Ministerie van Buitenlandse Zaken


---

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Directie Verenigde Naties en Internationale Financiële Instellingen Afdeling Politieke en Juridische Zaken Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag


Datum 4 maart 2002 Auteur S.K. Karwal

Kenmerk DVF/PJ - 56/02 Telefoon 070-3485110
Blad /1 Fax 070-3484817

Bijlage(n) 1 E-mail sk.karwal@minbuza.nl

Betreft Verslag van de 56e Algemene Vergadering van de Verenigde Naties
Zeer geachte Voorzitter,

Hierbij heb ik het genoegen u, mede namens de Minister voor Ontwikkelings-samenwerking, het verslag van de 56e zitting van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, die van september tot en met december 2001 in New York heeft plaatsgevonden, aan te bieden.

De Minister van Buitenlandse Zaken

Verslag van de 56e Assemblee van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (periode september tot en met december 2001)

ALGEMEEN

Algeheel verloop

De 56e zitting van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (AVVN), die werd voorgezeten door de Koreaanse Minister van Buitenlandse Zaken Han Seung Soo, stond als gevolg van de aanslagen in de Verenigde Staten van 11 september jl. in belangrijke mate in het teken van de strijd tegen het terrorisme. De zitting werd als gevolg van de aanslagen met een dag vertraging op 12 september geopend. Het Algemene Debat, waarvoor traditiegetrouw staatshoofden, regeringsleiders en ministers van buitenlandse zaken overkomen naar New York, werd op grond van veiligheidsoverwegingen uitgesteld van eind september tot medio november. In het algemeen was sprake van een rustige, ingetogen, soms zelfs matte sfeer. Harde confrontaties bleven, een enkele uitzondering daargelaten, uit.

Nederlandse inbreng

Ook de Nederlandse inbreng was in belangrijke mate gericht op terrorismebestrijding. De interventie van de Minister van Buitenlandse Zaken in het Algemeen Debat getiteld "Line in the sand" betrof de noodzaak van een gezamenlijke aanpak in reactie op de terroristische aanslagen. Op grenzen die zo duidelijk worden overschreden dient adequaat te worden gereageerd. Minister Van Aartsen heeft het belang benadrukt van wet- en regelgeving, inclusief de uitvoering van VR-resolutie 1373 die zich richt op de bestrijding van terrorisme. Ook ging de Minister in op de noodzaak zogenaamde "failed states", zwarte gaten in de internationale orde, op effectieve wijze aan te pakken. Tenslotte hield hij een pleidooi voor een centrale rol voor de VN in Afghanistan. Deze kan slechts dan effectief zijn indien de lidstaten daadwerkelijk hun politieke wil tonen en de VN de noodzakelijke middelen ter beschikking stellen om haar taken uit te kunnen voeren.

Nederland heeft zich in de discussies in de verschillende Commissies met name kunnen profileren op het gebied van conventionele wapenbeheersing (o.a. kleine wapens, "transparency in armaments" en het Conventionele Wapensverdrag); coherentie en samenwerking tussen multilaterale organisaties; armoede (Poverty Reduction Strategy Papers); traditionele praktijken die de gezondheid van vrouwen en meisjes schaden; de bevordering van vrijwilligerswerk; de financiële implicaties van de reorganisatie van de betrokken Secretariaatsonderdelen op basis van aanbevelingen uit het Brahimi-rapport inzake vredesoperaties; verdrag tegen internationaal terrorisme en het Internationaal Strafhof. Ten aanzien van de VN-begroting voor de periode 2002-2003 heeft Nederland actief en met succes de reële nulgroei gedachte uitgedragen. De overeenstemming die uiteindelijk is bereikt over een begroting gebaseerd op reële nulgroei betekent een doorbraak na jarenlang volgehouden nominale nulgroei. De Nederlandse jongerenvertegenwoordiger maakte indruk met de kort na 11 september uitgesproken verklaring waarin zij opriep tot versterking van de dialoog tussen culturen.

PLENAIRE ZITTING

Algemeen debat

De interventies in het Algemene debat van de 56e AVVN stonden vrijwel alle geheel in het teken van de strijd tegen het terrorisme. Kernpunten waren een pleidooi voor een gecoördineerde bestrijding van het terrorisme en voor een gezamenlijke aanpak van de oorzaken van het terrorisme. De VN werd gezien als het platform bij uitstek voor een dergelijke gemeenschappelijke aanpak. Dit is ook door Nederland benadrukt. Vele delegaties voerden aan dat de strijd tegen terrorisme slechts dan succesvol zou kunnen zijn indien ook de wortels hiervan zouden worden aangepakt. In dit verband wezen velen op armoede en ongelijke verdeling van welvaart als belangrijke voedingsbodem voor intolerantie, extremisme en terrorisme. De recente gebeurtenissen dienden derhalve niet de aandacht af te leiden van de door de VN geformuleerde millenniumdoelstellingen, maar bevestigden juist het belang van spoedige realisatie ervan. Vrijwel alle delegaties stelden dat de VN adequaat gereageerd had op de aanslagen van 11 september en gaven aan volledig achter VR-resolutie 1373 van de VR te staan. Ondertekening en ratificatie van de twaalf VN-conventies over internationaal terrorisme werd cruciaal geacht in de bestrijding van terrorisme.

