European Commission
IP/02/339
Brussel, 28 februari 2002
Commissie roept regeringen op tot meer actie ter bestrijding van de
schaduweconomie
De Commissie heeft een studie gepubliceerd getiteld "Undeclared labour
in Europe. Towards an integrated approach of combating undeclared
labour"(1)
. Doel was te onderzoeken wat er tegen zwartwerk wordt gedaan en hoe
doeltreffend de specifieke beleidsmaatregelen of combinaties van
maatregelen in de verschillende lidstaten zijn. Het rapport is door
onafhankelijke adviseurs voor de Europese Commissie samengesteld en
sluit aan bij de mededeling betreffende zwartwerk die de Commissie in
1998 heeft uitgebracht(2). De bevindingen van het rapport zullen
worden meegewogen in de evaluatie van de Europese
werkgelegenheidsstrategie die de Commissie in juli dit jaar wil
uitvoeren.
Anna Diamantopoulou, commissaris voor werkgelegenheid en sociale
zaken, verklaarde: "De lidstaten moeten meer doen om na te gaan
hoeveel er zwart wordt gewerkt en dit terug te dringen en om te zetten
in regulier werk. Bestrijding van zwartwerk is namelijk essentieel om
de doelstelling van Lissabon, volledige werkgelegenheid in 2010 in een
gezond macro-economisch klimaat, te kunnen verwezenlijken. Maar we
moeten beginnen met de omvang van het zwartwerk beter te bepalen: als
we het kunnen meten, kunnen we er ook wat tegen doen."
De studie concludeert dat zwartwerk het best kan worden bestreden met
een mix van beleidsmaatregelen, gericht op zowel preventie als
bestraffing: vereenvoudiging van de procedures en de wetgeving,
bewustmaking van de bevolking omtrent de mogelijke negatieve gevolgen
van zwartwerk en de schaduweconomie, uitwisseling van informatie en
betere communicatie, samenwerking tussen de autoriteiten, bewaking en
sancties, verlaging van de belastingdruk op arbeid. Het is van groot
belang dat degenen die bereid zijn om naar de formele economie over te
stappen dat ook gemakkelijk kunnen doen. Daarom moet er iets worden
gedaan tegen excessieve bureaucratie, complexe regelgeving en
armoedevallen.
Verscheidene lidstaten zien nauwlettender toe op zwartwerk en delen
zwaardere straffen uit. Maar dat is niet altijd even doeltreffend.
Opsporing richt zich vaak op mensen die gemakkelijk te pakken zijn,
zoals illegale immigranten en uitkeringstrekkers die erbij klussen.
Naast sancties moeten er dus ook preventieve maatregelen komen.
Ook moeten de beleidsmaatregelen ter bestrijding van zwartwerk goed
geëvalueerd worden. In alle landen waarnaar de studie gekeken heeft,
ontbreken betrouwbare gegevens over de effectiviteit van de
maatregelen. Volgens de studie zijn de gekozen beleidsmaatregelen
vrijwel nergens naar behoren geëvalueerd, zodat het moeilijk uit te
maken wat voor effect zij hebben gesorteerd. Hierdoor kan een verkeerd
beeld ontstaan, bijvoorbeeld dat zwartwerk merendeels door illegale
immigranten wordt gedaan. En zo'n beeld kan de integratie van etnische
minderheden weer belemmeren.
De studie is op internet te vinden (in het Engels, met een
samenvatting in het Frans en het Duits) op het volgende adres:
http://europa.eu.int/comm/dgs/employment_social/pub_en.htm
(1)
De samensteller van de studie heeft hiervoor zeven lidstaten
uitgekozen (Duitsland, Spanje, Frankrijk, Italië, Nederland, Zweden en
het Verenigd Koninkrijk).
(2)
COM(98) 219 def. van 7 april 1998, zie ook IP/98/343.