Universiteit Twente
Persberichten > Nieuw > 02-011
02-011 07-03-2002
Oratie professor Van Harten over Kwaliteitsmanagement van
zorgtechnologie
"Minder inspectie en controle, beloon betere zorg"
Zorginstellingen moeten hun kwaliteit steeds beter organiseren, maar de effectiviteit hiervan is nog onvoldoende bewezen. En de invoering van richtlijnen voor medisch handelen is al jaren teleurstellend, zelfs als is bewezen dat patiënten er hun voordeel mee doen. De overheid kan daarom beter haar geld stoppen in de kwaliteit van de behandeling dan in inspectie en controle. Aldus professor Wim van Harten in zijn oratie met als titel "Beter, in balans" aan de Universiteit Twente (UT) op 7 maart. Van Harten is hoogleraar Kwaliteitsmanagement van Zorgtechnologie aan de UT en lid van de Raad van Bestuur (portefeuille Organisatie en Bedrijfsvoering) van het Nederlands Kanker Instituut/Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis.
De zorg bij ziekenhuizen en verpleeghuizen is zo complex geworden, dat
zorginstellingen hun kwaliteit steeds meer moeten organiseren. Maar
volgens Van Harten is de effectiviteit van kwaliteitsmanagement in de
zorg nog lang niet voldoende bewezen. Hij pleit er daarom voor om geen
kostbare investeringen te doen in managementsystemen waarvan de
meerwaarde niet is bewezen. "De meerwaarde van kwaliteitsmanagement
moeten we zoeken in het primaire proces zelf, de behandeling van de
patiënt en zijn gezondheidswinst. Overheid en instellingen stoppen
vooral geld in de inspectie en controle van de kwaliteit, ik schat
zo'n 350 miljoen euro, terwijl je je met reden kunt afvragen of dat
wel effectief besteed wordt."
Als voorbeeld noemt hij de nog maar enkele jaren oude Regionale
Indicatie Organen (RIO's), die door de politiek zijn ingesteld op het
hoogtepunt van de bezuinigingen om vat te krijgen op een eerlijke
verdeling van de schaarse plekken in de zorginstellingen. "Deze
organen dragen niet bij aan de verbetering van het primaire
zorgproces. Het opheffen van de RIO's en het teruggeven van deze taak
aan de mensen die er echt verstand van hebben, kan een kostenwinst van
minstens 25% opleveren. De huidige plannen van de overheid voor weer
een nieuw orgaan om de zorgresultaten te gaan vergelijken, zijn ook
onbegrijpelijk. Breng liever prikkels aan om dit vanuit het primaire
proces te organiseren."
Afkijken verplicht
Op het terrein van kwaliteitsverbetering hebben zorginstellingen de
meeste ervaring met de verspreiding en invoering van richtlijnen. Toch
zijn de resultaten op dit terrein al jaren teleurstellend, zelfs als
bewezen is dat patiënten er hun voordeel mee kunnen doen. "Uit de
buitenlandse literatuur blijkt dat in de praktijk forse verschillen
worden aangetroffen tussen instellingen die zich bezighouden met
bijvoorbeeld hartchirurgie of kankerbehandeling. Waarschijnlijk is dat
in Nederland ook zo. "Not invented here" is vaak een verborgen
argument. Net zoals in het bedrijfsleven, moet 'afkijken', en dan
vooral bij de beste, verplicht zijn. Het wordt voor professionals
steeds moeilijker om bij te blijven." Professor van Harten vindt
daarom dat in de opleiding van medische professionals meer nadruk moet
liggen op het 'leren veranderen'.
Niet alle ziekenhuizen zullen alles blijven doen
Verdergaande specialisatie en toenemend parttime werken leiden in de
komende jaren tot meer multidisciplinaire en, in combinatie met nieuwe
technologische mogelijkheden, zelfs tot interdisciplinaire
samenwerking. Van Harten: "Men zal steeds vaker samenwerken en grenzen
overschrijden, en dat stelt nieuwe eisen aan de organisatie van teams,
die vaker van samenstelling zullen wisselen. Met name bij
hooggespecialiseerde behandelingen in complex samengestelde teams
heeft dat bijvoorbeeld gevolgen voor de veiligheidsprocedures. Uit
diverse publicaties blijkt er een verband te bestaan tussen het aantal
keren dat men een behandeling uitvoert ('volume') en de kwaliteit
ervan, gemeten aan bijvoorbeeld de opnameduur, het aantal complicaties
en de overleving. Ik verwacht dat de komende tijd deze relatie grote
gevolgen heeft voor de structurering van de gezondheidszorg. De
relatie tussen volume en kwaliteit zal een grote rol gaan spelen bij
de ontwikkeling van kleine ziekenhuizen, zoals privé-klinieken. Niet
alle ziekenhuizen zullen alles blijven doen en wat is een beter
argument dan 'kwaliteit' om dat te sturen?"
Ondernemerschap in de zorg
Volgens Van Harten is er ook een verband tussen klantgerichte
kwaliteitszorg en ondernemerschap. "Analyseren van de behoefte van de
klant leidt tot een toename van de klantgerichtheid en stimuleert de
creativiteit in het reageren daarop. Kwaliteitsmanagement met een
sterke klantoriëntatie leidt daarom vanzelf tot ondernemerschap.
Vanwege de steeds duidelijkere rol die leiderschap speelt bij het
invoeren en levend houden van kwaliteitsmanagement, is het
noodzakelijk om met de NVZ (Vereniging van ziekenhuizen, red.) en de
NVZD (Vereniging van ziekenhuisdirectreuren, red.) te streven naar
(na)scholing voor het topmanagement van zorginstellingen. In mijn
visie kan dat bijna uitsluitend door het bijeen brengen van
deskundigheid op (inter)nationaal niveau en met als hoofdthema `het
leveren van zo hoog mogelijke kwaliteit'."
Noot voor de pers:
Professor Wim H. van Harten is deeltijdhoogleraar Kwaliteitsmanagement
van Zorgtechnologie aan de Universiteit Twente. Hij is lid van de Raad
van Bestuur (portefeuille Organisatie en Bedrijfsvoering) van het
Nederlands Kanker Instituut/Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis.
Oratie prof.dr. W. van Harten: donderdag 7 maart om 16 uur in het
gebouw De Vrijhof (Universiteit Twente).
Tekst: u kunt de tekst van de oratie aanvragen bij mw. F. Robers,
tel. 053 489 4852, e-mail: e.m.m.robers@bc.utwente.nl.
Contactpersoon Bureau Communicatie:
drs. B. Koopmans, tel. (053) 489 4366, e-mail:
b.j.m.koopmans@bc.utwente.nl
Internet:www.utwente.nl
© Universiteit Twente 2002