Vooral de Latijnsamerikaanse landen wezen op de relatie tussen drugshandel en terrorisme. Drugshandel als belangrijkste financieringsbron van het terrorisme verdiende daarom een even gelijkgezinde en strijdvaardige aanpak. De kwestie van de definitie van terrorisme werd ook in dit debat aangeroerd. In verschillende interventies werd bepleit dat onderscheid gemaakt diende te worden tussen terroristische activiteiten enerzijds en legitiem verzet tegen bezetting, geweld en onderdrukking anderzijds.

In relatie tot bestrijding van terrorisme werd door veel delegaties ruime aandacht besteed aan de situatie in Afghanistan. In dit verband werd gepleit voor een alomvattende aanpak van de situatie in Afghanistan: politiek, militair, economisch en humanitair. Er bestond veel waardering voor de inspanningen van de Speciale Vertegenwoordiger van de Secretaris- Generaal, Brahimi, en werd een grote rol weggelegd gezien voor de VN in humanitaire hulp en wederopbouw van het land.

Ook voor regionale conflicten en met name voor de situatie in het Midden-Oosten werd in een groot aantal interventies aandacht gevraagd. Delegaties wezen op het belang te blijven streven naar een rechtvaardige oplossing in het Israelisch-Palestijnse conflict. De verwijzing in de speech van President Bush naar een oplossing waar twee staten, Israël en Palestina, samen in vrede en binnen veilige en internationaal erkende grenzen zouden moeten kunnen leven, werd verwelkomd.

Ook dit jaar wezen delegaties langs bekende lijnen op het belang van hervorming van de Veiligheidsraad en werd gepleit voor een VR met meer legitimiteit, effectiviteit en universaliteit. In vrijwel alle interventies terzake werd gepleit voor uitbreiding van het ledental van de VR en een grotere rol voor de Algemene Vergadering.

Terrorisme

In de week van 1 tot 5 oktober is in de Algemene Vergadering een plenair debat over terrorisme gehouden. Het belangrijkste doel hiervan was het sluiten van een brede en effectieve coalitie in de VN tegen terrorisme. De discussie in het plenaire debat diende als input voor de onderhandelingen over een alomvattend verdrag tegen internationaal terrorisme op basis van een Indiaas voorstel in de Juridische (Zesde) Commissie. In het algemene terrorismedebat pleitten veel delegaties voor een alomvattend verdrag conform het Indiase voorstel. Echter ook ditmaal bleek de discussie over de definitie van terrorisme een struikelblok, met name omdat hetgeen door sommige landen als terrorisme wordt gezien, door andere als gerechtvaardigde vrijheidsstrijd wordt beschouwd. Men had gehoopt dat de aanslagen in de Verenigde Staten aan dit debat een positieve impuls zouden geven. Ook de hervatting van de onderhandelingen over het ontwerpverdrag in het daarvoor bijeengeroepen Ad Hoc Comité in januari 2002 hebben op dit punt geen voortgang opgeleverd.
EERSTE COMMISSIE

Algemeen

De debatten in de Eerste Commissie werden dit jaar grotendeels beheerst door de terroristische aanslagen van 11 september in de Verenigde Staten. Een gevolg hiervan was dat de sfeer betrekkelijk rustig bleef en (grote) confrontaties zijn uitgebleven. De zitting van de Eerste Commissie was dan ook grotendeels een herhaling van zetten. Er waren weinig nieuwe ontwikkelingen.

Wel liet de Eerste Commissie een nieuwe trend zien waarin steeds meer consensusresoluties uit het verleden werden omgezet in procedurele besluiten als enige wijze waarop de consensus kon worden behouden. Of dit een gevolg was van de algemeen gedeelde wens om, in het licht van de terroristische aanslagen van 11 september, confrontatie uit de weg te gaan dan wel dat sprake is van een trend, zal het verloop van de besprekingen in de Eerste Commissie van 2002 moeten uitwijzen.

Thema's die in vele interventies in het algemeen en thematisch debat voorkwamen, waren de (mogelijk) spoedige inwerkingtreding van het kernstopverdrag (CTBT), de toekomst van het ABM-verdrag, raketproliferatie, de onderhandelingen in het kader van het Biologische Wapens Verdrag en de uitkomst van de Kleine Wapens Conferentie die in juli 2001 plaatsvond.

Nucleaire onderwerpen

De politiek meest pregnante ontwikkeling op het vlak van nucleaire ontwapening was de volledige afstand die de Amerikaanse administratie heeft genomen van het Kernstopverdrag. Mede met het oog op de CTBT-Artikel XIV Conferentie, die aansluitend aan de Eerste Commissie plaatsvond, was de resolutie over het Kernstopverdrag door indiener Nieuw Zeeland uitgekleed tot een kort, zuiver procedureel besluit. Zo hoopte Nieuw Zeeland toch nog consensus te kunnen bereiken. Zelfs dit bleek echter onaanvaardbaar voor de VS, zodat het besluit werd aangenomen met slechts één tegenstem en geen onthoudingen, een uniek stempatroon in de Eerste Commissie van de Algemene Vergadering.

