Ingezonden persbericht
Persbericht NLIP, Den Haag, 8 maart 2002
***Ongevraagde e-mail: de keus is aan de provider***
De NLIP, de Branchevereniging van Nederlandse Internetproviders, is verheugd
over de uitspraak van de Amsterdamse voorzieningenrechter in de zaak die
door XS4All is aangespannen tegen Ab.Fab. De uitspraak erkent de problemen
die internetproviders reeds jaren hebben met ongevraagd verzonden
commerciële e-mail. De uitspraak van de Amsterdamse voorzieningenrechter is
de eerste uitspraak over e-mail marketing in Nederland en heeft zodoende een
belangrijke voorbeeldfunctie.
NLIP streeft al lange tijd naar een regeling die, gelet op de problemen van
verschillende providers, de overlast voor providers kan verminderen en
tegelijkertijd recht doet aan de privacybelangen en de keuzevrijheid van de
consument. Ab.Fab werd door het prominente NLIP-lid XS4All voor de rechter
gedaagd nadat zij een stortvloed van klachten had veroorzaakt door op
onrechtmatige wijze massale mailings te versturen.
Opt-out door provider
Massale mailings veroorzaken hoge kosten voor providers Bij gebruikers
roepen zij vaak irritatie op. Providers hebben er dan ook belang bij dat
deze vorm van marketing niet ongelimiteerd kan plaatsvinden. De uitspraak
van de Amsterdamse rechter maakt het mogelijk om netwerken van providers af
te sluiten voor ongevraagde e-mail marketing. De provider heeft immers geen
vervoersplicht. De provider kan dan voor zijn klanten als het ware een
'collectieve opt-out' bedingen. De rechtbank verwoordt dit cruciale recht
als volgt:
"Voorop wordt gesteld dat XS4All geen wettelijke vervoersplicht heeft. Zij
heeft zich evenwel naar haar gebruikers en/of klanten en/of abonnees (hierna
klanten) toe verbonden alle e-mail berichten te vervoeren en heeft zichzelf
daarmee een vervoersplicht opgelegd. XS4All wil evenwel geen berichten
vervoeren waar haar klanten niet om hebben gevraagd en wenst deze dan ook
niet van -in dit geval Ab.Fab- aangeleverd te krijgen via haar systemen.
XS4All heeft (...) in haar algemene voorwaarden ook duidelijk gemaakt dat zij
er belang aan hecht dat haar klanten gevrijwaard blijven van ongevraagde
reclame via e-mail door het opleggen van een daartoe strekkend verbod aan
haar eigen klanten. Voorshands wordt geoordeeld dat nu XS4All een dergelijk
verbod (op het verzenden van spam) oplegt aan haar eigen klanten zij ook,
aangezien zij geen wettelijke vervoersplicht heeft, aan derden, zoals
Ab.Fab, kan verbieden via haar systemen ongevraagd reclameberichten te
zenden aan haar klanten. Reeds op deze grond is de gevraagde voorziening
toewijsbaar."
Xs4All kan dus -in haar algemene voorwaarden- duidelijk maken dat zij geen
ongewenste reclame e-mail wenst te ontvangen, en kan zo voorkomen dat e-mail
ongevraagd (zonder voorafgaande toestemming), met gebruikmaking van zijn
netwerk en zijn systemen wordt verzonden. De NLIP stelt met tevredenheid
vast dat de problemen die providers, met ongevraagde e-mail hebben door de
rechter worden erkend en niet, zoals Ab.Fab wilde, worden
gebagatelliseerd.
Precedentwerking
De Branchevereniging van internetproviders NLIP is voorts van menig dat deze
zaak een precedent schept. Ook andere providers kunnen zich, zo volgt
logischerwijze uit de uitspraak, beroepen op het recht hun netwerk af te
sluiten voor ongevraagde e-mail. Dit recht kunnen zij dan uiteraard niet
alleen inroepen tegenover Ab.Fab, maar tegenover iedere marketeer. De NLIP
zal in het licht van de recente uitspraak in overleg treden met de diverse
brancheverenigingen voor direct-marketing ten einde hier een uniforme
regeling in het leven te roepen en nadere afspraken te maken. Het blijft dan
aan de provider daar gebruik van te maken. Met andere woorden: de keus is nu
aan de provider.
Uniforme regeling blijft noodzakelijk
Hoewel deze regeling voor internetproviders gunstig uitpakt is zij niet
voldoende om alle problemen omtrent ongevraagde e-mail op te lossen. De NLIP
zal daarom blijven werken aan een meer structurele oplossing, die de keuze
voor de te ontvangen informatie exclusief aan de consument laat. Immers:
alleen de consument kan op grond van de inhoud beoordelen of een e-mail
gewenst of ongewenst is.
Daarom valt met name te denken aan het eisen van een ondubbelzinnige,
voorafgaande toestemming van de consument, alvorens een bedrijf over mag
gaan tot het ongevraagd mailen van gebruikers. Dit recht kan dan eventueel
worden genuanceerd met het recht voor bedrijven om de eigen klanten
ongevraagd te benaderen tot zij verzet aantekenen. De Branchevereniging
NLIP heeft daarom mede het initiatief genomen om in Nederland nadere
afspraken te maken over deze problematiek. Al met al blijft een uniforme
internationale wettelijke regeling daar bij noodzakelijk, ook omdat veel van
de ongevraagde emails van buiten ons land afkomstig zijn. De Europese Unie
is op dit moment doende zijn beleid ter zake aan te passen.