Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut
Persbericht NIVR/ KNMI
Delft, januari/maart 2002
Nieuwe generatie instrumenten voor klimaat- en milieubewaking
Milieusatelliet Envisat succesvol gelanceerd
Een Ariane-5 raket met milieusatelliet Enviast aan boord is
vrijdagochtend 1 maart om 2u07 volgens de planning en met succes
gelanceerd vanaf de basis Kourou in Frans Guyana.
KNMI-ruimtevaartmedewerker Frank Grooters was aanwezig bij de
lancering, anderen volgden het gebeuren op een groot beeldscherm bij
Space Expo in Noordwijk. Volgens KNMI-ozononderzoeker Piet Stammes,
die de lancering in Noordwijk volgde, zijn inmiddels ook de
zonnepanelen uitgeklapt en is er contact tussen de satelliet en het
European Space Operations Centre (ESOC) in het Duitse Darmstadt.
TV3-Zeppelin "Klokhuis"- het populaire TV-programma Klokhuis besteedt
vrijdagavond uitgebreid aandacht in de invloed van vliegtuigemissies
op het klimaat. Ook dat onderzoek krijgt een belangrijke impuls
dankzij de ENVISAT. (Uitzending vrijdag 1 maart tussen 18.30 en 18.50
uur)
Met de lancering van het Nederlands-Duits-Belgische meetinstrument
Sciamachy op 1 maart worden de mogelijkheden om het klimaat en milieu
op mondiale schaal te bewaken sterk uitgebreid. Sciamachy bevindt zich
aan boord van de Europese milieusatelliet Envisat die wordt gelanceerd
vanaf de Europese lanceerbasis Kourou in Frans Guyana. Sciamachy geeft
een veel uitgebreider en nauwkeuriger beeld van milieuverontreiniging
en ozonconcentraties in de onderste lagen van de aardatmosfeer dan tot
nu toe mogelijk was. Recent is de lancering van een eenvoudiger
Amerikaans ozonmeetinstrument mislukt waardoor Sciamachy de
belangrijkste bron van ozonmetingen wereldwijd zal worden. Sciamachy
zal de komende vijf tot tien jaar operationeel zijn.
Sciamachy meet nauwkeurig de hoeveelheid zonlicht die door de aarde
wordt weerkaatst. Door analyse van dat licht zijn wetenschappers in
staat de samenstelling van de atmosfeer vast te stellen. Niet alleen
de dikte van de laag broeikasgassen en andere stoffen wordt gemeten,
maar ook de verdeling over de hoogte in de aardatmosfeer wordt beter
vastgelegd dan voorheen. Unieke eigenschap is dat dit ook in het
infrarood gebeurt, waardoor veel meer gassen kunnen worden
gedetecteerd dan voorheen.
Het revolutionaire ontwerp is door de Nederlands industrie- en
kennisinstituten Fokker Space, TNO TPD en SRON gebouwd. Het KNMI zal
de meetgegevens, afkomstig van het meetinstrument, gedurende de
levensduur verifiëren. Deze gegevens worden wereldwijd gebruikt. KNMI
en SRON hebben speciaal een satelliet datacentrum ontwikkeld voor
bewerking en verspreiding van deze Sciamachy-data. De
wetenschappelijke leiding van het Sciamachy project is in handen van
het Duitse IFE, het Nederlandse KNMI en het Belgische BIRA. Het
management van het Nederlandse deel is in handen van het Nederlands
Instituut voor Vliegtuigontwikkeling en Ruimtevaart (NIVR).
Wetenschappers kunnen wereldwijd met de meetgegevens van Sciamachy hun
kennis van de aardatmosfeer vergroten en daarmee onder andere de
effectiviteit van beleidsmaatregelen vaststellen. De meetgegevens zijn
ook essentieel voor het controleren van het klimaatverdrag van Kyoto
en het Montreal Protocol.
Sciamachy wordt gefinancierd door de ministeries van OC&W, EZ en V&W
en omvat een bedrag van 50 mln Euro.
Nederlandse technologie en kennis is ook in de toekomst essentieel
voor de wereldwijde bewaking van de aardatmosfeer. Het
Nederlands/Finse ozonmeetinstrument OMI zal vanaf 2004 de rol van
Sciamachy aanvullen. NASA erkent de vooraanstaande rol van Nederland
in de ruimtevaart en stelt voor OMI ruimte beschikbaar op een
Amerikaanse satelliet.
---
Voor meer informatie over dit persbericht kunt u contact opnemen met
het NIVR, voorlichting, Christine Windmeijer 015-2789402.
Geschiedenis ozonmeetinstrumenten
Sciamachy is de opvolger van het Europese GOME instrument die sinds
1995 actief is. Hoewel nog steeds actief, is GOME is aan het eind van
zijn beoogde levensduur. Sciamachy gaat de metingen van GOME
continueren. Essentieel verschil is dat door de infrarooddetectoren op
SCIAMACHY het voor het eerst mogelijk is vanuit de ruimte de gassen
methaan en koolmonoxide te meten. Andere belangrijke gassen die
SCIAMACHY meet zijn: ozon, stikstofoxiden, broomoxide, chlooroxiden,
waterdamp, kooldioxide, lachgas en formaldehyde. SCIAMACHY meet ook
stofdeeltjes en wolken en heeft een groter golflengtebereik. SCIAMACHY
meet in limb (horizonmeting) en nadir terwijl GOME alleen nadir meet.
