Ministerie van Justitie

Daderprofielen van autodiefstal

Een vooronderzoek met behulp van de WODC-Strafrechtmonitor en het Herkenningsdienstsysteem

M.J.G. Jacobs, A.A.M. Essers, R.F. Meijer

Onderzoeksnotities 2002/2

Bestelwijze

Samenvatting

Ter verbetering van de preventie en opsporing van autodiefstal is een vooronderzoek uitgevoerd naar daderprofielen van autodieven. De vraagstelling van het onderzoek is drieledig:

1. Zijn er profielen van daders van autodiefstal te herkennen in de groep van bij Justitie bekende daders? Zo ja: 2. Hoe zijn deze profielen te typeren: welke kenmerken heeft elk profiel?
3. Wat is de actuele omvang van de dadergroepen die voldoen aan elk profiel, en voor welk percentage van het totaal aantal autodiefstallen zijn zij verantwoordelijk?

Om deze vragen te beantwoorden is gebruik gemaakt van gegevens uit de WODC-Strafrechtmonitor (SRM) en het Herkenningsdienstsysteem (HKS). De SRM bevat gegevens, in zowel gekwantificeerde als tekstuele vorm, van 1683 strafzaken die in 1993 en 1995 door Rechtbank of OM in eerste aanleg zijn afgedaan. Dit maakt het mogelijk om gedetailleerde gegevens van delict en dader te analyseren. Het HKS is een landelijk systeem dat door de politie wordt gebuikt om aangiften en dadergegevens te registreren. Het HKS is volledig, dat wil zeggen geen steekproef, en wordt hier aangewend om de generaliseerbaarheid en betrouwbaarheid van de uit de SRM verkregen daderprofielen te onderbouwen.

Uit de relevante literatuur over dit onderwerp blijkt dat er hoofdzakelijk drie typen van autodiefstal te onderscheiden zijn. In de eerste plaats is er de diefstal voor eigen vervoer. Men steelt een auto om in een al dan niet tijdelijke vervoersbehoefte te voorzien. In de tweede plaats worden autos gestolen om er een ander delict mee te plegen, bijvoorbeeld een woninginbraak. Of de auto wordt gestolen nadat een inbraak is gepleegd, bijvoorbeeld als daarbij de sleutels zijn buitgemaakt. We spreken in deze soort gevallen van diefstal in verband met het plegen van een ander delict. Ten slotte worden er autos gestolen voor de verkoop. Hierbij kan het gaan om zelfstandig opererende individuen, maar ook om professionele autodieven. Professionele autodieven behoren vaak tot organisaties of netwerken van criminelen die de autos voor de verkoop exporteren. Deze georganiseerde voertuigcriminaliteit wordt als probleem apart beschouwd bij de bestudering van autodiefstallen en het opstellen van een daderprofiel. Het gaat om een relatief kleine groep die verantwoordelijk is voor naar schatting een vijfde van de gestolen autos. De georganiseerde voertuigcriminaliteit onttrekt zich voor een belangrijk deel aan het zicht van politie en Justitie. In de SRM-steekproef werd slechts één zaak aangetroffen waar het vermoeden rees dat het om een bende ging.

Er zijn ruwweg twee manieren om een auto te stelen. De eerste methode is een klassieke kraak, waarbij de auto wordt opengebroken, het stuurslot wordt geforceerd en de draden van het contact worden doorverbonden. Ook het gebruik van schroevendraaiers, lopers en valse sleutels valt onder deze definitie. De tweede methode is diefstal met behulp van de originele sleutel. Deze methode lijkt in opmars, nu steeds meer moderne autos met startonderbrekingssystemen zijn uitgerust.

Bestudering van de beschikbare gegevens toont het volgende beeld. Meer dan 95% van de autodieven is van het mannelijke geslacht. Circa de helft is van allochtone etnische afkomst. Daarnaast kunnen de volgende profielen worden opgesteld. Achter het profielnummer staat aangegeven hoe vaak het betreffende profiel voorkomt in het SRM-bestand.

Profiel 1 (52,5%)

Deze dader steelt een auto voor eigen vervoer. De diefstal wordt veelal in vereniging gepleegd, meestal door middel van kraak. De dader is gemiddeld 26 jaar, en heeft relatief weinig overige delicten in zijn dossier. Zijn dagelijkse activiteit wijkt niet af van plegers van andere delicten (anders dan autodiefstal). In circa een derde van de gevallen wordt een verwijzing gevonden naar harddruggebruik.

Profiel 2 (26,2%)

Deze dader steelt een auto ten behoeve van, of in verband met, het plegen van een ander delict. De diefstal wordt relatief vaak alleen gepleegd, en relatief vaak met behulp van de eerder al gestolen originele sleutel. De dader is gemiddeld 30 jaar oud, en heeft veel overige delicten in zijn dossier. Hij is overwegend werkloos. In twee derde van de gevallen wordt een verwijzing gevonden naar harddruggebruik.

Profiel 3 (16,4%)

Deze dader steelt een auto met de bedoeling hem geheel of gedeeltelijk te verkopen. De diefstal lijkt veruit het meest in vereniging te worden gepleegd, en in overwegende mate door middel van kraak. De dader is relatief jong (gemiddeld 22 jaar), en heeft soms veel overige delicten in zijn dossier. Hij is in enkele gevallen nog scholier of student, maar meestal werkloos. Er worden geen verwijzingen naar harddruggebruik gevonden bij deze zaken.

Er is geen noemenswaardig verschil in aantal buitgemaakte autos per strafdossier tussen de drie te onderscheiden profielen. In opmerkelijk veel gevallen zijn er drugs in het spel. Met name als er met behulp van de auto ook andere delicten worden gepleegd. Startonderbrekingssystemen, maar ook de zogenoemde voertuigvolgsystemen lijken nuttig te zijn bij de preventie respectievelijk opsporing van autodiefstal.

WODC- informatiedesk / e-mail: wodc-informatiedesk@best-dep.minjus.nl Redacteur: Hans van Netburg

Laatst gewijzigd: 05-03-2002