De Nieuwe Agenda Groep (NAG) diende dit jaar geen eigen resolutie in. Het debat over de nucleaire resoluties werd daarmee beperkt tot de traditionele nucleaire ontwapeningsresolutie van Japan en twee door Mexico nieuw voorgestelde resoluties.

De Japanse resolutie kon dit jaar, door enkele amenderingen, rekenen op een voorstem van Frankrijk. De amenderingen kwamen Japan evenwel op een onthouding van de NAG en een aantal Niet Gebonden Landen (NGL) te staan. De VS stemde dit jaar tegen, vanwege de formulering in de resolutie inzake het Kernstopverdrag, die geheel conform het NPV 2000 slotdocument was, maar door de nieuwe VS administratie thans niet meer in zijn totaliteit wordt onderschreven.

De nieuwe Mexicaanse ontwerpresoluties, respectievelijk over niet-strategische (tactische) kernwapens en over een Conferentie inzake het elimineren van nucleair gevaar, bleken niet bestand tegen de druk van de kernwapenstaten, en werden door Mexico ingetrokken.

De ABM-resolutie van Rusland werd aanvankelijk geheel ongewijzigd ingediend, ondanks topoverleg tussen de VS en de RF over dit onderwerp. Rusland voegde later een paragraaf toe, die refereerde aan de resultaten van het topoverleg in Sjanghai in oktober 2001. Dit veranderde echter weinig aan de strekking van de resolutie. De VS stemde wederom tegen de resolutie, terwijl Nederland zich net als vrijwel alle EU landen (m.u.v. een voorstem door Ierland) onthield.

Een nieuwe resolutie van Irak over de vermeende desastreuze effecten van verarmd uranium, ten onrechte onder het nucleaire hoofdstuk geplaatst, werd in de Eerste Commissie nipt aangenomen maar vervolgens in de plenaire zitting van de AVVN verworpen.

Overbrengingsmiddelen / raketten

De rakettenresolutie van Iran leverde dit jaar geen nieuwe gezichtspunten op, voornamelijk omdat de deskundigengroep onder deze resolutie zijn werkzaamheden nog niet heeft afgerond.

Chemische en Biologische wapens

Slechts in algemene termen werd door landen ingegaan op het thema chemische wapens. De resolutie over het Chemische Wapens Verdrag was geheel ongewijzigd en werd wederom met consensus aangenomen. Veel landen riepen in hun interventies op een gedegen resultaat te bewerkstelligen uit de Vijfde Toetsingsconferentie van het Biologische Wapens Verdrag, die van 19 november tot en met 7 december 2001 in Genève plaatsvond. Hongarije diende dit jaar geen inhoudelijke resolutie over het Biologisch Wapens Verdrag en de onderhandelingen ter versterking daarvan in, doch - na zware Amerikaanse druk om niet op de uitkomsten van de Toetsingsconferentie vooruit te lopen - een kort procedureel besluit.

Proliferatie Midden-Oosten

Het Midden Oosten was, in tegenstelling tot voorgaande jaren en ondanks de voortdurende crisis in de regio, ditmaal geen werkelijk punt van discussie. De relevante resoluties werden ongewijzigd ingediend en leverden nagenoeg hetzelfde stemresultaat op.

Conventionele wapenbeheersing

De discussies over kleine wapens waren er met name op gericht de uitkomsten van de Kleine Wapens Conferentie, die eerder in 2001 plaats had gevonden, te consolideren.

Een resolutie van Mali over kleine wapens, waarvan Nederland mede-indiener was, is met consensus aangenomen. Een nieuwe operationele paragraaf waarin uitbreiding van het ECOWAS-moratorium op kleine wapens werd aanbevolen naar andere regio's binnen Afrika bleek een stap te ver voor sommige Afrikaanse landen en kon niet in de resolutie worden opgenomen.

Egypte zag dit jaar wederom af van de indiening van een eigen resolutie over Transparency in Armaments (TiA), zodat de Nederlandse resolutie voor het tweede achtereenvolgende jaarals enige op de agenda stond. Er kon dit jaar een record aantal van 124 mede-indieners voordeze resolutie worden geworven. De inzet van o.m. Nederland en de EU om deelname aan het Register te verhogen, werd beloond: het aantal van plm. 90 deelnemers in de voorgaande jaren steeg naar 100 opgaven aan het Register voor het kalenderjaar 2000.

