Ministerie van Algemene Zaken
1red10646
2002-03-01, NOS, Met het oog op morgen, Radio 1, 23.07 uur
MINISTER-PRESIDENT KOK NA AFLOOP VAN DE WEKELIJKSE MINISTERRAAD, OVER DE TRÊVESZAAL, DE GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN EN UITSPRAKEN VAN MELKERT IN HET PROGRAMMA `MET HET OOG OP MORGEN'
-TRÊVESZAAL-
CARASSO:
U heeft vandaag voor het eerst in de nieuwe Trêveszaal vergaderd. Hij is helemaal opgeknapt.
Nieuwe kroonluchters begrijp ik, mahoniehouten tafel en ieder één microfoon. Was het nu
echt anders dan anders?
KOK:
Het is in elk geval een belangrijke verbetering. Het is jammer dat misschien niet meer mensen
het kunnen zien, hoewel er wel op de website een rondgang ook door de nieuwe Trêveszaal
zal worden gemaakt. Het is een zeer goede combinatie met historie en toch een
modernisering.
CARASSO:
Wat is er dan zo mooi aan?
KOK:
Nee, het gaat niet zozeer om mooi, want we willen niet mooi zitten, maar het gaat ook om
functioneel. Bijvoorbeeld de vergaderinstallaties, ministers die zichzelf vaak qua lichtval in
de weg zaten omdat er onvoldoende licht scheen op de tafels. Elkaar ook niet altijd kunnen
verstaan.
CARASSO:
Ik hoorde minister Korthals van Justitie vandaag zeggen: "Het voordeel van de oude situatie
was wel dat we elkaar tenminste niet konden verstaan."
KOK:
Dat kan soms een hulpmiddel zijn. Je kunt soms ook maar beter niet alles horen, maar het is
toch over het algemeen wel handig om op elkaar te kunnen reageren.
CARASSO:
U heeft geloof ik ook een knop gekregen om iedereen het zwijgen op te leggen als het nodig
is?
KOK:
Ja, ik denk niet dat dat zo gauw nodig is.
CARASSO:
Vandaag niet in elk geval?
KOK:
Ik denk sowieso niet dat het gauw nodig is, maar in het uiterste geval kan het wel. Het is een
mooie verbetering.
-GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN-
CARASSO:
Ik wou het hebben over 6 maart, de gemeenteraadsverkiezingen. Op dit moment trekt er een
karavaan van landelijke politici door het land. U bent zelf deze week ook eventjes in Delft
geweest. Waar is dat nu eigenlijk goed voor, afgezien van het feit dat het natuurlijk mooie
reclame oplevert voor de landelijke verkiezingen van 15 mei?
KOK:
Ik vind het heel belangrijk. Ik heb het zelf maar in beperkte mate gedaan. Het is heel
belangrijk dat de mensen die ook kandidaat zijn voor de volgende landelijke verkiezingen, dat
die van de gemeenteraadsverkiezingen gebruik maken om zich te laten zien. Het gebeurt nu
natuurlijk frequenter. Om twee redenen denk ik. In de eerste plaats is het toch van belang de
mensen een hart onder de riem te steken om te gaan stemmen, deel te nemen, hun stem uit te
brengen. In de tweede plaats is het belangrijk omdat er natuurlijk toch altijd een verbinding
ligt tussen datgene waar men in de plaatselijk politiek voor staat en datgene waar de
landelijke politieke partijen voor staan. Van veiligheid tot onderwijs en zorg en noem maar
op, die je dus plaatselijk moet verwezenlijken, maar die mede door het landelijke beleid
mogelijk worden gemaakt. Er ligt dus ook een relatie.
CARASSO:
Hoewel het natuurlijk af en toe wel verwarrend is, want het CDA in Delft gaat niet over extra
agenten op straat. De PvdA in Arnhem gaat niet over het harder straffen van recidivisten, van
mensen die opnieuw in misdaad vervallen. Dat is wel verwarrend. Je kunt ook niet op Dijkstal
stemmen in Amsterdam. Gaat het niet teveel door elkaar heen lopen?
KOK:
Nee, ik vind helemaal niet dat het door elkaar heen loopt. De voorbeelden die u geeft zijn
terecht, maar wat wel waar is, is dat bijvoorbeeld de kinderopvang in Delft vleugels heeft
gekregen de afgelopen jaren door de faciliteiten en de mogelijkheden die daar ook in Den
Haag voor beschikbaar zijn gesteld. De mogelijkheden die er zijn worden ook op
verschillende manieren plaatselijk ingevuld.
