Actueel
Twaalf jaar onvoorwaardelijk voor Leidse stationsmoord
Bron: Rechtbank 's-Gravenhage
Datum actualiteit: 6-03-2002
Verdachte en zijn mededader hebben in het centrum van Leiden ruzie
gekregen met onder andere het latere slachtoffer. Later op de avond
hebben zij het latere slachtoffer opgewacht en achtervolgd met
doorgeladen pistolen. Verdachte heeft toen tegen zijn mededader gezegd
dat als je een pistool laat zien je het ook moet gebruiken. Verdachte
en zijn mededader hebben vervolgens hun achtervolging van K, B en A
binnen het station op de roltrap naar het perron vervolgd. Verdachte
heeft A, die tot die tijd in het gezelschap van K en B verkeerde,
gezegd weg te gaan. Verdachtes mededader had op het perron zijn
pistool in zijn rechterhand in zijn jaszak met zijn vinger aan de
trekker. De mededader heeft verdachte gevraagd of verdachte zou
schieten waarop verdachte zei dat er teveel andere mensen aanwezig
waren. In chronologische volgorde van de feitelijkheden heeft de
mededader vervolgens tweemaal een schot gelost op B. Awas in de
directe nabijheid van die B. Verdachte had zijn wapen gericht op K. K
probeerde de gestrekte arm van verdachte weg te slaan. Verdachte had
op een gegeven moment zijn pistool op het hoofd van K gericht en
vervolgens een kogel afgevuurd welke via het oog het hoofd binnendrong
ten gevolge waarvan die K kwam te overlijden.
Ga naar betreffende uitspraak met nummer: ad9889
(Zie het originele bericht)