Partij van de Arbeid

Den Haag, 27 februari 2002

VRAGEN VAN HET LID REHWINKEL (PVDA) AAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAPPEN

1. Kent u de uitkomsten van de recente Algemene Studentenenquête, die het adviesbureau IOWO jaarlijks uitvoert onder 1500 studenten van de Katholieke Universiteit Nijmegen (KUN)? (1)

2. Hoe oordeelt u over het feit dat het inkomen van ongeveer de helft van de studenten onder het normbudget ligt?

3. Hoe zijn deze onderzoeksresultaten te rijmen met uw recente conclusie naar aanleiding van het onderzoek van Regioplan die luidde dat er geen problemen zijn met de financiële positie van de student?

4. Wat is uw mening over de gebleken gemiddelde verdeling van de drie verschillende bronnen die samen het inkomen van de student bepalen, studiefinanciering (44%), ouderlijke bijdrage (31%) en eigen bijdrage (25%)? Is deze verdeling wenselijk?

5. Bent u bereid nadere maatregelen te nemen die er voor zorgen dat de vereiste ouderlijke bijdrage ook daadwerkelijk wordt afgedragen, bijvoorbeeld via de fiscalisering van deze bijdrage?

6. Wat vindt u van het feit dat studenten blijkens het onderzoek bijna een volledige dag in de week aan een bijbaan besteden en dat het aantal werkende studenten, inmiddels bijna 80%, wederom is gestegen? Zijn deze feiten voor u aanleiding nadere maatregelen te treffen? Bent u bereid de ontwikkelingen rondom het werken van studenten, met name gelieerd aan de tijd die studenten aan hun studie (kunnen) besteden, op de voet te volgen en de Kamer hierover te informeren?

7. Bent u bereid nadere maatregelen te treffen, teneinde het gemiddelde inkomen van de student beter in overeenstemming te brengen met het normbudget?

(1) Persbericht Katholieke Universiteit Nijmegen, 26 februari 2002