Nederland was voornemens een nieuwe resolutie in te dienen over wapenexport. De resolutie zou het belang van goede exportcontrolewetgeving moeten onderstrepen. Een dergelijke resolutie bleek echter niet haalbaar. Met name de Arabische landen vonden de in de tekst gelegde link tussen kleine wapens en exportwetgeving te ver gaan. Zij dreigden ook de consensus op (andere) kleine wapens resoluties te verbreken indien Nederland zijn initiatief zou doorzetten. Om die reden is na intensief overleg in de EU en Westelijke Groep besloten de resolutie niet in te dienen. Wel werd van de Arabische landen de toezegging verkregen dat men volgend jaar constructief mee zal werken aan een resolutie die de problematiek van de wapenexport onder de aandacht brengt.

Landmijnen

Ten aanzien van de landmijnenproblematiek heeft Nederland de resolutie inzake het verdrag ter uitbanning van anti-personeelmijnen gesteund. Voor Nederland is het Ottawa-Verdrag de norm. De resolutie roept o.a. op tot toetreding van landen bij het verdrag. Ook werd besloten het onderwerp implementatie van het Ottawa-Verdrag op de agenda te houden. De resolutie werd met 122 stemmen voor en 19 onthoudingen aangenomen.

De traditionele Zweedse resolutie inzake het Conventionele Wapens Verdrag (CWV) was met het oog op de Toetsingsconferentie van het CCW verdrag van december 2001 in beschrijvende zin uitgebreid, m.n. met de lijst van onderwerpen voor de conferentie. Mede op Nederlands aandringen werd het voor de EU prioritaire onderwerp Explosive Remnants of War (ontplofbare oorlogsresten) specifiek in de resolutie vermeld, Nederland was als "Friend of the Chair" tijdens de PrepComs voor de toetsingsconferentie voortrekker van dit dossier.

Terrorisme

Onder inspiratie van de EU diende Eerste Commissie voorzitter Erdös (Hongarije) een resolutie in waarin verband wordt gelegd tussen het werk van de Eerste Commissie, multilaterale ontwapening, wapenbeheersing en terrorismebestrijding. De resolutie werd met consensus aangenomen.

TWEEDE COMMISSIE

Algemeen

De gebeurtenissen van 11 september hadden ook voor de Tweede Commissie logistieke en inhoudelijke gevolgen. Door de uitgestelde ministeriële week (Algemene Debat) werd de zitting van de Tweede Commissie met een week verdaagd, nadat reeds een week was ingelast voor de prepcom voor de Financing for Development-Conferentie (FfD). Gedurende het debat werd veelvuldig verwezen naar de gevolgen van de aanslagen op de politieke en sociaal economische ontwikkelingen in de wereld.

De onderhandelingen waren minder veelomvattend dan tijdens de vorige AVVN. Agendapunten gerelateerd aan de FfD-Conferentie en de World Summit on Sustainable Development werden niet behandeld opdat niet zou worden vooruitgelopen op de resultaten van deze conferenties.

Het debat in de Tweede Commissie is inhoudelijk verouderd en heeft de aansluiting met de realiteit voor een deel verloren. De (twee)jaarlijkse herhaling van agendapunten leidde niet tot een inhoudelijk debat. De formele zittingen beperkten zich - evenals voorgaande jaren - tot het oplezen van verklaringen en de informele discussies kwamen meestal niet verder dan een uitwisseling van standpunten. Dit kwam mede door de traditionele scheidslijnen tussen G-77 en de westerse landen. In de Tweede Commissie initieert de G-77 traditioneel bijna alle resoluties, en zij worden in de regel zonder stemming aangenomen. Uitzondering waren dit jaar de resolutie over Palestijnse soevereiniteit over natuurlijke hulpbronnen in de Bezette Gebieden en de resolutie over het embargo tegen Cuba. Bij de onderhandelingen over de meeste resolutieteksten speelde de EU een prominente rol binnen de westerse groep. Binnen de EU nam Nederland de onderhandelingen over de onderwerpen 'het internationale waterjaar' en 'vrouwen en ontwikkeling' voor zijn rekening.

Evaluatie operationele activiteiten

Het voor Nederland meest positieve resultaat was de aanvaarding van de resolutie over de driejaarlijkse evaluatie van de operationele activiteiten van de VN in de ontwikkelingslanden. Van belang is met name de tekst over harmonisatie en vereenvoudiging van de regelgeving binnen de VN. De hervormingen op het gebied van coördinatie binnen de VN en de armoedefocus van de operationele activiteiten werden door de AVVN bestendigd. Instrumenten als United Development Assistance Framework (UNDAF), Common Country Assessment (CCA) en United Nations Development Group Office (UNDGO) hebben belangrijke steun gekregen. Ook vermeldde de resolutie de noodzaak tot samenwerking met de Wereldbank en ondersteuning door de VN van de nationale armoedestrategieën, met inbegrip van de PRSP's (Poverty Reduction Strategy Papers).

Millennium verklaring

De Millennium-verklaring leek dit jaar niet aan kritiek te kunnen ontkomen. Bij sommige delegaties uit de G-77 bleek namelijk het gevoel te bestaan dat de Millennium Development Goals een nieuwe conditionaliteit betekenen en de aandacht afleiden van de belangen van de midden-inkomenslanden. Er is geen plenaire discussie gevoerd over de door het Secretariaat opgestelde "millenium roadmap".

