Gemeente Dalfsen

27-02-2002

Kadernota welzijn: spoorboekje voor toekomstig welzijnsbeleid

(voor volledig scherm kies button: gemeentehuis-nieuws-persberichten)

Op welke manier geven we het vrijwilligersbeleid vorm en inhoud, wat voor voorzieningen hebben we nodig voor de jeugd en voor ouderen, hoe gaan we om met subsidies aan verenigingen en instellingen, wat voor taken liggen er op het terrein van de kinderopvang en het peuterspeelzaalwerk... Het is zo maar even een ruwe greep uit de reeks van onderwerpen die de revue passeren in de concept-kadernota Welzijn.

Met het vaststellen van deze nota heeft het college van Burgemeester en Wethouders de ontwikkeling van het toekomstig welzijnsbeleid op de rails gezet. De kadernota kan in dat licht dan ook gezien worden als het spoorboekje waarin zowel de algemene kaders als de globale kaders per deelterrein
staan geformuleerd. Tot 28 maart 2002 ligt de nota ter inzage op de volgende locaties:

Ø Gemeentehuis Dalfsen
Ø Servicepunt Nieuwleusen
Ø Servicepunt Lemelerveld
Ø Openbare bibliotheken

De belangrijkste beslispunten uit de concept-kadernota staan ook hieronder vermeld.
Zienswijzen op de nota kunnen vüür 28 maart schriftelijk worden ingediend bij het college van Burgemeester en Wethouders van Dalfsen.

Informatieavonden
Het gemeentebestuur organiseert tijdens de inspraakperiode twee informatiebijeenkomsten over het toekomstig welzijnsbeleid. U kunt zich op deze avonden laten informeren over de inhoud van de concept-kadernota, uw eigen ideeën naar voren brengen en met het gemeentebestuur van gedachten wisselen over deze materie die maatschappelijk van grote betekenis is voor de toekomst. De informatieavonden vinden plaats op maandag 11 en dinsdag 12 maart. Meer informatie over deze avonden publiceren wij binnenkort in het gemeentelijk informatieblad KernPUNTEN en op deze site.

OVERZICHT BESLISPUNTEN KADERNOTA WELZIJN 2002-2006


1. De gemeente houdt zich in beginsel niet bezig met uitvoerende werkzaamheden op het terrein van welzijn. Met betrekking tot bestaande uitvoerende taken (met name op het terrein van accommodatiebeheer) zal worden nagegaan of deze kunnen worden beëindigd, c.q. overgedragen aan particuliere instellingen.


2. De gemeente neemt de inzichten van instellingen en verenigingen nadrukkelijk mee in overwegingen over de beleidsvorming. Dat neemt niet weg dat de gemeente en niet de maatschappelijke organisaties de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor het welzijnsbeleid draagt.


3. Het profijtbeginsel zal vaker en stringenter worden toegepast. Middels flankerend beleid moet worden voorkomen dat mensen met lage inkomens niet meer aan activiteiten (kunnen) deelnemen.


4. Gedurende de raadsperiode tot 2006 wordt prioriteit gegeven aan:
a) Jeugdbeleid. Daarbij wordt nadrukkelijk aandacht besteed aan: a)participatie van jongeren bij het ontwikkelen van jeugdbeleid; b)nieuwe initiatieven op het gebied van jongerencultuur; c)het ontwikkelen van een adequaat netwerk voor de jeugdzorg; d)bestrijding van ongezonde leefwijzen; e)het voorkomen en bestrijden van overlast; en f)kunsteducatie.

b) Mensen in achterstandsituaties. Bijzondere aandacht daarbij verdienen: a)het intensiveren van beleid om mensen met lage inkomens toch deel te laten nemen aan sport- en welzijnsactiviteiten; b)voorkomen dat mensen met lage inkomens de dupe worden van een stringentere toepassing van het profijtbeginsel; c)terugdringen van het niet-gebruik van sociale voorzieningen; d)het ontwikkelen van specifieke activiteiten waarmee deze groep kan worden benaderd; en e)het wegnemen van belemmeringen in de deelname van gehandicapten aan sociaal-culturele activiteiten.

c) Vrijwilligerswerk. Naast het besteden van a)extra aandacht en voorlichting aan de inhoud van vrijwilligerswerk, zal ook gewerkt moeten worden aan b)structureel beleid om het vrijwilligerswerk in de toekomst op peil te houden.

d) Ouderenzorg, met een accent op a)passende huisvesting; b)zorgvoorzieningen bij zelfstandig wonende ouderen; c)het terugdringen van het niet-gebruik van sociale voorzieningen; d)voorkoming van isolement en vereenzaming.