-MELKERT-
CARASSO:
Over de landelijke politiek gesproeken. Wij hadden in `Met het oog op morgen' deze week
een serie over politiek leiderschap met vijf fractieleiders. Afgelopen woensdag hadden we
Melkert en die zei over het afgelopen kabinet, of over uw kabinet, het is nog bezig: "Er
hadden eigenlijk meer momenten moeten zijn waarop het kabinet zelf richting had moeten
geven." Bent u het daarmee eens? Heeft u achteraf ook het gevoel dat het kabinet wat vaker
richting aan ontwikkelingen had moeten geven, in plaats van afwachten?
KOK:
Ik heb het hele interview niet gevolgd. Ik was zelf ook met andere dingen bezig. Ik vind het
altijd gevaarlijk om er zo even een flard of fragment uit te halen en dan vervolgens de
pretentie te hebben dat je daar commentaar op levert. Maar even in het algemeen gezegd:
"Leiderschap wordt natuurlijk ook van een kabinet gevraagd en van de leiding van het
kabinet." Leiderschap betekent dat er niet alleen gevolgd wordt wat de meerderheid vindt,
maar ook richting wordt gewezen.
CARASSO:
Vindt u dat dat voldoende is gebeurd?
KOK:
Dat is zowel in de vorige periode als in deze periode regelmatig gebeurd.
CARASSO:
Melkert zei dat belangen en inzichten van ministeries op een gegeven moment de overhand
hebben gekregen. Ofwel, de ambtenaderen hebben iets teveel macht gekregen. "Dan zit je in
de ministerraad en dan komt er een stuk en dan kan je eigenlijk niet meer terug", zei hij. Heeft
u dat gevoel ook wel eens gehad?
KOK:
Ik weet niet waar Melkert dat op baseert. Hij is zelf ook vier jaar minister geweest. Hij heeft
zeker uit ervaring gesproken. Als minister-president nu terugkijkend op een bijna een periode
van acht jaar en ruim twaalf jaar in kabinetten van uiteenlopende aard, kan ik me wel iets bij
die observatie van Melkert voortellen. Dat dreigt soms wel, de invloed of macht van
ambtenaren. Tegelijkertijd moet erbij worden gezegd dat de minister niets, maar dan ook
helemaal niets waard is als hij niet optimaal wordt gevoed door de informatie, door de
adviezen die nodig zijn om beslagen ten ijs te komen in de ministerraad. Over het algemeen
genomen weten Nederlandse ministers daar heel goed mee om te gaan. Nederlandse ministers
zijn absoluut niet de gevangenen van ambtelijk materiaal waar men geen eigen positie in kan
bepalen.
CARASSO:
Maar zou een manier om toch goed tegenwicht te geven aan die macht van de ambtenaren
kunnen zijn om als kabinet zelf actief meer richting te geven, meer opdrachten uit te zetten?
KOK:
Maar dat gebeurt ook met regelmaat op veel terreinen. Maar de macht van de ambtenaar is
niet het grootste probleem. Als er van teveel invloed van een ambtenaar sprake is, of van
ambtenaren op het beleid, dan zegt dat meer over de zwakte van de minister dan over de
kracht van de ambtenaren.
CARASSO:
Wat ik me afvraag als ik Melkert dat dan hoor zeggen, heeft hij dat ook wel eens de afgelopen
tijd tegen u gezegd?
KOK:
Ik heb weinig zin om flarden van horen zeggen uit een interview te halen.
CARASSO:
Klinkt het u bekend in de oren?
KOK:
Natuurlijk, maar dat is een onderwerp wat regelmatig in bespreking is, ook bij tussentijdse
gesprekken met kabinetsleden, soms in het hele kabinet of in kleinere kring. Je praat steeds
over de kwaliteit van als het ware wat je uit het totaal haalt. De kwaliteit wat je uit het totaal
kunt halen is meer dan de optelsom van de dingen. Als u een voorbeeld neemt, de
Verkenningen waar we vorige zomer mee zijn gekomen, toekomstverkenning over 2002 heen,
laten het licht schijnen op een groot aantal ontwikkelingen die maatschappelijk en politiek
relevant zijn, die ook opties bevatten waar denkwerk achter zit. Het valt mij op dat die
Verkenningen, wat een enorm karwij is geweest voor het kabinet om daar vorm aan te geven,
even de aandacht hebben gekregen van de politiek, ook van de media, vervolgens heel snel
achter de horizon zijn weggezakt. Maar daarmee is de betekenis van dat werkstuk er niet
minder op.
CARASSO:
En daar kan dan het volgend kabinet mee aan de slag?
KOK:
Ja.
(Letterlijke tekst, ongecorrigeerd, RD)