Global compact

De enige door de EU in de plenaire ingediende resolutie diende om het Global Compact - een initiatief van Secretaris-Generaal Kofi Annan om maatschappelijk verantwoord ondernemen te stimuleren - een steun in de rug te geven.

Klimaat

Over de klimaatresolutie kon pas te elfder ure overeenstemming met de VS worden bereikt over de verwijzing naar de inwerkingtreding van het Kyoto-protocol. Hierdoor kon een confrontatie op dit thema tussen de VS en rest van de wereld worden voorkomen.

Vrouwen en ontwikkeling

Nederland voerde namens de EU de onderhandelingen over dit onderwerp. Deze werden bemoeilijkt door de beperkte kennis van de G-77 onderhandelaars over vrouwenkwesties en de Beijing consensus. De toegevoegde waarde van de onderhandelingen en resolutie was met name gelegen in het feit dat de G-77 in New York uitgebreid over dit thema geïnformeerd werd.

Internationale migratie en ontwikkeling

Na jarenlange debatten over het nut van een internationale conferentie over internationale migratie en ontwikkeling had de EU gehoopt dat dit onderwerp een zachte dood zou sterven. Ook andere westerse landen hoopten dit onderwerp van de agenda van de AVVN te kunnen afvoeren. Het onderwerp blijkt namelijk op weinig belangstelling te kunnen rekenen, getuige de matige respons van de lidstaten op de verzoeken van de Secretaris-Generaal van de VN om een reactie over de organisatie van een dergelijke conferentie. De G-77 met Mexico voorop bleek echter van geen wijken te willen weten. Als compromis zal de SG nog eenmaal een rappel sturen naar de vele lidstaten die nog geen reactie hebben gegeven op zijn eerdere verzoeken, waarna de volgende AVVN hopelijk een definitief besluit kan nemen.

DERDE COMMISSIE

Algemeen

De aanslagen van 11 september leidden tot een wat ingetogen, hier en daar zelfs matte sfeer in de Derde Commissie. Van wezenlijke vernieuwingen, doorbraken of scherpe politieke conflicten was geen sprake.

Mensenrechten

Er waren resoluties over een aantal gebruikelijke thema's (waaronder marteling, de rechtsstaat, godsdienstige onverdraagzaamheid, recht op ontwikkeling, inheemse volkeren, vrouwen, kinderen). Speciale aandacht vergden de onderhandelingen over de resolutie inzake mensenrechten en terrorisme, aangevoerd door Algerije. De EU bleef bij het standpunt dat in principe slechts regeringen aangesproken kunnen worden op mensenrechtenschendingen. Algerije en cosponsors handhaafden echter de verwijzing naar terroristen als schenders van mensenrechten. Nederland heeft zich dan ook met de andere EU-partners onthouden van stemming op de betreffende resolutie.

De resolutie tegen foltering werd na moeizame onderhandelingen met een succesvol resultaat afgesloten. In de resolutie wordt toestemming gegeven voor de instelling van een intersessionele werkgroep van onafhankelijke experts, die de bijeenkomsten van het Comité tegen Marteling zal voorbereiden.

Het agendapunt racisme werd uitgesteld, omdat het slotdocument van de Wereldconferentie tegen Racisme ten tijde van de reguliere zitting nog immer niet was vastgesteld.

Nederland nam voor de vierde maal het initiatief tot een resolutie over traditionele praktijken die de gezondheid van vrouwen en meisjes schaden. De resolutie werd zonder stemming en met overweldigende steun aangenomen; er waren 126 mede-indieners. De resolutie, die zich vooral inzet voor de uitbanning van genitale verminking in de wereld, is dit jaar wederom aangescherpt en uitgebreid. Toevoegingen betreffen onder meer: verwijzingen naar het verhoogde risico van HIV/AIDS door genitale verminking, nieuwe Afrikaanse initiatieven ter bestrijding van schadelijke traditionele praktijken en omscholing van beoefenaars van traditionele praktijken. Daarnaast bevat de resolutie een oproep aan landen om de Speciale Rapporteur van de Subcommissie voor de Bevordering en Bescherming van Mensenrechten uit te nodigen voor een bezoek.

Over de rechten van het kind werd wegens het uitstel van de Kindertop slechts een procedurele resolutie aangenomen.

Naast de thematische resoluties kwam ook een aantal landenresoluties aan de orde, waarin de zorgelijke mensenrechtensituaties in afzonderlijke landen aan de kaak werd gesteld. De EU diende opnieuw resoluties in over Irak, Iran, de Democratische Republiek Congo, Soedan en Myanmar. De Iran-resolutie werd dit jaar in de Derde Commissie met een ruimere meerderheid aangenomen dan vorig jaar. Vanwege tegenstand vanuit landen in de regio bleek het niet in alle gevallen mogelijk de ferme toon van ontwerpresoluties inzake mensenrechtenschendingen vast te houden.