5. Met betrekking tot de dekking van de extra middelen die voor de prioriteiten worden ingezet, gelden de volgende uitgangspunten:

a) Er wordt kritisch gekeken naar de bestaande subsidies en in het bijzonder naar subsidies voor sport- en welzijnsactiviteiten voor volwassenen. Een meer stringente toepassing van het profijtbeginsel (c.q. verhoging van de eigen bijdrage) kan leiden tot het verlagen of zelfs beëindigen van subsidies.

b) Niet alleen binnen een bepaald beleidsterrein, maar in principe ook tussen de verschillende beleidsterreinen zijn verschuivingen van subsidiestromen mogelijk.

c) De budgetten voor projectsubsidies zullen voornamelijk worden ingezet op de genoemde prioriteiten.

d) Uitzetting van het welzijnsbudget is in beperkte mate mogelijk, waarbij nadrukkelijk rekening wordt gehouden met de totale positie van de gemeentefinanciën.

e) Er zal meer worden ingespeeld op rijks- en provinciaal beleid (voor zover passend binnen onze eigen beleidskaders en prioriteiten) en de daarmee samenhangende subsidiemogelijkheden.


6. Er wordt een lijst met criteria opgesteld waaraan aanvragen voor eenmalige subsidies moeten voldoen.


7. In afwijking van de nota subsidiebeleid worden de budgetsubsidies als volgt geïndexeerd.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen de indexering van loonkosten en indexering van overige kosten.
Bij de indexering van loonkosten zijn de betreffende CAO's bepalend (te weten de CAO Welzijnswerk, de CAO Openbare bibliotheken en de CAO Kunstzinnige vorming). De VNG verstrekt jaarlijks een overzicht van de CAO-verplichtingen en de daaruit voortvloeiende kostenstijgingen voor de verschillende sectoren. De in dit overzicht opgenomen stijgingspercentages zullen worden meegenomen bij de vaststelling van de subsidies voor het daarop volgende begrotingsjaar. Voor de overige kosten geldt het indexcijfer dat ook in de gemeentebegroting wordt toegepast.

Deze regeling gaat per direct in.


8. Voor een zuiver beeld van kosten/baten zullen de versluierde subsidies per beleidsterrein in beeld worden gebracht. Daarna zal er een afweging plaatsvinden met betrekking tot de vraag of de versluierde subsidies in rekening moeten worden gebracht bij de instellingen en in hoeverre in verband hiermee compensatie plaatsvindt in de vorm van een aanpassing van de subsidie.

Dit gebeurt op middenlange termijn.


9. De grens aan de algemene reserve van gesubsidieerde instellingen wordt afgeschaft.

Dit gaat per direct in.


10. Voor de harmonisatie van subsidies geldt de volgende overgangsregeling.

Indien als gevolg van de harmonisatieregeling het verschil in het subsidiebedrag op basis van de oude regeling en de nieuwe regeling minder bedraagt dan 750,- per jaar voor een instelling (zowel positief als negatief) dan wordt voor de harmonisatie geen overgangstermijn gehanteerd.

Bij een verschil van 750,- tot 5.000,- geldt een overgangstermijn van twee jaar, waarbij per jaar de helft van het verschil wordt overbrugd (zowel bij toename als afname van de subsidie).

Bij een verschil van meer dan 5.000,- geldt een overgangstermijn van drie jaar, waarbij per jaar éénderde van het verschil wordt overbrugd.

Het kan ook zijn dat op basis van het nieuwe beleid subsidies komen te vervallen. Ook dan geldt de genoemde overgangsregeling. Een uitzondering daarop vormen de subsidies die minder dan 250,- bedragen. Deze subsidies kunnen derhalve zonder overgangsregeling in één keer worden beëindigd.


11. De gemeente heeft als subsidiegever een (afgeleide) verantwoordelijkheid met betrekking tot wachtgeldverplichtingen. Voorzover de wachtgeldverplichtingen voortvloeien uit de wettelijke regelingen en CAO-bepalingen, én voorzover de financiële positie van de instelling of vereniging dit noodzakelijk maakt, zal de gemeente daaraan bijdragen.


12. Met de buurgemeenten worden afspraken gemaakt over het subsidiëren van organisaties met deelnemers uit andere gemeenten. In beginsel wordt aan instellingen en verenigingen subsidie verleend ongeacht de herkomst van de deelnemers. Dit betekent dat verenigingen en instellingen uit Dalfsen die ook leden/deelnemers uit de buurgemeenten tellen in principe volledig voor subsidie in aanmerking komen. Er vindt geen verrekening plaats.

