European Commission
IP/02/368
Brussel, 6 maart 2002
Sleutelfactoren van de geslaagde omschakeling op de euro
In een mededeling bestemd voor de aanstaande Europese Raad van
Barcelona op 15 en 16 maart maakt de Commissie een uitvoerige balans
op van de overgang op de euro, de voorbereiding van het bedrijfsleven
en de reacties van het publiek. Aan de hand van gedetailleerde
gegevens per land kan het omschakelingsproces vanaf de bevoorrading
vooraf tot het uit omloop nemen van de nationale munteenheden worden
gevolgd. Overal in de eurozone is de omschakeling op de eenheidsmunt
succesvol verlopen. Volgens de laatste peilingen van medio februari
2002 is de vrees voor een mogelijk ontoereikende voorbereiding van het
MKB ongegrond gebleken. Op 1 januari 2002 voerde immers 95% van alle
kleine en middelgrote ondernemingen hun boekhouding in euro, terwijl
96% hun prijzen in euro vaststelde en 97% hun facturen in euro
opmaakte. Op dat punt zijn er weinig verschillen tussen de deelnemende
lidstaten. Wat de burgers betreft, bevestigen de peilingen de algemene
positieve stemming: ruim 80% van de burgers van de eurozone is van
oordeel dat de omschakeling vlot is verlopen en bijna 70% is verheugd
dat de euro hun nieuwe munteenheid is geworden. Uit de enquêtes blijkt
tevens dat de euro ook in de niet-deelnemende lidstaten ("pre-ins")
enthousiast is onthaald: 57% van de Zweden verklaart dat zij zeer of
vrij tevreden zouden zijn mocht hun land de euro invoeren. Dit
percentage bedraagt 49% in Denemarken en 34% in het Verenigd
Koninkrijk.
De verschillende fasen van het omschakelingsproces op de euro
1. Bevoorrading vooraf
In het kader van de bevoorrading vooraf zijn in totaal 6 miljard
bankbiljetten en 37,5 miljard munten van tevoren gedistribueerd. Deze
resultaten zijn nog frappanter wanneer ze worden vergeleken met de
hoeveelheid euro's die begin februari 2002 in omloop waren: gemiddeld
80% van de biljetten (in volume) en 97% van de munten die toen in
gebruik waren, was vóór januari gedistribueerd. De deelneming van
banken en burgers aan de bevoorrading vooraf kan als zeer bevredigend
worden bestempeld. De deelneming van de winkels daarentegen liep van
land tot land uiteen. Het succes van de bevoorrading vooraf heeft een
doorslaggevende bijdrage geleverd tot de snelle start van de
betalingen in euro begin 2002.
2. Verspreiding van biljetten en muntstukken in januari 2002
Het nieuwe geld werd hoofdzakelijk langs drie kanalen verspreid:
* afhalingen bij geldautomaten. Gemiddeld 80% van de automaten was
reeds op 1 januari aan de euro aangepast. De operatie is technisch
zeer goed verlopen en vorderde snel in de gehele eurozone: na 4
januari kwamen uit vrijwel alle geldautomaten nog alleen euro's.
Het aantal afhalingen bij geldautomaten was zeer groot in de
eerste week van januari als gevolg van het enthousiasme en de
nieuwsgierigheid van de burgers naar hun nieuwe munt. Dankzij de
deugdelijkheid van de door de banken getroffen logistieke
voorzieningen hebben zich geen ernstige problemen met de
bijvulling van de geldautomaten voorgedaan.
* afhalingen of omwisselingen aan loketten van financiële
instellingen. De consumenten begaven zich massaal naar de loketten
van de 218 000 bank- of postkantoren om er euro's op te nemen of
hun oude nationale geld om te wisselen, waardoor er lange
wachtrijen ontstonden. In verscheidene landen hebben de
particulieren zelfs meer euro's afgehaald aan de loketten dan bij
de geldautomaten. Wegens de lange wachtrijen waren er soms
bankkantoren die besloten nog uitsluitend voor klanten geld om te
wisselden.