Ook dit jaar bleken verschillende landen hun krachten te bundelen teneinde de slagkracht van de VN op het gebied van mensenrechten te minimaliseren. Onder meer tijdens de behandeling van de resolutie over mensenrechten en terrorisme, de resolutie tegen marteling en de landenresoluties kwam deze opstelling duidelijk naar voren.

Sociale onderwerpen

Het door de VN uitgeroepen Internationaal Jaar van de Vrijwilliger (2001) werd afgesloten met onder meer de aanvaarding van de vrijwilligersresolutie die door Japan en Nederland was ingediend en door 126 landen werd gecosponsord. De resolutie bevat een lijst van aanbevelingen aan regeringen en VN-organisaties ter bevordering van het vrijwilligerswerk.

Met de tweejaarlijkse UNIFEM-resolutie werd de aandacht vastgehouden voor dit kleine, maar effectieve vrouwenfonds. Nederland dat in de persoon van Eerste Kamerlid mw. Lycklama à Nijeholt deel uitmaakt van het Raadgevend Comité van UNIFEM, was nauw betrokken bij de opstelling van de resolutie. Het andere vrouwenfonds van de VN - INSTRAW (opleiding en research) - heeft te kampen met sterk teruggelopen vrijwillige bijdragen van lidstaten. In de AVVN bleek weinig animo te bestaan om het fonds substantieel te helpen. Het voortbestaan van INSTRAW is daarmee onzeker geworden.

De Nederlandse vrouwenvertegenwoordiger mw. Deggeller wijdde haar interventie aan de rol van vrouwen bij conflictpreventie en vredesopbouw en kondigde een Nederlandse bijdrage van USD 200.000 aan voor het project dat het vrouwenaspect bij VN-vredesoperaties moet versterken.

De jongerenvertegenwoordiger Lydia El-Afi maakte indruk met de kort na 11 september uitgesproken verklaring waarin zij - met verwijzing naar haar eigen achtergrond - opriep tot versterking van de dialoog tussen culturen.

Mexico voerde op verzoek van president Fox een intensieve campagne om steun te krijgen voor het tot stand brengen van een VN-verdrag over de rechten van gehandicapten. Weinig landen bleken echt warm te lopen voor een dergelijk verdrag. De Nederlandse delegatie nam het standpunt in dat eerst de functionele commissies - zoals de Mensenrechtencommissie - de wenselijkheid zouden moeten onderschrijven vooraleer de AVVN zich terzake zou uitspreken. Uiteindelijk werd een resolutie met een voorzichtige aanzet tot een dergelijk verdrag aanvaard.

VIERDE COMMISSIE

Algemeen

Voornaamste punt van discussie in de Vierde Commissie was de resolutie over de Palestijnse kwestie. Ook de implementatie van de aanbevelingen van het Brahimi-rapport kwam in deze Commissie ter sprake.

Midden-Oosten onderwerpen

EU-consensus over de resolutie "Question of Palestine" kon helaas in tegenstelling tot voorgaande jaren niet worden bewaard. Achtergrond van deze verdeelde stemming was gelegen in het feit dat Nederland, het VK, Duitsland en Denemarken van mening waren dat ook een expliciete verwijzing naar het Palestijnse geweld en de zelfmoordaanslagen gerechtvaardigd was. EU-overeenstemming werd bereikt over een voorstel voor een nieuwe paragraaf waarin dit werd verwoord. De Palestijnse delegatie weigerde echter akkoord te gaan met het EU-compromisvoorstel. Dit was voor Nederland en de hierboven genoemde andere EU-lidstaten gezien de situatie in het Midden-Oosten niet acceptabel. Derhalve hebben zij zich samen met een zestiental andere landen van stemming onthouden.

Peacekeeping

Het debat inzake vredesmissies werd voor een groot deel gewijd aan de vraag hoe troepenleveranciers beter konden worden betrokken bij de besluitvorming over VN-missies; een vraag die ook Nederland na aan het hart ligt. Hierbij doet zich (uiteraard) een scheidslijn voor tussen permanente VR-leden, die vrezen voor de effectiviteit van de VR bij een nauwere betrokkenheid van troepenleveranciers, en niet VR-leden.

Voorts werd gesproken over de financiële implicaties van implementatie van de voorstellen uit het Brahimi-rapport. Nederland heeft zich met succes op het standpunt gesteld dat de kans om de VN beter toe te rusten niet verloren mag gaan als gevolg van bijvoorbeeld te krampachtig vasthouden aan de nulgroei van de VN-begroting. Zie verder onder Vijfde (budgettaire) Commissie.

Overige kwesties die in de Vierde Commissie werden besproken, hadden een routinematig karakter en waren niet controversieel.