Omgekeerd betekent dit dat Dalfsen geen subsidie verleent aan instellingen en verenigingen buiten de eigen gemeente.


13. Dalfsen draagt onder de volgende voorwaarden bij aan de subsidiëring van organisaties in een ander gemeente.

a) De activiteit van de instelling past in het welzijnsbeleid van de gemeente Dalfsen.
b) In Dalfsen ontbreekt een soortgelijke voorziening. c) Er zijn minimaal tien deelnemers uit Dalfsen lid. d) Er verlenen minstens twee andere gemeenten subsidie.


14. Er wordt onderzoek gedaan naar een vereenvoudigde en kortere procedure voor de vaststelling van subsidies.


15. De zorg voor adequate huisvesting is een taak van de instellingen. De taak die de gemeente hierin heeft is een voorwaardenscheppende. Ondersteuning vanuit de gemeente vindt plaats door het beschikbaar stellen van subsidiegelden voor goede accommodatieplannen, medewerking op het gebied van ruimtelijke ordening, etc.

Het college zal in overleg met de Sportraad criteria ontwikkelen voor de beoordeling van subsidie-aanvragen voor accommodatieplannen. Uitgangspunt daarbij is, dat de gemeente slechts een beperkt deel van de investeringskosten van goedgekeurde plannen voor zijn rekening zal nemen. Verenigingen zullen zelf het leeuwendeel van de investeringen moeten opbrengen.


16. Het college zal onderzoek doen naar de gewenste beheersvorm van de accommodaties die nu bij de gemeente in eigendom en exploitatie zijn. Als uitgangspunt van beleid geldt hierbij, dat in principe de exploitatie en het beheer van alle gemeentelijke accommodaties door de gemeente op afstand wordt gezet.
Er zal tevens onderzoek worden gedaan naar de efficiëntie in het gebruik van bestaande gebouwen.


17. Het college wil af van versluierde subsidies in de vorm van niet-kostendekkende verhuur. Wij zullen daarom per accommodatie de werkelijke kosten in beeld brengen. Vervolgens zal de afweging worden gemaakt of er een kostendekkende huur in rekening gebracht moet worden en in hoeverre hiervoor compensatie verleend moet worden middels een aanpassing van de subsidie.


18. Wanneer de omvang en kwaliteit van activiteiten van gesubsidieerde instellingen naar de mening van het college zou kunnen toenemen door afstemming en/of samenwerking met anderen, dan zal dit gestimuleerd worden middels subsidieverlening.


19. Er zijn situaties denkbaar waarin de uitvoering van gemeentelijk welzijnsbeleid niet voldoende doelmatig of voldoende professioneel kan worden uitgevoerd door bestaande instellingen. In die gevallen kan vanuit de gemeente op een fusie van instellingen worden aangedrongen. Wanneer dat niet lukt kan de uitvoering van specifiek beleid ook worden aanbesteed. Ook partijen van buiten de eigen gemeente zullen dan in de gelegenheid worden gesteld om mee te dingen naar een opdracht.


20. Om na te gaan in hoeverre met behulp van de subsidiegelden de gewenste doelstellingen bereikt worden is het noodzakelijk om ontwikkelingen te volgen en gegevens te verzamelen. Bij de verantwoording van de subsidiegelden zal het effect van de inzet van subsidiegelden meer zichtbaar gemaakt moeten worden. In overleg met de instellingen willen wij het instrument 'monitoren en meten' gestalte geven.

2 Beslispunten per deelterrein

Jeugdbeleid


21. De startnotitie Integraal Jeugdbeleid dient een vervolg te krijgen. Er wordt een praktijkgerichte jeugdmonitor uitgevoerd en vervolgens een visie op het jeugdbeleid uitgewerkt o Planning: korte termijn.
o Financiële consequenties: 11.345,- geraamd voor externe ondersteuning.


22. Voor de lopende raadsperiode willen we voor jeugdvoorzieningen een reserve aanleggen van 135.000,-.
o Planning: doorlopend.
o Financiële consequenties: van 2003 tot en met 2006 een bedrag van 22.689,- per jaar.


23. In afwachting van de visie op het jeugdbeleid, wordt het KANS-project voorlopig voortgezet.
o Planning: korte termijn.
o Financiële consequenties: maximaal 40.840,- voor 2002 (reeds begroot).


