Universiteit van Amsterdam
Professor Karel van Dam geridderd in de Orde van de Nederlandse Leeuw
Tijdens zijn afscheid van de Universiteit van Amsterdam op vrijdag 1 maart 2002 is prof. dr. Karel van Dam (1939) benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. De koninklijke onderscheiding werd hem verleend vanwege zijn grote verdiensten als gerespecteerd onderzoeker, uitmuntend docent en algemeen erkend onderwijsvernieuwer.
Het wetenschappelijk onderzoek van professor Van Dam heeft zich de afgelopen 35 jaar geconcentreerd op de energiehuishouding en de regulering van cellen. Zijn onderzoek bestreek vele aspecten van dit wetenschapsgebied, zoals moleculaire mechanismen van energieoverdracht, de groei van micro-organismen en het ontwikkelen van kwantitatieve modellen voor de beschrijving van metabole netwerken in de levende cel.
Karel van Dam staat bekend als een begenadigd docent. Tientallen promovendi hebben zich onder zijn bezielende leiding bekwaamd in het doen van wetenschappelijk onderzoek. Typerend voor hem is zijn sterke betrokkenheid bij de maatschappelijke effecten van wetenschapsbeoefening en de morele aspecten die daarbij een rol spelen.
Rond zijn zestigste is Van Dam een geheel nieuwe uitdaging aangegaan. Een van de passies binnen zijn loopbaan als hoogleraar Biochemie, het ontwikkelen van nieuw en uitdagend onderwijs voor studenten, heeft hij uitgebouwd tot een nieuwe loopbaan als directeur van het door hem geïnitieerde Instituut voor Interdisciplinaire Opleidingen (I2O).
Met visie en elan heeft Van Dam als directeur van het instituut een groot aantal vernieuwingen doorgevoerd die van grote invloed zijn geweest op de kwaliteit van programma's en de onderwijsbegeleiding binnen de Universiteit van Amsterdam. Al deze vernieuwingen hadden te maken met het slechten van grenzen tussen wetenschapsgebieden (of tussen theorie en praktijk) en werden altijd gekenmerkt door een grote nadruk op het belang van intensieve relaties tussen alle betrokkenen bij het onderwijs, met name die tussen docent en student. Enkele prominente voorbeelden hiervan zijn de ontwikkeling van de Bèta-gamma propedeuse, een nieuw onderwijsprogramma waarin getracht wordt om de sociale wetenschappen en de exacte wetenschappen onderwijskundig te integreren, en het major/minor-systeem, dat studenten de mogelijkheid geeft om twee disciplines in hun opleidingsprogramma onder te brengen.
Ko van Harn
Secretaris van de redactie
werkadres: Afd. GIO van Universiteit van Amsterdam
Spui 25, 1012 WX Amsterdam
tel. 020 - 525 2698