VIJFDE COMMISSIE

Algemeen

De 56e zitting werd voor wat betreft de Vijfde Commissie beheerst door de discussie over de VN-begroting 2002-2003. Uiteindelijk werd overeenstemming bereikt over een begroting voor de periode 2002-2003 die is gebaseerd op reële nulgroei, hetgeen een doorbraak betekent na jarenlang volgehouden nominale nulgroei. Andere belangrijke onderwerpen tijdens deze zitting waren de reorganisatie van de Secretariaatsonderdelen die bij vredesoperaties betrokken zijn op basis van het Brahimi-rapport, de begrotingen van de beide internationale hoven (Joegoslavië- en Rwanda Tribunaal) en de financiering van maatregelen ter vergroting van de veiligheid van VN-personeel. Bij de verkiezingen voor organen die onder de Vijfde Commissie ressorteren werd de Nederlander M.W.H. Crom verkozen als lid van de ACABQ, de Advisory Committee on Administrative and Budgetary Questions van de VN.

VN-begroting 2002-2003

Een besluit diende te worden genomen over de ontwerpbegroting voor 2002-2003, die volgens de eerste voorstellen van het secretariaat USD 2,51 miljard bedroeg en na aanpassing voor koersschommelingen en inflatie USD 2,68 miljard. Daarenboven werden in andere Hoofdcommissies van de AVVN resoluties aanvaard welke gevolgen hadden voor de begroting ter waarde van USD 30 miljoen. De resoluties betroffen o.a. de implementatie van het Brahimi-rapport inzake vredesoperaties, Veiligheid VN-personeel en INSTRAW (International Research and Training Institute for the Advancement of Women). Daarnaast diende er nog rekening te worden gehouden met extra kosten voor nieuwe speciale politieke missies, de organisatie van grote conferenties, buitengewone sessies waartoe door de AVVN besloten zal worden en het Capital Master Plan, een plan voor de renovatie van het VN-Hoofdkwartier te New York. Uiteindelijk werd overeenstemming bereikt over de VN- begroting 2002-2003 ad USD 2,625 miljard. Dit bedrag betekent dat ten opzichte van de begroting voor het biennium 2000-2001 sprake is van reële nulgroei, waarmee de jarenlang binnen de VN gehanteerde nominale nulgroei werd losgelaten. Nederland heeft hieraan - met steun van de Noordse landen - een bijdrage geleverd door het actief uitdragen van de reële nulgroei-gedachte binnen de EU.

Begroting van Joegoslavië en Rwanda Tribunalen

Tijdens deze 56e zitting werd om uitstel van behandeling van de begroting van beide tribunalen verzocht. Besloten werd de behandeling te verschuiven naar de hervatte zitting van de Vijfde Commissie in maart 2002. Deel van het probleem was de hoogte van de begroting, ten dele veroorzaakt door de invoering van tweejaarlijkse begrotingen. De invoering daarvan vindt overigens plaats op verzoek van de lidstaten, die daarmee de jaarlijkse stijgingen dachten te beteugelen. Het uiteindelijke compromis werd aanvaarding op tijdelijke basis van de begrotingen met uitzondering van de voorziening voor gevraagde nieuwe functies: Joegoslavië Tribunaal: USD 218 miljoen, Rwanda Tribunaal: USD 174 miljoen. In feite kunnen de hoven nu verplichtingen aangaan voor twee jaar (dit is van belang voor arbeidscontracten) en nieuw personeel rekruteren (Joegoslavië Tribunaal: 90, Rwanda Tribunaal: 77). Dit zal geschieden via de post ondersteuning. Finale besluitvorming zal naar wordt verwacht in maart 2002 plaatsvinden.

Veiligheid VN-Personeel

Dit agendapunt was van groter politiek dan budgettair belang: het ging om USD 8 miljoen.

De maatregelen ter versterking van de veiligheid van het VN-personeel zien er als volgt uit. De beleidsmatige en strategische verantwoordelijkheid voor de veiligheid van VN-personeel komt op het hoofdkwartier te liggen en zal onder leiding staan van een veiligheidscoördinator op full time basis, die direct rapporteert aan de Secretaris-Generaal. De verantwoordelijkheid voor de uitvoerende activiteiten zal in het veld komen te liggen. Op dit moment gaat het om rond de 70.000 stafleden en hun directe families op meer dan 150 vestigingen, waarvan er 80 worden beschouwd als "high risk duty stations".

Naast de op basis van resolutie 55/238(II) van 23 december 2000 al genomen maatregelen, waaronder de oprichting van acht veiligheidskantoren in het veld, werd de instelling van nog eens 92 veiligheidskantoren in het veld voorgesteld. Ter versterking van de activiteiten op het hoofdkantoor komen acht extra formatieplaatsen, ter versterking van het veld komen 92 formatieplaatsen op beleidsniveau en 184 ondersteunende formatieplaatsen ter beschikking.

De financiering van de extra maatregelen ter vergroting van de veiligheid van VN-personeel is vastgelegd in een "cost-sharing arrangement", overeengekomen met VN-organisaties, fondsen en programma's.

Financiële consequenties Brahimi-rapport

Ook dit agendapunt was van groter politiek dan budgettair belang: voor de implementatie van het Brahimi-rapport ging het om USD 1,5 miljoen voor de gewone begroting. Uiteindelijk werd overeenstemming bereikt.

