Ministerie van Financiën
de Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Plein 2
2511 CR DEN HAAG
1 maart 2002 FM 2002-00126 U
Onderwerp
Vragen van de leden Mosterd en Wijn over de service van banken aan verzorgingstehuizen
Bij deze doe ik u mede namens de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport de antwoorden toekomen op de vragen van de leden Mosterd en Wijn, die mij werden toegestuurd bij brief van 24 januari jongstleden.
---
Herinnert u zich uw antwoord in reactie op
eerdere Kamervragen, waarin u het grote belang
van toegang tot het betalingsverkeer - in het
bijzonder voor kwetsbare groepen
-onderstreepte?
Antwoord 1
In de nota "betalingsverkeer: de markt voor girale betaalmiddelen" is uiteengezet aan welke uitgangspunten het functioneren van het betalingsverkeer in Nederland ten minste moet voldoen. Aangegeven is dat het betalingsverkeer efficiënt en veilig moet zijn. Verder is evenals in het antwoord in reactie op de genoemde kamervragen aangegeven dat de reële toegang tot het girale betalingsverkeer meer in bijzonder voor ouderen, gehandicapten en chronisch zieken, zoveel mogelijk verzekerd moet zijn, zodat mensen volwaardig deel kunnen nemen aan de samenleving.
Hierbij zal altijd sprake zijn van een zekere afweging. Een efficiënt betalingsverkeer en het gebruik van efficiënte betaalmiddelen is van belang om het betalingsverkeer voor consumenten in Nederland zo goedkoop mogelijk te houden. Zoals ook aan de orde is geweest in het Algemeen Overleg over het Nederlandse betalingsverkeer op 26 september jongstleden mag het streven door de banken naar efficiëntie echter niet zover gaan dat kwetsbare groepen in de problemen worden gebracht.
---
Deelt u de mening dat de weigering van banken om
nog langer klanten in verpleeg- en
verzorgingshuizen te bezoeken een verslechtering
is van de toegang tot het betalingsverkeer voor
deze kwetsbare groepen?
Een aantal banken houdt niet langer zogenaamde 'zittingsdagen' in verpleeg- en verzorgingstehuizen. Deze maatregel om niet langer klanten in verpleeg- en verzorgingshuizen te bezoeken kan voor deze groepen leiden tot verslechtering van de toegang van het betalingsverkeer. Of en hoeverre dit in de praktijk inderdaad het geval is, hangt daarbij vooral af van de vraag of adequate alternatieven beschikbaar komen.
---
Bent u bereid met de Nederlandse Vereniging van
Banken en betrokken (maatschappelijke)
organisaties in overleg te treden teneinde deze
verdere afname van het serviceniveau in het
geld- en betalingsverkeer van de banken aan
genoemde groep bankcliënten te voorkomen?
Zoals gemeld in de op 24 januari jongstleden aan de Tweede Kamer gezonden brief over maatschappelijke aspecten van het betalingsverkeer, is inmiddels afgesproken dat de Nederlandse vereniging van Banken (NVB) in nauw contact met relevante organisaties als de Chronisch Zieken en Gehandicaptenraad Nederland, de ouderenbonden en de Landelijke Organisatie van Cliëntenraden met oplossingen komt. Het gaat daarbij om een brede studie waarbij uiteraard ook de door u gesignaleerde problematiek zal worden meegenomen. Het resulterende minimumniveau van toegankelijkheid kan worden neergelegd in een door banken te ondertekenen 'protocol'. Daarbij staat uiteraard voorop dat de naleving voldoende verzekerd moet zijn. Ervan uitgaande dat dit traject aan de verwachtingen voldoet (en dat zal al vrij snel blijken) en ook gelet op de gewenste snelheid kan het realiseren van een adequaat maatschappelijk voorzieningenniveau op dit punt aan de markt gelaten worden en is wetgeving niet nodig.
De Minister van Financiën,
---
Aanhangsel Handelingen, nr. 118,
vergaderjaar 2001-2002.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2000-2001, 27 863, nr. 1, nota betalingsverkeer, de markt voor girale
betaalmiddelen.
KBO-wegwijzer, jaargang 13, nr. 1.