24. Wij willen middelen beschikbaar stellen om voor een proefperiode van twee jaar in Dalfsen een ambulant jongerenwerker aan te stellen o Planning: korte termijn.
o Financiële consequenties: maximaal 36.302,- per jaar (voor maximaal twee jaar).


25. Wij willen onderzoek doen naar een praktisch hanteerbare en niet-stigmatiserende methode om kinderen uit gezinnen met een laag inkomen meer deel te laten nemen aan sport en sociaal-culturele activiteiten. Daarbij zal ook een herziening van het minimabeleid worden betrokken.
o Planning: korte termijn (door de afdelingen welzijn en sociale zaken).
o Financiële consequenties: ten laste van het budget voor minimabeleid.


26. Aan de Vrouwenraad zal worden gevraagd om in overleg met het KANS-netwerk onderzoek te doen naar de behoefte en het aanbod op het gebied van opvoedingsondersteuning, zo mogelijk uitmondend in een conferentie over dit onderwerp.
o Planning: middenlange termijn.
o Financiële consequenties: maximaal 2.269,-.


27. In de nota jeugdbeleid zal een voorstel worden gedaan voor een gestructureerde vorm van jongerenparticipatie. Vooruitlopend daarop zal met de jongeren uit de vijf kernen, per kern eenmaal per jaar een bijeenkomst worden belegd.
Voor de doelgroep jongeren komt er één aanspreekbare portefeuillehouder en één contactambtenaar. De consequenties voor de werkwijze in de organisatie zullen in beeld worden gebracht. o Planning: op korte termijn en doorlopend.
o Financiële consequenties: zonodig een beroep op de reserve voorzieningen voor jongeren.


28. De mogelijkheden voor een digitaal jeugdhonk worden onderzocht. o Planning: op korte termijn.
o Financiële consequenties: budget voor nieuwe initiatieven op de website.


29. In de nota jeugdbeleid zal, meer dan tot nog toe, aandacht gegeven worden aan culturele activiteiten voor de jeugd. Om alvast concreet aan het werk te kunnen gaan stellen wij bij wijze van experiment voor de periode van twee jaar een bedrag beschikbaar voor culturele activiteiten (zoals bijvoorbeeld een jaarlijks concert) voor jongeren, te organiseren door de jongeren zelf en met ondersteuning van de instellingen voor sociaal-cultureel werk en/of culturele organisaties. o Planning: op korte termijn.
o Financiële consequenties: maximaal 9.075,- per jaar.


30. Wij willen onderzoeken of Dalfsen op het punt van kunsteducatie een achterstand heeft, welke behoeften er in de gemeente leven, en of er binnen het basisonderwijs mogelijkheden zijn om hieraan extra aandacht te geven. Een en ander gebeurt in het kader van het overleg met de scholen over lokaal onderwijsbeleid.
o Planning: op korte termijn.
o Financiële consequenties: nog onbekend.


31. Wij willen samen met welzijnsinstellingen en scholen nagaan of het 'brede school concept' in Dalfsen toepasbaar en haalbaar is. o Planning: lange termijn.
o Financiële consequenties: vooralsnog geen.


32. In de toekomst zien wij bij voorkeur één instelling voor het algemene jeugdwerk.
o Planning: korte termijn.
o Financiële consequenties: indien een fusietraject wordt ingezet, mogen de stichtingen, - onder voorwaarden - rekenen op een éénmalige vergoeding.

Ouderenbeleid


33. Op basis van de uitkomsten van de nota 'wonen' gaan wij met het veld in overleg over de wijze waarop het aanbod aan ouderenhuisvesting verbeterd kan worden.
o Planning: korte termijn.
o Financiële consequenties: vooralsnog geen.


34. Wij willen voorzien in een doeltreffend en gelijksoortig aanbod op het gebied van zorg en preventie. Vanuit deze gedachte zal er afstemming moeten plaatsvinden tussen het aanbod en de tarieven met betrekking tot het pakket van de beide stichtingen Welzijn ouderen. Daarnaast zal de gemeente het initiatief nemen tot een overleg met de overige zorgaanbieders met betrekking tot de vraag in hoeverre de afstemming tussen de verschillende partijen nog verbeterd kan worden.

Voor wat betreft de activiteit meer bewegen voor ouderen zal onderzocht worden of in het kader van de breedtesport een extra impuls gegeven kan worden aan deelname aan sport door ouderen. o Planning: voorbereiding korte termijn, uitvoering middenlange termijn.
o Financiële consequenties: nog niet bekend.