Aan de reorganisatie van de secretariaatsonderdelen die betrokken zijn bij vredesoperaties op basis van het Brahimi-rapport werd door het Westen veel belang gehecht. De G77, met name China en Algerije, heeft hiervan gebruik gemaakt door het Brahimi-rapport tot op het laatste moment als wisselgeld te gebruiken in de behandeling van de begroting 2002-2003.

ACABQ

Tijdens de 56e AVVN werd de Nederlander Michiel Crom (Ministerie van Buitenlandse Zaken) verkozen tot nieuw lid van de VN Advisory Committee on Administrative and Budgetary Questions. De ACABQ is één van de belangrijkste adviesorganen van de VN. De ACABQ geeft advies over rapporten inzake de gewone en peacekeeping begroting, de rekeningen van de VN en de administratieve begrotingen van de gespecialiseerde organisaties. De ACABQ geeft ook advies aan de Algemene Vergadering inzake andere administratieve en financiële aangelegenheden. Leden van de ACABQ worden verkozen door de Algemene Vergadering op aanbeveling van de Vijfde Commissie op basis van brede geografische spreiding en persoonlijke kwalificaties en ervaring. Zij worden aangesteld voor een periode van drie jaar. Ten minste drie van de leden zijn financiële experts. De ACABQ bestaat uit 16 leden. Tijdens de 56e zitting van de AVVN zijn in totaal zes nieuwe leden gekozen, onder wie de heer Crom.

ZESDE COMMISSIE

Algemeen

Het werk van de Zesde Commissie kon dit jaar zonder stemmingen worden afgerond. Vanwege hun aard klonk op een aantal onderwerpen de tragedie van 11 september duidelijk door: terrorisme, Internationaal Strafhof en relaties met het gastland. Ook de toonzetting van de debatten was duidelijk gekleurd door de gebeurtenissen.
International Law Commission (ILC)

Het rapport inzake het werk van de ILC vertoonde dit jaar een grote mijlpaal: na zo'n 48 jaar noeste arbeid rondde de ILC haar voorstellen betreffende de "draft articles on responsibility of States for wrongful acts" af. De Zesde Commissie vroeg de ILC eenzelfde studie te verrichten naar aansprakelijkheid van internationale organisaties. De "draft articles", die aan de resolutie zijn gehecht, zijn voor debat in de Zesde Commissie geagendeerd voor 2004.

Ook op het punt van aansprakelijkheid voor schade als gevolg van niet-verboden activiteiten (zoals grensoverschrijdende vervuiling) werden vorderingen gemaakt.

Internationaal Strafhof (ICC)

Met het oog op de te verwachten inwerkingtreding van het Statuut van Rome in 2002, was het van cruciaal belang dat de Voorbereidende Commissie in de gelegenheid zou worden gesteld haar werkzaamheden af te ronden. In dat verband werd besloten tot twee zittingen van twee weken elk in het voorjaar en de zomer van 2002.
Tevens werd de Secretaris-Generaal gevraagd voorbereidingen (inclusief uitnodigen van NGO's als waarnemers) te treffen voor de eerste Assemblee van Partijen (vermoedelijk in september 2002). De kosten van een en ander zullen door de VN worden voorgeschoten, maar zullen via een nog te ontwikkelen verrekenmechanisme op het ICC worden verhaald.
Opmerkelijk was de positie van de Verenigde Staten, die zich van deelname aan de besluitvorming onthielden. Aldus werd stemming voorkomen, aangezien de VS-regering op grond van de voorliggende "ASPA"-amendementen bij verschillende departementale begrotingen is verboden medewerking te verlenen aan ICC (bevorderende) activiteiten.
Tevens was er lof voor de Nederlandse inspanningen als gastland van het toekomstige Hof.

Terrorisme

De traditionele debatten over terrorisme droegen uiteraard geheel en al de klankkleur van 11 september. Toch konden belangrijke vorderingen worden gemaakt met de "comprehensive convention" (India's ontwerp voor een samenhangend verdrag ter bestrijding van terrorisme) en het Russische ontwerp voor een verdrag ter bestrijding van nucleair terrorisme. Overeenstemming bleef echter uit (zie onder Plenaire Zitting). Bedenkingen bleven bestaan ten aanzien van het eventueel bijeenroepen van een conferentie op hoog niveau ter bespreking van een georganiseerd antwoord op terrorisme.
In 2002 zal in het Ad Hoc Comité (voorjaar) en de werkgroep van de Zesde Commissie over deze onderwerpen verder worden onderhandeld.

Handvestcomité

Veel discussies in het Handvestcomité concentreren zich al jaren op de gevolgen van sancties voor derde landen en langzaam beginnen zich, mede door toedoen van de Veiligheidsraad, enige contouren van een antwoord op dit vraagstuk af te tekenen in de vorm van zogenaamde "targeted sanctions". Nog steeds wordt de discussie in het comité gedreven door kritiek op Veiligheidsraadsancties, hetgeen de dialoog vaak bemoeilijkt.


Kenmerk DVF/PJ - 56/02

Blad /18

===