Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van

uw kenmerk

ons kenmerk
DL. 2002/838
datum
08-03-2002

onderwerp
Aanvullende vragen van Atsma en Mosterd (CDA) inzake EU-premies aan MKZ-boeren
TRC 2002/163

bijlagen

Geachte Voorzitter,

Hierbij doe ik u toekomen de antwoorden op de aanvullende vragen, gesteld door de leden Atsma en Mosterd (beiden CDA), over de uitbetaling van EU-slachtpremies aan MKZ-boeren.

1, 2 en 5 Ja, de Europese Commissie heeft voor bepaalde BSE-gevallen voorzien in de mogelijkheid van slachtpremie. In Verordening (EG) 2777/2000 van de Commissie inzake het testen op BSE van runderen ouder dan 30 maanden en de bijzondere opkoopregeling voor runderen (ter destructie of opslag) is expliciet bepaald dat de - in dit kader geslachte runderen - in aanmerking komen voor slachtpremie. Daartoe behoren derhalve ook de runderen die positief op de BSE-test in dit kader hebben gereageerd. In de voor MKZ-relevante regelgeving ontbreekt een vergelijkbare voorziening. Op grond daarvan acht de Nederlandse regering het niet mogelijk om slachtpremie uit te keren voor MKZ-geruimde runderen.


---
Nee, een component voor de gederfde slachtpremie is niet aan de orde omdat aan de veehouders op basis van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren een tegemoetkoming in de schade wordt verstrekt, op basis van vervangingswaarde van de betrokken dieren.


---
Ja, in de toezichtgebieden zijn uit welzijnsoverwegingen dieren geruimd. In het kader van de betrokken opkoopregeling werd uitgegaan van de vervangingswaarde van de dieren. In de gegeven omstandigheden was geen sprake van slacht in de zin van de slachtpremieregeling. Ingeval dieren niet in aanmerking komen voor slachtpremie kan mijns inziens evenmin sprake zijn van schade als gevolg van het niet uitkeren van slachtpremie.

6 en 7 Zoals ik u in de beantwoording van eerdere vragen van de heren Atsma en Mosterd over dit onderwerp heb gemeld (Tweede Kamer, 2001-2002, Aanhangsel nr. 379), heb ik mijn standpunt ter bevestiging voorgelegd aan de Europese Commissie. De Commissie heeft mij eind januari jl. laten weten dat zij een grondig onderzoek nodig acht met betrekking tot de onderhavige kwestie, waarbij verschillende diensten betrokken zijn. Om deze reden is de Commissie nog niet in staat geweest mijn brief te beantwoorden. Zij zal dit doen na voornoemd onderzoek. Ik zal u na ommekomst van het antwoord van de Commissie terzake nader informeren.

De minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

mr. L.J. Brinkhorst

datum

kenmerk

bijlage
Vragen

Aanvullende vragen van de leden Atsma en Mosterd (beiden CDA) aan de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij over de uitbetaling van EU-slachtpremies aan MKZ-boeren.(Ingezonden 21 december 2001)

1
Is het u bekend dat Brussel toestaat dat voor om veterinaire redenen gedode dieren (bijvoorbeeld door BSE-ruimingen via slachterijen) premie betaald wordt indien aan de overige voorwaarden wordt voldaan?

2
In welke opzicht verschilt de regeling met betrekking tot slachtpremies voor bij BSE gedode dieren met die van bij MKZ gedode dieren?

3
Is in de vergoeding van de geruime dieren van een vleesveebedrijf gebaseerd op de vervangingswaarde een component opgenomen voor de gederfde slachtpremie?

4
Werden in de toezichtgebieden uit welzijnsoverwegingen dieren geruimd? Zo ja, kunt u verklaren en uitleggen dat deze bedrijven geen schade hebben geleden vanwege het niet uitkeren van de slachtpremie?

5
Werd het verstrekken van de slachtpremie onmogelijk door het standpunt van de Nederlandse regering?

6
Was de slachtpremietoekenning aan de gedurende veehouders mogelijk geweest wanneer de regering direct of indirect de gedeclareerde slachtpremie in Brussel had ingediend en zich niet had verzet tegen toekenning van deze premie?

7
Is het niet meewerken aan het verkrijgen van slachtpremie voor geruimde en gedode dieren bewust regeringsbeleid en staat u nog steeds achter dit beleid?

Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Atsma en Mosterd (beiden CDA), ingezonden 1 november 2001.

Mededeling
Mededeling van minister Brinkhorst (Landbouw, Natuurbeheer en Visserij). (Ontvangen 24 januari 2002)

Hierbij bericht ik u dat de vragen van de leden der Tweede Kamer Atsma en Mosterd (beiden CDA) inzake uitbetaling EU-slachtpremies aan MKZ-boeren tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord.
De reden van uitstel is dat het beantwoorden meer tijd vraagt, omdat ik bij de antwoording de reactie wil betrekken van de Europese Commissie op mijn brief over dit onderwerp van december jl. In de antwoorden op de eerdere vragen heb ik de strekking en het belang van deze brief aangegeven. De reactie van de Commissie heb ik nog niet ontvangen.


---