* teruggave van wisselgeld door winkels. De winkels en vooral de
supermarkten en warenhuizen hebben zich over het geheel genomen
goed gehouden aan de Europese en nationale aanbevelingen om
uitsluitend wisselgeld in euro terug te geven. De situatie met
betrekking tot de bevoorrading van de winkels met biljetten en
munten was de eerste week gespannen wegens het grote aantal
consumenten dat aankopen van geringe waarde met grote coupures
betaalde, de beperkte geldtransportcapaciteiten (voor de
supermarkten en warenhuizen) en de lange wachtrijen aan de
loketten van de banken (voor de kleine winkeliers). Dankzij de
inzet van de instellingen en alle economische actoren waren er
evenwel slechts in incidentele gevallen tekorten aan bepaalde
denominaties van munten of biljetten. Reeds aan het einde van de
eerste week van januari geschiedden de meeste betalingen in
contanten in euro en aan het einde van de tweede week was er nog
maar weinig nationaal geld in omloop. Dankzij deze zeer snelle
stijging van de betalingen in euro, en ook dankzij de
uitzonderlijke maatregelen van de meeste grootwinkelbedrijven
(meer kassa's open, extra personeel om uitleg te geven bij de
kassa's enz.) konden veel langere wachtrijen in de winkels worden
vermeden.
3. Terugname van de nationale munteenheden
Was de distributie van de euromunten en -biljetten over drie maanden
gespreid, de terugkeer van de nationale geldsoorten is grotendeels in
enkele weken gebeurd, waardoor de depots van banken en
geldtransporteurs vol raakten en er zeer grote vertragingen optraden
bij het sorteren en tellen vooral van de munten en dus bij de
creditering van de rekeningen van de winkels bij de commerciële banken
en van de rekeningen van de commerciële banken bij de centrale banken.
Op 22 februari was bijna 83% van de biljetten (in waarde) en 28% van
de muntstukken teruggenomen en door de centrale banken in de boeken
geregistreerd. De Commissie verzoekt de burgers de hun geboden
aanvullende termijn te gebruiken om de nationale biljetten of
muntstukken die zij eventueel nog bezitten, bij hun bank of bij de
centrale bank in te leveren (zie bijlage voor de data per land). In
verband met de nog in het bezit van de burgers zijnde buitenlandse
muntstukken wordt eraan herinnerd dat de door de NGO's op touw gezette
inzamelingsacties nog steeds lopen.
Een geslaagde overgang op de euro door het MKB
Over het algemeen is de bezorgdheid over een ontoereikende
voorbereiding van het MKB ongegrond gebleken. De ernstige inspanningen
die nationale overheidsdiensten, banken en beroepsorganisaties zich
hebben getroost met het oog op de bewustmaking van de ondernemingen,
blijken uiteindelijk vruchten te hebben afgeworpen. De medio februari
2002 gehouden eurobarometer-enquête levert immers een zeer bevredigend
beeld op, dat scherp afsteekt bij dat van de voorgaande enquêtes: tal
van kleine en middelgrote ondernemingen lijken met succes op het
laatste moment op de euro te zijn overgestapt. Ter illustratie zij
vermeld dat van de kleine en middelgrote ondernemingen op 1 januari
2002 95% hun boekhouding in euro voerde, 96% hun prijzen in euro
vaststelde en 97% hun facturen in euro opmaakte. Er zijn weinig
verschillen tussen de deelnemende lidstaten volledig verslag op:
http://europa.eu.int/comm/public_opinion
Een enthousiast onthaal van de euro door de burgers
Eind januari zorgde de overgang op de euro nog bij één burger op vijf voor enige moeilijkheden en bij één burger op vijfendertig voor veel moeilijkheden. Het herkennen en gebruiken van de muntstukken en vooral de biljetten levert geen echte problemen meer op. Niet verrassend is dat nog een meerderheid van de burgers in nationale munt denkt.
