Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut
Het weer nader verklaard
Verkiezingsweer
Politici beweren vaak dat het weer een rol speelt in de
uitslag van verkiezingen. In landen met extreme weersomstandigheden is
dat inderdaad zo. Zo bestaat er een verband bestaan tussen regen en de
uitslag van presidentsverkiezingen in de Verenigde Staten. In periodes
met langdurige droogte vallen de uitslagen in de getroffen gebieden
ongunstiger uit voor de zittende president dan bij voldoende regen. In
vrijwel alle onderzochte gevallen leidde droogte tot een politieke
ommezwaai. De oorzaak is duidelijk: droogte levert slechte oogsten op
met voedselproblemen en sociale onrust.
In het gematigde Nederlandse klimaat kennen we zulke problemen niet en
weer en klimaat hebben hier, zover is na te gaan, geen invloed op
verkiezingsuitslagen en opkomstcijfers. Wellicht zullen sommige
kiezers even wachten met stemmen als het weer erg slecht is, maar het
weer weerhoudt niemand ervan naar de stembus te gaan.
Bij verkiezingen op 26 mei 1981 (opkomst 87,0%) vielen er 's middags
flinke regen- en onweersbuien. De 8e september 1982 (opkomst 81,0%)
bood droog, vrij zonnig en vrij warm najaarsweer. De 21e mei 1986
begon zonnig, maar in de late middag en avond (toen de stembussen
gesloten waren), volgde regen; de opkomst was 85,8%. Op 6 mei 1989 was
het droog, zonnig en vrij warm maar de opkomst was duidelijk lager:
80,3%. Op 3 mei 1994 was het ook prachtig en toch waren de
opkomstcijfers minder: 78,8%.
Sinds 1977 zijn de Tweede Kamer verkiezingen vijfmaal in mei een
tweemaal september gehouden en dat is klimatologisch geen slechte
keus. Alleen 6 mei 1998 was een natte en winderige verkiezingsdag maar
op alle andere dagen scheen de zon en viel er hooguit enkele lokale
buien. Op alle verkiezingsdagen was de zon minstens een aantal uren
van de partij en de meeste dagen waren zelfs heel zonnig met ongeveer
10 uur zon.
De warmste verkiezingsdag sinds 1956 beleefden we op 25 mei 1977: bij
10 tot 15 uur zon werd het zomers warm. Ronduit koud was het in 1967,
maar toen waren de verkiezingen op 15 februari: 's ochtends vroor het
-3 tot -7 graden en overdag was het 3 tot 6 graden boven nul.
Plaatselijk hardnekkige mist bepaalde het verkiezingsweer op 13
oktober 1956 en ook op 6 september 1989 was het mistig, toen alleen 's
ochtends in het noorden. De vorige verkiezingsdag op 6 mei 1998 bood
het slechtste weer. De opkomst was met landelijk 73,2% de laagste
sinds de opkomstplicht is afgeschaft in 1970, maar de opkomstcijfers
vertoonden een grillig beeld door de geringe motivatie van de kiezers.
Bij de vorige raadsverkiezingen op 4 maart 1998 woedde een
zuidwesterstorm. Het opkomstpercentage was met 60,5 % lager dan de
jaren daarvoor.
Verkiesbaar weer: weersomstandigheden tijdens de verkiezingen in
Nederland
Index het weer nader verklaard
Laatste wijziging: 5 maart 2002
Vragen en reacties:
Harry Geurts, PR & Voorlichting KNMI
Copyright © KNMI