Nederlandse technologie en kennis is ook in de toekomst essentieel voor de wereldwijde bewaking van de aardatmosfeer. Het Nederlands/Finse ozonmeetinstrument OMI zal vanaf 2004 de rol van Sciamachy aanvullen. NASA erkent de vooraanstaande rol van Nederland in de ruimtevaart en stelt voor OMI ruimte beschikbaar op een Amerikaanse satelliet. Belangrijkste verschil tussen SCIAMACHY en OMI is dat OMI een mondiale bedekking bereikt in 1 dag met kleinere grondpixels terwijl SCIAMACHY de aarde bestrijkt in 3 tot 6 dagen met een hogere spectrale resolutie en een groter golflengte bereik. De ontwikkeling van OMI gebeurt bij TNO TPD en Fokker Space en is in een afrondende fase. OMI wordt medio 2002 naar Amerika verscheept.
Waarom satellieten:
Eén van de geestelijk vaders van Sciamachy is Nobelprijswinnaar
Professor Crutzen. Midden jaren 80 liep een aantal wetenschappers,
waaronder Crutzen, aan tegen het probleem dat er te weinig
grondstations waren om wereldwijd metingen te doen naar de hoeveelheid
ozon en broeikasgassen in de atmosfeer. Ze hadden die informatie wél
hard nodig voor hun onderzoek. In eerste instantie dachten ze aan het
uitbreiden van het aantal grondmetingen door over de gehele wereld
overeenkomsten met instituten e.d. af te sluiten. Ze hadden met name
behoefte aan metingen in de tropische zone. Maar juist daar bleek het
moeilijk om partners te vinden die over langere termijn meetgegevens
kunnen garanderen en financiering te vinden. Een goedkopere en
simpelere oplossing, doordat er minder partijen zijn om overeenkomsten
mee af te sluiten, was een instrument op een satelliet te plaatsen.
Bovendien levert een meting van de gehele aardatmosfeer meer gegevens
op dan alleen puntmetingen. Vanuit die achtergrond is destijds op de
Envisat "call for ideas" voor Envisat gereageerd door Sciamachy voor
te stellen.
Envisat en ESA:
Envisat staat voor Environmental Satellite, milieusatelliet. Deze
milieusatelliet is een geheel Europees project onder leiding van de
Europese ruimtevaartorganisatie ESA. Envisat is uitgerust met 10
meetinstrumenten om uitspraken te kunnen doen over wijzigingen in het
milieu op aarde. Vier aandachtsgebieden worden daarbij onderscheiden:
water, lucht, land en ijs.
Voor meer informatie over Envisat: Heidi Graf telefoon 071-5653006.
NIVR
Het Nederlands Instituut voor Vliegtuigontwikkeling en Ruimtevaart
(NIVR) heeft ten doel het in een internationale context bevorderen van
wetenschappelijke, industriële en dienstverlenende activiteiten in
Nederland op het gebied van vliegtuigbouw, vliegtuiggebruik en
ruimtevaart. Het instituut Het NIVR is beleidsadviseur van de overheid
en intermediair voor kennisinstituten, bedrijfsleven, gebruikers en
overheidsorganen. Het NIVR voert daarnaast projectmanagement over
omvangrijke projecten en voert subsidieregelingen uit.
Voor meer informatie NIVR: Christine Windmeijer telefoon 015-2789402.
SRON
Stichting Ruimteonderzoek Nederland (SRON) bevordert en coördineert
het wetenschappelijk
onderzoek in en vanuit de ruimte. SRON ontwikkelt innovatieve
instrumenten die worden gebruikt aan boord van internationale
satellieten voor grensverleggend astrofysisch en aardgericht
onderzoek. Bij SRON zijn de daarvoor noodzakelijke kennis en
vaardigheden geconcentreerd, zowel in technisch als wetenschappelijk
opzicht. Hiermee speelt SRON een hoofdrol in het internationale
ruimteonderzoek. Daarnaast adviseert SRON de Nederlandse overheid met
betrekking tot deelname aan internationale ruimtevaartprogramma's.
Voor meer informatie SRON: Jasper Wamsteker telefoon 030-2538593.
KNMI
Het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI) is in
Nederland vooral bekend van de weersverwachtingen, maar het instituut
doet veel meer. Het KNMI is hét nationale data- en kenniscentrum voor
weer, klimaat en seismologie. Een belangrijke kerntaak van het KNMI is
doen van vooraanstaand wetenschappelijk klimaatonderzoek. Het meten
van veranderingen in het klimaat is een belangrijk onderdeel daarvan.
Satellietmetingen van broeikasgassen, ozonlaag, wolken en
luchtvervuiling zijn hiervoor onontbeerlijk. Het KNMI participeert
daarom in de belangrijkste satellietmissies van ESA en NASA op het
gebied van klimaat- en milieuonderzoek.
Voor meer informatie KNMI: persvoorlichting KNMI, Harry Geurts of
Monique Somers,
telefoon 030 - 220 63 17
TNO Space
TNO Space bundelt kennis, technologie en ervaring van de
TNO-organisatie op het gebied van ruimtevaart. Producten en diensten
worden aangeboden aan nationale en internationale
ruimtevaartindustrieën -instituten en -organisaties. In TNO Space
participeren TNO TPD, TNO FEL, TNO Prins Mauritslaboratorium, TNO
Technische Menskunde en TNO Milieu, Energie en Procesinnovatie.
Voor meer informatie TNO Space : Jos de Mooij telefoon 015-2692380
Laatste wijziging: 1 maart 2002
Vragen en reacties:
PR & Voorlichting KNMI
Copyright © KNMI