Gemeente Utrecht

Na dodelijk ongeluk bij Utrechtse Brandweer: landelijke maatregelen nodig voor verbeteren duikveiligheid brandweer

Het duikongeluk met dodelijke afloop bij de Utrechtse Brandweer in juli 2001 is volgens het rapport van de interne onderzoekscommissie aanleiding om de landelijke les- en leerstof voor brandweerduikers aan te passen. De commissie, die de commandant van de brandweer direct na het ongeluk heeft ingesteld, vindt dat er in de les- en leerstof te weinig aandacht wordt besteed aan situaties waarbij duikers zelf in moeilijkheden komen. Er moet volgens de commissie meer aandacht worden geschonken aan de zelfredzaamheid van duiker en aan de noodprocedures daar omheen. Tevens moet er nader onderzoek worden ingesteld naar mogelijke complicaties bij het dragen van volgelaatsmaskers.

De onderzoekscommissie is van mening dat de Utrechtse brandweerorganisatie zelf meer aandacht moet schenken aan de wijze waarop wordt geoefend. De oefeningen zouden plaats moeten vinden volgens de nieuwe inzichten zoals omschreven in de "Leidraad Oefenen" van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Ook moeten procedures worden opgesteld en aangepast.

Het ongeluk gebeurde tijdens een reguliere duikoefening op het industrieterrein Lage Weide, in het snel stromende water bij de koelwateruitlaat van de UNA elektriciteitscentrale. Na verschillende mislukte reddingspogingen werd brandwacht William Brouwer naar het ziekenhuis vervoerd, waar hij vier dagen later overleed.

Zowel het Openbaar Ministerie als de Arbeidsinspectie hebben naar de gebeurtenissen een onderzoek ingesteld. De resultaten van beide onderzoeken zijn nog niet bekend. De interne onderzoekscommissie van de brandweer heeft in november haar werkzaamheden afgerond. De toenmalige commandant van de brandweer, heeft na overleg met burgemeester Brouwer besloten pas met dit rapport naar buiten te komen op het moment dat ook de Arbeidsinspectie en het OM hun bevindingen bekend zouden maken. In november was de verwachting dat dit snel zou gebeuren. Redenen om het interne onderzoek niet apart naar buiten te brengen waren dat het oordeel van het OM kan afwijken van het oordeel van de interne commissie. Ook wilde de burgemeester de familie en de betrokkenen bij de brandweer niet meermalen confronteren met publiciteit rondom het verschijnen van die rapporten.

Burgemeester Brouwer kreeg deze week echter het signaal dat ondanks haar herhaald aandringen bij Arbeidsinspectie en Jusitie, de resultaten van deze onderzoeken niet op korte termijn beschikbaar komen. Omdat de conclusies uit het interne onderzoek aanleiding geven ook op landelijk niveau maatregelen voor het verbeteren van de duikveiligheid te nemen, acht de burgemeester het niet verantwoord het rapport nog langer vast te houden. De burgemeester heeft het rapport inmiddels aangeboden aan de Inspectie Brandweerzorg en Rampenbestrijding van het ministerie van BZK.

Inmiddels wordt bij de brandweer Utrecht gewerkt aan de noodzakelijke organisatorische verbeteringen en het verbeteren van de (nood)procedures.

Utrecht, 8 maart 2002