FNV

FNV: Aantal vrouwelijke leden FNV stijgt met bijna 10.000

Het aantal vrouwelijke leden van de FNV is in 2001 fors gestegen. Op 1 januari 2002 telde de FNV 348.616 vrouwen als lid. Met deze stijging van 9.442 (2,8 procent) vrouwelijke leden komt het aandeel vrouwen binnen de FNV op 29 procent. Dit blijkt uit de 8 maart enquête die de FNV jaarlijks laat uitvoeren.

Met de stijging van 2,8 procent lijkt de stagnatie in de ledengroei van vorig jaar gekeerd. Alle bonden profiteerden hiervan mee. De grootste stijging kwam op naam van de ABVAKABO FNV. De winst van 5.961 vrouwelijke leden is grotendeels toe te schrijven aan de recente acties in de ziekenhuizen en kinderopvang. Andere bonden die goed scoorden waren de NPB (321), NVJ (385), Aob (652), AFMP (692) en FNV Bondgenoten (1081).

Vooral jonge vrouwen (tot 44 jaar) kiezen de kant van de grootste vakcentrale in Nederland. Het totaal aantal leden in deze leeftijdscategorie komt om 19.000.
Het ledenaantal van de FNV dat voor 29 procent uit vrouwen bestaat ligt nog wel achter bij de 40 procent, het aandeel dat vrouwen hebben in de totale beroepsbevolking.

De organisatiegraad van vrouwen varieert sterk per sector. Hoog scoren hierbij het onderwijs en de politie. Het percentage van 56 procent en 25 procent vrouwelijke leden dat respectievelijk de onderwijsbond AOb en de politiebond NPB hebben is gelijk aan het percentage vrouwen dat werkzaam is in deze sectoren. De AFMP (militairen) organiseert zelfs meer vrouwen (29 procent) dan er werkzaam zijn (13 procent). Alle andere bonden hebben een lagere organisatiegraad.

Het aandeel van vrouwelijke werknemers bij de FNV is met 0,5 procent gestegen tot 62 procent. Relatief veel vrouwen op leidinggevende posities zijn er bij de FWZ (67 procent), ABVAKABO FNV (53 procent), FNV Bondgenoten (43 procent) en FNV Horecabond (42 procent). Het aantal betaalde vrouwelijke bestuurders in dienst van de bonden loopt terug van 32 procent naar 31,2 procent.

De groei van het aandeel vrouwen in de bondsraad van de afgelopen jaren lijkt te zijn gestopt. Het aandeel van 18 procent is terug gelopen tot 16,6 procent. Dit percentage is nog lang geen afspiegeling van het percentage vrouwelijke leden. Op dit punt valt nog veel te winnen.