Het oordeel over het verloop van de chartale invoering van de euro is bijzonder positief: ruim 80% van de burgers vindt dat de chartale invoering goed tot zeer goed is verlopen. Ten slotte stelt ruim twee derden van de burgers van de eurozone persoonlijk tevreden of zeer tevreden te zijn dat de euro hun munt geworden is, een uitzonderlijk hoog percentage, dat bevestigt dat de Europeanen hun munteenheid enthousiast hebben onthaald volledig verslag op:
http://europa.eu.int/comm/press_room/presspacks/euro/pp_euro_en.html
Situatie in de niet-deelnemende lidstaten ("pre-ins")
De tegelijk met de mededeling gepubliceerde resultaten van een
Eurobarometer-enquête bevestigen de trends die zich reed in de loop
van het najaar aftekenden: in Zweden en Denemarken is de stemming
omgeslagen ten gunste van de eenheidsmunt; in het Verenigd Koninkrijk
verloopt dit proces langzamer en blijft het scepticisme sterk
overheersen.
De verkregen resultaten mogen weliswaar niet meteen als representatief
voor het stemgedrag bij een eventueel referendum worden beschouwd,
maar het is toch opvallend dat 57% van de Zweden (tegen 37%) verklaren
dat zij zeer of vrij tevreden zouden zijn mocht hun land de euro
invoeren. Dit percentage bedraagt 49% in Denemarken (tegen 34%
ontevredenen) en 34% in het Verenigd Koninkrijk (tegen 56%).
Het percentage van degenen die denken dat hun land uiteindelijk toch
de eenheidsmunt zal aannemen, bedraagt 91% in Denemarken, 75% in
Zweden en 70% in het Verenigd Koninkrijk.
Vrij velen menen dat de inwoners van de landen van de eurozone grote
moeilijkheden ondervinden: in het Verenigd Koninkrijk denkt 64% dat de
vervanging van de nationale munteenheden voor veel problemen zorgt.
Deze percentages bedragen 44% in Denemarken en 36% in Zweden.
68% van de Britten denkt dat er gesjoemeld is met de prijzen, tegen
49% van de Zweden en 48% van de Denen.
Desondanks denkt 72% van de Zweden en 63% van de Denen dat de inwoners
van de eurozone tevreden zijn dat de euro hun munt geworden is. In het
Verenigd Koninkrijk is slechts 50% deze mening toegedaan.
68% van de Denen voelt zich goed geïnformeerd over de euro (+15 punten in vergelijking met november), terwijl dit slechts voor 51% van de Zweden (+7) en 50% van de Britten (+13) het geval is.
In elk van de 3 landen verklaart ongeveer één persoon op 7 reeds euro's in handen te hebben gehad volledig verslag op:
http://europa.eu.int/comm/press_room/presspacks/euro/pp_euro_en.html
Belangrijkste bepalingen voor het einde van de periode van dubbele
omloop en de inwisseling van nationaal geld.
Einde van de periode van dubbele omloop
Inwisseling bij de banken na einde als wettig betaalmiddel
Terugbetaling na einde als wettig betaalmiddel(1) Kosteloze
inwisseling voor cliënten Kosteloos voor niet-cliënten
België 28 februari 2002 middernacht 31/12/2002 Bankbiljetten:
onbeperkt Munten: eind 2004 BEF deposito's: kosteloos zonder beperking
tot 31 december 2002 Inwisseling BEF: kosteloos voor bankbiljetten
zonder beperking tot 28.2.2002, tevoren aan te vragen voor hoge
bedragen De meeste banken zullen kosteloos nationaal geld inwisselen
tot een bepaald maximum.
Duitsland 31 december 2001 middernacht(2) Ten minste tot 28/2/2002.
Daarna zal flexibiliteit worden betracht. Onbeperkt Wordt door elke
bank afzonderlijk beslist. Sommige banken hebben reeds verklaard geen
kosten te zullen aanrekenen voor de inwisseling van nationaal geld.