35. Er moet worden voorzien in een doeltreffend en gelijksoortig aanbod op het gebied van welzijn. Op basis van de uitkomsten van een lopend onderzoek zal een besluit genomen worden over de hoogte van de structureel benodigde subsidie voor deze activiteiten.

De subsidiegelden voor welzijnsactiviteiten zullen met name ingezet worden voor ouderen die dreigen te vereenzamen en ouderen die rond moeten komen van een minimum inkomen.
o Planning: voorbereiding korte termijn; uitvoering middenlange termijn.
o Financiële consequenties: nog niet bekend.


36. Wij willen voorzien in regelmatige informatie aan ouderen en signalering van behoeften van ouderen door middel van een seniorenadviesteam, voorlichtingsbijeenkomsten, ouderengids en ouderendag.
De activiteiten gericht op informatie aan ouderen en signalering van behoeften van ouderen worden uitgevoerd door de stichtingen welzijn ouderen. De gemeente en de stichtingen zullen de activiteiten en de hieruit verkregen informatie op elkaar moeten afstemmen. o Planning: voorbereiding korte termijn; uitvoering middenlange termijn.
o Financiële consequenties: nog niet bekend.


37. Voor wat betreft de participatie van ouderen zullen wij met instellingen in gesprek gaan over de vragen: 1)op welke manier de inbreng van ouderen goed is te regelen; 2)op welke onderwerpen die inbreng gericht zou kunnen zijn.
o Planning: middenlange termijn.
o Financiële consequenties: zijn op dit moment nog niet aan te geven.


38. Wij willen op basis van een lopend onderzoek de subsidies van de Stichtingen Welzijn Ouderen opnieuw tegen het licht houden. o Planning: voorbereiding korte termijn; uitvoering middenlange termijn.
o Financiële consequenties: nog niet bekend.


39. De subsidies voor de ouderenbonden worden beëindigd. o Planning: met ingang van 2003.
o Financiële consequenties: een vermindering van uitgaven met 712,-.

Lokaal gezondheidsbeleid


40. Er wordt een nota lokaal gezondheidsbeleid vastgesteld. o Planning: korte termijn (reeds in gang gezet). o Financiële consequenties: wordt meegenomen in de definitieve versie van de nota.


41. Het lokaal gezondheidsbeleid zal in het bijzonder gericht zijn op kwetsbare groepen. Initiatieven van instellingen op het gebied van mantelzorg zullen worden ondersteund. De subsidies voor de stichtingen Vrijwillige Thuiszorg, Slachtofferhulp en Platform Gehandicapten worden gehandhaafd.
o Planning: met ingang van 2002.
o Financiële consequenties: in het kader van de stimulering van het vrijwilligerswerk wordt 4.538,- per jaar voor initiatieven op het gebied van mantelzorg uitgetrokken.


42. De gemeente maakt zich samen met andere gemeenten in de regio sterk voor een goed functionerend Bureau Jeugdzorg Overijssel. o Planning: doorlopend.
o Financiële consequenties: geen.


43. De gemeente zal actief participeren bij de invulling van het project JGZ2000, gericht op de jeugd in het basisonderwijs. Vervolgens zal worden bevorderd dat optimaal gebruik wordt gemaakt van het aanbod van de GGD Regio IJssel-Vecht.
o Planning: doorlopend.
o Financiële consequenties: binnen de bestaande budgetten.


44. De gemeente streeft op termijn naar een naadloze aansluiting, qua organisatie en inhoud, in de keten van jeugdgezondheidszorg voor 0 tot 19-jarigen (consultatiebureaus, GGD, AMW). Daarbij dient ook afstemming plaats te vinden met het onderwijs, buitenschoolse opvang, kinderopvang en peuterspeelzaalwerk.
o Planning: doorlopend.
o Financiële consequenties: zowel uitgaven als inkomsten (rijksbijdrage) zijn nog niet bekend.


45. Projecten en lokale campagnes ter bevordering van een gezonde leefwijze wordenondersteund. In het kader van het lokaal onderwijsbeleid zal worden onderzocht welke rol scholen hierin willen en kunnen spelen.
o Planning: doorlopend (initiatief bij derden). o Financiële consequenties: activiteiten te bekostigen uit de projectenpot.


