Ministerie van Algemene Zaken
Ministerie van Justitie
Persbericht ministerraad
8 maart 2002
ADVIES: ZELFSTANDIGE ONDERDELEN STAAT VERVOLGBAAR VOOR
OVERTREDINGEN ORDENINGSWETGEVING
De ministerraad heeft op voorstel van minister Korthals van Justitie ingestemd met de kabinetsreactie op het advies van een commissie die zich heeft gebogen over de strafrechtelijke aansprakelijkheid van de Staat. Deze commissie adviseert het kabinet dat zelfstandige onderdelen van de Staat strafrechtelijk vervolgd moeten kunnen worden voor overtredingen van ordeningswetgeving. Het kabinet geeft in een brief aan de Tweede Kamer aan dat het advies voor haar zwaar weegt, maar dat het op een aantal punten nadere uitwerking behoeft.
De commissie, bestaande uit mr. H.L.J. Roelvink, mr. M.A.P. Bovens, mr. G. Knigge en mr. H.R.B.M. Kummeling, heeft vorige maand rapport uitgebracht. Zij komt daarin tot de conclusie dat de Staat als rechtspersoon onvervolgbaar dient te blijven, maar dat het aanbeveling verdient om zelfstandige onderdelen van de Staat strafrechtelijk vervolgbaar te maken voor overtredingen van ordeningswetgeving. Vervolging voor commune delicten, bijvoorbeeld dood door schuld, wordt door de commissie niet voorgesteld. Een en ander zou ook moeten gelden voor andere publiekrechtelijke lichamen zoals provincies en gemeenten.
Volgens de commissie moeten individuele overheidsfunctionarissen binnen een publiekrechtelijk rechtspersoon strafrechtelijk vervolgd kunnen worden - als opdrachtgever of feitelijke leidinggever - óók wanneer de rechtspersoon om een of andere reden immuun zou zijn. Daarnaast stelt de commissie dat de aanwijzingsbevoegdheid van de minister van Justitie ten aanzien van het Openbaar Ministerie in concrete zaken met betrekking tot publiekrechtelijke rechtspersonen moet worden uitgesloten.
In een eerste reactie geeft het kabinet aan dat het advies op een aantal punten nadere uitwerking behoeft. Daarbij gaat het om de vraag welke Staatsonderdelen in de door de commissie beschreven categorie van (strafrechtelijk aansprakelijk te stellen) zelfstandige onderdelen van de Staat zouden vallen en welke wetgeving als ordeningswetgeving dient te worden aangemerkt. Voorts geeft het kabinet aan niet te voelen voor de door de commissie voorgestelde beperking van de politieke verantwoordelijkheid en de aanwijzingsbevoegdheid van de minister van justitie voor het Openbaar Ministerie.
RVD, 08.03.2002