Vele banken zullen kosteloos nationaal geld inwisselen tot een bepaald
maximum (500 DEM).
Griekenland 28 februari 2002 Ja; door elke bank afzonderlijk vast te
stellen. Bankbiljetten: tot 1/03//2012 Munten: tot 1/03/2004 Onbeperkt
Vele banken zullen het nationale geld onbeperkt kosteloos inwisselen.
Een waarschuwing is vereist voor grote bedragen.
Spanje 28 februari 2002 30/6/2002 Bankbiljetten en munten: onbeperkt
Onbeperkt tot 30 juni 2002 bij banken voor cliënten en niet-cliënten.
Onbeperkt inwisselen bij de Centrale Bank van Spanje De meeste banken
zullen kosteloos nationaal geld inwisselen tot een bepaald maximum.
Frankrijk 17 februari 2002 middernacht 30/6/2002 Bankbiljetten: tot
17/02/2012 Munten: tot 17/02/2005 Onbeperkt De meeste banken zullen
kosteloos nationaal geld inwisselen tot een bepaald maximum.
Ierland 9 februari 2002 middernacht Gedurende een nog niet
vastgestelde periode. Onbeperkt Huishoudbedragen tot een totaal van
(ten minste) IEP 500 per persoon Vele banken zullen kosteloos
nationaal geld inwisselen tot een bepaald maximum.
Italië 28 februari 2002 30/6/2002 Bankbiljetten en munten: tot
01/03/2012 Aanbeveling van de Italiaanse vereniging van banken:
inwisseling van bedragen tot tweemaal de daglimiet voor opnames bij
geldautomaten (ongeveer 500 EUR)
Onbeperkte inwisseling na aanvraag één werkdag tevoren
Vele banken zullen kosteloos nationaal geld inwisselen tot een bepaald
maximum.
Luxemburg 28 februari 2002 30/6/2002 Bankbiljetten: onbeperkt Munten:
eind 2004 Banken en postkantoren zullen tot 1 000 EUR inwisselen.
Eurocentra zullen bedragen van meer dan 1 000 EUR inwisselen.
Inwisseling kosteloos voor niet-cliënten tot een door elke bank
afzonderlijk vast te stellen maximum.
Nederland 28 januari 2002 middernacht 31/12/2002 (vanaf 1/4/2002 mogen
de banken kosten in rekening brengen) Bankbiljetten: tot 1/01/2032
Munten: tot 1/01/2007 Particuliere cliënten van banken kunnen tot 1
april 2002 kosteloos nationaal geld deponeren en/of inwisselen. Vele
banken zullen kosten aanrekenen voor de inwisseling van nationaal
geld.
Oostenrijk
28 februari 2002 Na 28/2/2002 door elke bank afzonderlijk vast te
stellen Onbeperkt Een maximum van 50 000 ATS wordt aanbevolen. De
meeste banken zullen kosteloos nationaal geld inwisselen tot een
bepaald maximum.
Portugal 28 februari 2002 30/6/2002 Bankbiljetten: tot 30/12/2022
Munten: tot 30/12/2002 De banken bevelen aan geld in te wisselen via
de bankrekening. Inwisseling kosteloos voor cliënten. In andere
gevallen afhankelijk van de regels van elke bank.
De meeste banken zullen kosteloos nationaal geld inwisselen tot een
bepaald maximum of zonder beperking..
Finland 28 februari 2002 Door elke bank afzonderlijk vast te stellen.
Bankbiljetten en munten: tot 29/01/2012 Geen beperking voor het bedrag
of de frequentie wanneer de inwisseling via de bankrekening
plaatsvindt. De meeste banken zullen kosteloos nationaal geld
inwisselen tot een bepaald maximum.
(1)
Bij de nationale centrale banken
(2)
Overeenkomstig de "gezamenlijke verklaring" is het gebruik van
DM-bankbiljetten en -munten tenminste tot 28/2/2002 toegestaan.