Ministerie van Algemene Zaken
Ministerie van Justitie
Persbericht ministerraad
7 maart 2002
EFFICIËNTERE PROCEDURES IN STRAFZAKEN
De ministerraad heeft op voorstel van minister Korthals van Justitie ingestemd met een wetsvoorstel om de doelmatigheid van het procederen in strafzaken bij de gerechtshoven en rechtbanken te vergroten. Zo krijgen de hoven de mogelijkheid een zogenoemde raadsheer-commissaris te benoemen, die buiten de terechtzitting onderzoek kan verrichten. Ook kan het hof een lid van de behandelende strafkamer, met instemming van Openbaar Ministerie en verdachte, aanwijzen om dergelijk onderzoek te doen. Nu moet het hof daarvoor een beroep doen op de rechter-commissaris van de rechtbank. Dat is voor hen een extra belasting en het is bovendien niet efficiënt omdat zij de zaak niet kennen.
Een ander element uit het wetsvoorstel is dat verdachten langer voor de zitting bij de Officier van Justitie moeten aangeven welke getuigen en deskundigen zij voor de zitting opgeroepen wensen te zien. Nu kunnen verdachten dat tot drie dagen voor de zitting doen. Vaak blijkt het dan niet mogelijk personen op tijd op te roepen, met vertraging in de rechtszaak als gevolg. Onder de nieuwe regels moeten getuigen en deskundigen uiterlijk tien dagen voor de zitting worden opgegeven. Wanneer de samenstelling van de behandelende strafkamer wijzigt tijdens de zaak, bijvoorbeeld als gevolg van een wraking van een van de raadsheren, hoeft het onderzoek ter terechtzitting niet geheel opnieuw plaats te vinden als Openbaar Ministerie en verdachte daarmee instemmen.
De ministerraad heeft ermee ingestemd dat het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State zal worden gezonden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State wordt pas openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.
RVD, 08.03.2002