steeds meer onderwerpen op arbeidsvoorwaardengebied worden in de CAO`s opgenomen, in zogenaamde raamafspraken. Dat betekent dat de nadere in- of aanvulling op bedrijfsniveau's moet gebeuren in overleg met de OR of vakbond. Denk aan de invulling van de 36-urige werkweek. Ook komt het steeds vaker voor dat wettelijke regelingen zoals bij de arbeidstijdenwet, de wet aanpassing arbeidsduur of op het gebied van arbeid en zorg, bij het ontbreken van CAO-afspraken afwijkingsmogelijkheden bieden om op bedrijfsniveau, in overleg met de OR of vakbond tot nader in- of aanvulling te komen.
De rol van de ondernemingsraad op bedrijfsniveau wordt door deze gang van zaken versterkt. Het is dus van belang dat alle groepen in de OR vertegenwoordigd zijn want uit onderzoek blijkt waar deze vertegenwoordiging er niet is er ook minder aandacht is voor onderwerpen die juist deze groepen aangaan. Denk bijvoorbeeld aan seksuele intimidatie, de positie van minderheden, arbeidsongeschikten, arbeid en zorg of discriminatie. Vrouwen, ook hier geldt dat we zelf het initiatief zullen moeten nemen, en niet moeten afwachten. OR-werk heeft bovendien net als het vakbondswerk veel leuke kanten Je kunt iets betekenen voor collega's op het werk. Je leert er veel. Je wordt mondiger en vaardiger in strategisch denken en handelen.
Toch blijkt uit onderzoek zijn er een aantal belemmerde factoren als het gaat om deelname aan de OR. Tijdgebrek door een reeds te hoge werkdruk, verplichtingen thuis, het niet willen belasten van collega's of gebrek aan belangstelling voor de OR worden hierbij genoemd. Vrouwen stellen zich niet beschikbaar uit gebrek aan zelfvertrouwen, angst en angst om in de OR in een isolement te geraken. Etnische minderheden nemen niet deel omdat ze de taal onvoldoende beheersen en niet zijn ingevoerd in de Nederlandse overlegstructuur. Laten we in de werkgroepen hier maar eens verder over praten want ik betwijfel of we er met deze opsomming zijn.
Tot slot.
De laatste jaren is steeds duidelijker geworden dat medezeggenschap van iedereen is geregeld behalve voor mensen met een uitkering.
Dank zij de FNV is nu in de SUWI-wet, het recht op inspraak, geregeld.
De cliëntenraden bij sociale diensten en uitvoeringsinstanties is de jongste loot aan de tak van de medezeggenschap.
Deze cliëntenraden moeten ervoor zorgen dat de klantvriendelijkheid en de behandeling van uitkeringsgerechtigden wordt verbeterd. Maar ook kunnen zij waar mogelijk invloed uitoefenen.
De raden hebben een adviesrecht en de betrokken instelling moet gemotiveerd aangeven wat ze met het advies gaan doen.
Eerst iets over de vraag: is dit iets wat specifiek voor vrouwen van belang is.
Ja en nee, zou ik zeggen. Het gaat om zaken die van belang zijn voor mannen en vrouwen, etnische minderheden en autochtonen, jongeren en ouderen. Maar, we moeten wel in de gaten houden dat het belang van al deze groepen in de inspraak tot zijn recht komt. Dat betekent dat ook in deze raden alle groepen vertegenwoordigd moeten zijn.
Stel dat een cliëntenraad zich bezighoudt met het activeringsbeleid van de gemeente. Daarbij zal je ook rekening moeten houden met zaken als kinderopvang, met de capaciteiten maar ook de ondersteuningsbehoefte van herintredende vrouwen en ga zo maar door.
FNV Vrouwenbond, maar ook andere organisaties, werken er hard aan om te zorgen dat ook hierin de vrouwen vertegenwoordigd zijn en zij de gelegenheid krijgen om onderling kennis en ervaring uit te wisselen.
Cliëntenraden vormen een van de instrumenten die we hebben om het beleid van de gemeenten te toetsen en te verbeteren. Laten we hier optimaal gebruik van maken. Ook hierover vindt u informatie op de informatiemarkt. En in de werkgroep zult u hier meer over horen.
Ik hoop dat deze dag aan uw verwachting beantwoord en we beiden weer een stukje wijzer worden door alles wat we van elkaar te weten komen.
Laat je stem horen!
8 maart 2002
Meer nieuws? Ga naar http://www.fnv.nl/nieuws .