Wageningen Universiteit

Persbericht Wageningen UR

5 maart 2002, nr. 017

Wageningen verdrievoudigt onderzoeksinzet biologische landbouw

Wageningen Universiteit en Researchcentrum voert in 2002 voor minstens 8,5 miljoen Euro aan onderzoek uit voor biologische landbouw en voeding. Dit is een verdrievoudiging ten opzichte van 1999, volgens cijfers van het Innovatiecentrum Biologische Landbouw van Wageningen UR. Met de verhoogde onderzoeksinspanning geeft Wageningen UR invulling aan haar strategische keuze om onderzoek en onderwijs ten behoeve van de ontwikkeling van biologische landbouw te versterken en om tegemoet te komen aan de maatschappelijke wens om kennis te ontwikkelen voor een duurzame voedselproductie. Biologische landbouw biedt immers bij uitstek kansen om maatschappelijke doelstellingen op het gebied van milieu, natuur en dierwelzijn te bereiken. Naast de extra onderzoeksinspanningen komt er in Wageningen ook op het terrein van het onderwijs meer aandacht voor biologische landbouw en voeding. Zo gaat in september 2002 bij de universiteit de nieuwe opleiding Biologische productiewetenschappen van start. In deze vijfjarige studie staat de gehele biologische keten van producent tot en met de consument centraal.

Onderzoeksinspanning
De groei van het Wagenings onderzoek aan biologische landbouw blijkt onder meer uit de financiering van het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (LNV) voor programma's van de onderzoeksinstituten en het praktijkonderzoek die zich volledig op de biologische landbouw richten. Het aandeel van dit onderzoek stijgt van 2,5% in 1999 naar 7,7% in 2002. Dit komt overeen met 8,5 miljoen Euro op een totaal LNV-budget van 110 miljoen Euro. Ook het themagerichte onderzoek (bijvoorbeeld rond gewasbescherming en mest en mineralen) laat een vergelijkbare groei zien. Het genoemde bedrag is nog een relatief lage schatting van de totale onderzoeksinspanning van Wageningen UR voor de biologische landbouw. Zo zijn de inspanningen van de Wageningen Universiteit er niet in opgenomen, terwijl met name de leerstoelgroepen Biologische Bedrijfssystemen en Dierlijk Productiesystemen veel onderzoek op dit gebied doen. Naast LNV financieren ook de Europese Unie, Productschappen en provincies onderzoek bij Wageningen UR voor de biologische landbouw.

Biologische bedrijfssystemen In 2002 lopen er bij het praktijkonderzoek drie grote programma's die gericht zijn op de ontwikkeling van biologische bedrijfssystemen: de openteelten (akkerbouw, vollegrondsgroente, bomen en bollen), kasteelten (groente en bloemen) en veehouderij.
Hierbij wordt veel samengewerkt met biologische praktijkbedrijven. Daarnaast wordt meer thematisch onderzoek gedaan op het gebied van onder andere biologisch uitgangsmateriaal, onkruidbeheersing en ketenontwikkeling. Nieuw is ook een overkoepelend programma, uitgevoerd door het Innovatiecentrum Biologische Landbouw waarin de kennisontwikkeling en kennisoverdracht van alle biologische programma's wordt gekoppeld.

Blinde vlekken
Het genoemde onderzoek sluit goed aan op de behoefte van de biologische sector. Maar er zijn nog blinde vlekken in de beschikbare kennis. Met name op het gebied van voedselveiligheid, verwerking van biologische producten en diergezondheid en dierwelzijn kent de praktijk nog vele knelpunten. LNV heeft aangegeven deze onderwerpen in 2003 te willen aanpakken. gezien de huidige marktontwikkeling een alleszins verantwoorde investering.

Het ministerie van LNV is de grootste financier van dit Wageningse onderzoek. Van haar totale onderzoeksbudget in 2002 trekt zij 7,7% uit aan biologische landbouw. Daarmee komt het ministerie al een heel eind in de richting van de Tweede Kamerwens om de onderzoeksinspanningen voor de biologische landbouw te intensiveren. In de motie van Tweede Kamerlid Waalkens uit 1999 is de regering gevraagd haar onderzoeksbudget voor biologische landbouw binnen 8 jaar te verhogen naar tenminste 10%. In 1999 werd 2,5% aan biologische landbouw besteed.