46. Wij zullen de samenwerkingsverbanden op het gebied van zorg positief-kritisch benaderen. De relatie tussen budgetten en prestaties dient helder te zijn. Wij zullen de ontwikkelingen met betrekking tot de GGD en RIO actief volgen en -waar mogelijk - mee sturen. o Planning: doorlopend.
o Financiële consequenties: in beginsel binnen de bestaande budgetten.


47. Samen met andere gemeenten zijn recentelijk afspraken gemaakt over budgetten voor en prestaties van het algemeen maatschappelijk werk zal de aandacht in het bijzonder worden gericht op de jeugd en op mensen in achterstandssituaties.De extra stimuleringsgelden van het rijk voor het AMW worden in Dalfsen ingezet om achterstanden weg te werken. o Planning: korte termijn.
o Financiële consequenties: binnen de huidige budgetten, aangevuld met stimuleringsgelden van het rijk en de gemeente.


48. Wij zullen in 2002 voorstellen doen over de verdere aanpak van de legionella bacterie.
o Planning: korte termijn.
o Financiële consequenties: nog niet bekend.

Kinderopvang en peuterspeelzaalwerk


49. In verband met de subsidiegelden van het rijk is het noodzakelijk dat de huisvestingsvoorzieningen voor buitenschoolse opvang op 31 december 2002 gerealiseerd zijn. Indien deze datum voor wat betreft de definitieve huisvesting in gevaar komt dan zal tijdelijke huisvesting een oplossing moeten bieden.
o Planning: korte termijn.
o Financiële consequenties: de bijdrage van de gemeente wordt gedekt uit stimuleringsgelden.


50. In het eerste kwartaal van 2002 nemen wij een besluit over de gunning van de extra plaatsen voor kinderopvang. Ook hierbij geldt dat de extra plaatsen worden verspreid over de kernen Dalfsen, Nieuwleusen en Lemelerveld en dat de extra plaatsen per 31 december 2002 gerealiseerd moeten zijn.
o Planning: korte termijn.
o Financiële consequenties: de bijdrage van de gemeente wordt gedekt uit stimuleringsgelden.


51. De samenhang binnen de werksoort kinderopvang/peuterspeelzaalwerk zal worden versterkt. Nu het vormen van één organisatie in ieder geval op korte termijn een stap te ver is willen wij met partijen in overleg gaan over de vraag of clusters van samenwerking haalbaar zijn. o Planning: middenlange termijn.
o Financiële consequenties: op dit moment niet aan te geven.


52. De consequenties van de wet Basisvoorziening Kinderopvang zullen in de loop van 2002 in beeld worden gebracht.
o Planning: korte termijn.
o Financiële consequenties: vooralsnog geen.


53. De subsidie-methode voor de kinderopvang en peuterspeelzaalwerk zal worden herzien. Als uitgangspunten daarvoor geleden: o een gelijk tarievenstelsel in de gemeente, waarbij de ouderbijdrage geheven wordt naar draagkracht;
o onderscheid in subsidieplaatsen, bedrijfsplaatsen en particuliere plaatsen;
o afstemmen en uniformeren van de hoogte van de ouderbijdragen; o het ontwikkelen van een doelgroepenbeleid voor de gesubsidieerde kinderopvangplaatsen;
o voor peuterspeelzaalwerk: subsidie op basis van bijvoorbeeld een vast bedrag per peuterspeelzaal, een vast bedrag per groep en een vast bedrag per peuter;
o versluierde subsidies (in de vorm van huisvestingskosten) zullen in beeld gebracht worden en toegerekend worden, zodat een zuiver beeld ontstaat over de werkelijke kosten.

Voor wat betreft de subsidie voor het peuterspeelzaalwerk zal een relatie worden gelegd met de kwaliteitseisen die vanuit de gemeente gesteld worden aan het peuterspeelzaalwerk.
o Planning: middenlange termijn.
o Financiële consequenties: vooralsnog budgettair neutraal met dien verstande dat aanvullende kwaliteitseisen voor het peuterspeelzaalwerk wel financiële gevolgen kunnen hebben voor de gemeente.


54. In het kader van de brede school gedachte wordt onderzoek gedaan naar combinaties van kinderopvang/peuterspeelzaalwerk met het onderwijs, sport en cultuur. De gemeente neemt initiatief tot afstemming en samenhang tussen de verschillende sectoren. o Planning: langere termijn; dit gelet op de vele ontwikkelingen binnen de werksoort.
o Financiële consequenties: op dit moment nog niet aan te geven

Vreemdelingenbeleid


55. Er wordt een nota vreemdelingenbeleid uitgebracht. o Planning: korte termijn (afdeling sociale zaken). o Financiële consequenties: geen.


