Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

http://www.minvrom.nl

MINVROM: Gemeenten en provincies krijgen subsidie voor klimaat

Het ministerie van VROM stelt 38.854.000 euro beschikbaar aan gemeenten en provincies om het klimaatbeleid te stimuleren. Gemeenten en provincies kunnen van 1 maart 2002 tot 1 augustus 2004 de subsidie aanvragen. Vandaag treedt vandaag inwerking.

Gemeenten en provincies komen voor subsidie in aanmerking als zij het klimaatbeleid intensiveren. De subsidie is bedoeld voor extra personeelskosten, communicatie en onderzoek voor bijvoorbeeld energiebesparing en duurzame energie. De bijdrage bedraagt maximaal de helft van de uitvoeringskosten, de andere helft moeten de gemeenten en provincies zelf betalen.

De hoogte van de subsidie is afhankelijk van het aantal inwoners en het grondoppervlak van de gemeente of provincie. Energiebesparing in de bebouwde omgeving hangt samen met het aantal inwoners. De hoeveelheid grondoppervlak bepaalt de mogelijkheden voor duurzame energie, bijvoorbeeld de inrichting van windmolenparken, biomassacentrales en zonneenergieprojecten.

Op 18 februari heeft het Rijk het klimaatconvenant ondertekend met VNG en IPO.
Het convenant is ondertekend door de minister Pronk (VROM), minister Jorritsma (Economische Zaken), minister Netelenbos (Verkeer en Waterstaat) en staatssecretaris Faber (Landbouw, Natuurbeheer en Visserij). Uiterlijk twee jaar na de inwerkingtreding van dit convenant moet tenminste 40% van de gemeenten en provincies het klimaatbeleid hebben geĂŻntensiveerd.

In het kader van het Kyoto Protocol uit 1997 moet Nederland in de periode 2008-2012 de uitstoot van broeikasgassen met gemiddeld 6% verlagen ten opzichte van 1990. In de Uitvoeringsnota Klimaatbeleid uit 1999 was al aangekondigd dat afspraken tussen VROM, EZ, IPO en VNG zullen worden vastgelegd in een convenant. In het Bestuursakkoord Nieuwe Stijl (BANS) tussen Kabinet, VNG en IPO uit 1999 is afgesproken dat door VROM, EZ, VNG en IPO een overzicht wordt opgesteld van de activiteiten die gemeenten en provincies kunnen uitvoeren of intensiveren voor de uitvoering van klimaatbeleid.