Gemeente Breda
27-02-2002
Eerste stap op weg naar restauratie patricierswoningen
Aan de Nieuwstraat 21, 23 en 25 bevindt zich een uit drie
patricierswoningen bestaand complex dat in zijn geheel rijksmonument
is. Sinds kort geldt hetzelfde voor het naastgelegen kloostercomplex
(kloosterhuis en kloosterkapel). Het geheel is eigendom van de
gemeente Breda, die nu met een opdracht voor een haalbaarheidsstudie
restauratie Nieuwstraat, een eerste stap zet op weg naar volledige
restauratie van de panden.
Recent onderzoek heeft uitgewezen dat de monumentale waarde van de
panden aan de Nieuwstraat hoger is dan tot op heden werd aangenomen en
dat de panden een volwaardige restauratie behoeven (vergelijkbaar met
Wolfslaar). Het college heeft daarop besloten via een
haalbaarheidsstudie de (financiële) randvoorwaarden te onderzoeken,
waarbinnen dit zou kunnen gebeuren.
Liefdegesticht
Voor veel Bredanaren is het Liefdegesticht een begrip. Nog zon halve
tot driekwart eeuw geleden bezocht een groot deel van de vrouwelijke
jeugd uit Breda de door de zusters Franciscanessen van het
Liefdegesticht opgezette scholen. Scholen, een weeshuis en een
internaat, die waren ondergebracht in gebouwen aan, of in de directe
omgeving van de Nieuwstraat.
Van de gebouwen die de zusters lieten verrijzen om hun taken te kunnen
vervullen is inmiddels het nodige verdwenen; de schoolgebouwen aan de
noordzijde van de Nieuwstraat zijn in 1995 gesloopt en de scholen die
de zusters aan de Markendaalseweg hadden laten bouwen, moeten
binnenkort plaatsmaken voor nieuwe ontwikkelingen langs de Westflank.
Maar aan de zuidzijde van de Nieuwstraat - nummers 21 tot en met 29 -
staat nog het omvangrijke complex dat tot 1992 van de zusters was. Aan
Nieuwstraat 21 tot en met 25 is nog duidelijk te zien dat het
eigenlijk om herenhuizen gaat, die door de zusters zijn aangepast. Het
rectoraat op Nieuwstraat 27 en 29 en de achtergelegen kapel stammen
uit een jonger tijdvak.
Haalbaarheid
Om de haalbaarheid van restauratie in beeld te brengen worden onder
meer een restauratieplan en een schetsplan opgesteld. Het schetsplan
geeft de benodigde bouwkundige ingrepen weer voor de toekomstige
bestemmingen(en). Daarnaast moeten kosten- en opbrengstpotenties
duidelijk worden. Tevens zal de haalbaarheidsstudie moeten uitwijzen
in hoeverre de opbrengsten aangevuld kunnen worden met subsidies. Een
subsidieplan maakt daarom ook deel uit van de studie. Verder maakt de
haalbaarheidsstudie al een kleine uitstap naar de organisatie en de
werkwijze die bij de restauratie kan worden gehanteerd. Daarbij zal
onder meer rekening gehouden worden met de ervaringen die in het
project Wolfslaar zijn opgedaan.
Breda, 27 februari 2002