56. Met ROC Landstede en de stichtingen voor kinderopvang worden afspraken gemaakt over de kinderopvang tijdens de taallessen. o Planning: reeds in uitvoering.
o Financiële consequenties: nog onbekend. Kosten ten laste van de reserve inburgering.


57. Op initiatief van de gemeente wordt in overleg met Vluchtelingenwerk en woningstichting Vechthorst een plan van aanpak gemaakt voor het wegwerken van de achterstand in de huisvestingstaakstelling.
o Planning: reeds in uitvoering.
o Financiële consequenties: geen.


58. Er wordt actief beleid gevoerd om nieuwkomers gemakkelijker toegang te geven tot de lokale arbeidsmarkt. De gemeente geeft daarbij zelf het voorbeeld door zich actief in te zetten om meer allochtonen binnen de gemeentelijke organisatie aan te stellen. Wij zullen dit ook onder de aandacht brengen van de ICD en de Handelsvereniging. Ook willen wij - waar mogelijk - stageplaatsen bieden voor cursisten van de taalschool.
o Planning: korte termijn (afdelingen sociale zaken en personeelszaken).
o Financiële consequenties: geen.

Samenlevingsopbouw


59. Er komt een heroriëntatie op de functie en de inhoud van het beleidsterrein samenlevingsopbouw en in het bijzonder het sociaal-cultureel werk en opbouwwerk.

o Planning: langere termijn.
o Financiële consequenties: geen; tot na de heroriëntatie blijven de subsidies op het huidige niveau gehandhaafd.


60. Met de instellingen voor sociaal-cultureel werk worden afspraken gemaakt over de invulling van subsidiabele activiteiten. De eerste prioriteit zal worden gelegd bij de jeugd en bij mensen of groepen die in een achterstandssituatie verkeren. Het volwassenenwerk dat niet op deze doelgroepen is gericht dient kostendekkend te worden georganiseerd (profijtbeginsel).
o Planning: bij de eerstvolgende subsidie-aanvragen. o Financiële consequenties: geen.


61. Specifieke sociaal-culturele activiteiten voor gehandicapten worden bevorderd. De subsidie voor Taveno wordt gehandhaafd; andere initiatieven op dit gebied komen in beginsel voor subsidie in aanmerking. Ook zal in samenwerking met het Platform Gehandicapten onderzoek worden gedaan naar de toegankelijkheid van het sociaal-cultureel werk voor gehandicapten (ook bij nieuwbouwprojecten). Waar mogelijk worden maatregelen genomen om de toegankelijkheid te verbeteren.
o Planning: middenlange termijn.
o Financiële consequenties: nog niet bekend.


62. In overleg met kerken en instellingen zal een plan worden opgesteld om mensen die sociaal geïsoleerd zijn, of dreigen te geraken, activiteiten aan te bieden.
o Planning: gelet op de mogelijke vervolgactiviteiten zal dit punt pas op middenlange termijn kunnen worden opgepakt. Als alternatief zou dit ook in projectvorm kunnen worden 'uitbesteed' (aan een lokale instelling of een extern bureau).
o Financiële consequenties: nog onbekend.


63. Er wordt een notitie emancipatiebeleid worden opgesteld. o Planning: langere termijn.
o Financiële consequenties: geen.


64. De subsidies voor vrouwenverenigingen (in totaal 327,- voor vijf verenigingen) worden beëindigd. Voor bijzondere activiteiten kan een beroep worden gedaan op de projectenpot. Ook weerbaarheidstrainingen voor vrouwen zijn gedeeltelijk subsidiabel. De subsidie voor de Dalfser Vrouwenraad wordt (voorlopig) gehandhaafd. o Planning: doorlopend; beëindiging subsidies vrouwenverenigingen per 2003.
o Financiële consequenties: beperkte besparing op subsidies verenigingen ( 327,-); voor bijzondere activiteiten is er de projectenpot.

Sport


65. In overleg met de Sportraad zal een projectvoorstel voor de breedtesport uitgewerkt worden. Daarbij zal bijzondere aandacht worden besteed aan het sporten voor ouderen en aan de jeugd. o Planning: korte termijn.
o Financiële consequenties: gedurende het project komt 50% van het budget ten laste van de gemeente. Bij de uitwerking van de voorstellen zal ingegaan worden op de omvang van het benodigde budget en de dekking van de kosten.


66. Met de Sportraad zal overleg plaatsvinden om de subsidiegelden in te zetten voor nieuwe sportprojecten voor de jeugd. o Planning: middenlange termijn.
o Financiële consequenties: geen. Het huidige budget is de maatstaf.


67. Er zal in overleg met de Sportraad nieuwe accommodatiebeleid worden geformuleerd. Dit zal voor de sportverenigingen,de Sportraad en de gemeente duidelijkheid moeten geven over de vraag welke accommodatieplannen kunnen rekenen op steun van de gemeente. Ten aanzien van de verzoeken om investeringssubsidie die reeds bij de gemeente ingediend zijn, zal beoordeeld worden in hoeverre vooruitlopend op het beleid een ad-hoc oplossing gevonden kan worden. o Planning: middenlange termijn.
o Financiële consequenties: nog niet bekend.


68. Er wordt onderzoek gedaan naar de gewenste beheersvorm voor de binnensportaccommodaties. Op basis van de uitkomsten van dit onderzoek zal ook besluitvorming plaatsvinden over gebruikersovereenkomsten en tarieven.

Beleid met betrekking tot de buitensportaccommodaties gaat in de volgende stappen:
a. vaststellen van uniforme afspraken ten aanzien van werkzaamheden die door de gemeente verricht worden en werkzaamheden die door de verenigingen verricht worden;
b. op basis hiervan worden de kosten voor de gemeente in beeld gebracht;
c. aan de hand van a en b vindt vaststelling van de tarieven plaats.

Bij de vaststelling van de nieuwe tarieven zal er een koppeling gelegd worden met het uitgavenpatroon.
o Planning: middenlange termijn.
o Financiële consequenties: op dit moment niet aan te geven.


69. Voor de verschillende accommodaties (zwembaden, binnensportaccommodaties en buitensportaccommodaties) zal in de komende tijd onderzoek gedaan worden naar de meest gewenste en efficiënte beheers- en organisatievorm. Daarbij zullen de mogelijkheden van beheer en exploitatie in beeld worden gebracht. o Planning: korte termijn: zwembaden; middenlange termijn: binnensportaccommodaties; lange termijn: buitensportaccommodaties. o Financiële consequenties: verwacht mag worden dat de uitkomsten van de onderzoeken tot besparingen zullen leiden. Op dit moment is echter geen inschatting te maken van de omvang.

Kunst en cultuur


70. Er wordt een visie op hoofdlijnen geformuleerd. o Planning: middenlange termijn.
o Financiële consequenties: geen.


71. Met betrekking tot het bibliotheekwerk zal het personeelsformatieplan en de extra dienstverlening aan scholen op korte termijn worden uitgewerkt.
o Planning: korte termijn (bij de eerstkomende behandeling van de subsidie-aanvraag).
o Financiële consequenties: nog niet bekend.


72. Er komen voorstellen om de subsidies op AK-gebied te harmoniseren. Ook willen wij ons nader beraden op de zin van een aantal subsidies op AK-gebied, zoals die voor zangkoren. Daarnaast denken wij aan een verschuiving van aandacht en mogelijk middelen van volwassenen naar jeugd.
o Planning: middenlange termijn.
o Financiële consequenties: vooralsnog geen.


73. Er komt een onderzoek naar het gewenste cultuuraanbod voor de jeugd.
o Planning: korte termijn (in verband met de prioriteit bij de jeugd). o Financiële consequenties: vooralsnog geen.


74. De nota Met kunst op weg van de voormalige gemeente Dalfsen, wordt met ingang van 1 januari 2002 op de gehele nieuwe gemeente toegepast. De reserve beeldende kunst wordt gevoed met een jaarlijkse dotatie van 6.800,- uit de algemene middelen en een opslag van 0,68 per vierkante meter bouwgrond die wordt verkocht (voor woonwijken en bedrijfsterreinen).
Op langere termijn willen wij de huidige nota uitbreiden tot een beleidsnota 'kunst in de openbare ruimte'.
o Planning: aanpassing prioriteitenlijst kunstwerken, op korte termijn; de beleidsnota 'kunst in de openbare ruimte' op langere termijn.
o Financiële consequenties: de uitbreiding van de prioriteitenlijst met kunstwerken voor Nieuwleusen brengt hogere investeringen met zich mee. Deze worden gedekt uit de meeropbrengst van grondverkopen en de hogere dotatie in de reserve beeldende kunst.

Vrijwilligerswerk


75. Op basis van het advies van het Comité Vrijwilligerswerk zal het college voorstellen doen voor structureel vrijwilligersbeleid in de komende jaren.
o Planning: korte termijn.