Ministerie van Algemene Zaken
Toespraak van minister-president W. Kok t.g.v. de huldiging van de Olympische Sporters, woensdag 27 februari 2002, Ridderzaal
Graag verwelkom ik de sporters die ons land in Salt Lake City
hebben vertegenwoordigd, hun familieleden, hun vrienden en
vriendinnen, de sportofficials, the ambassador of the United
States, the host country of these Games, en alle overige
aanwezigen.
Welkom dus voor allemaal.
Maar iedereen zal begrijpen dat het vooral om de spórters gaat
vandaag. Nét zoals dat het geval was in Salt Lake City, waar de
Nederlandse equipe - ónze equipe zal ik maar zeggen - zeer
goed heeft gepresteerd. Chef d'équipe Leo Visser, zelf oud-
sporter, zei het ook al.
Natuurlijk, de pure cijferaar zal er op willen wijzen, dat er
vergeleken met Nagano drie medailles minder werden behaald,
maar iedere tijd zijn eigen vent, zijn eigen meid, en vooral:
zijn eigen omstandigheden.
Met 8 medailles zat Nederland bij de 10 beste landen en
daarmee liet ons land een aantal erkende wintersportnaties
achter zich. En voor een land waar toch eigenlijk geen echte
winters meer zijn, is dat een uitstekende prestatie.
---
Daar hebt ú voor gezorgd en daar zijn wíj maar wát verguld
mee. U, sporters, had ons eens moeten zien, gekluisterd als we
zaten aan radio en vooral aan televisie!
Na 11 september was een tijdlang de vraag of de Olympische Winterspelen wel zouden kunnen dóórgaan. Veiligheid voor alle betrokkenen gaat immers vóór alles. Maar de wereld is niet voor het geweld gezwicht en dat is terecht. Sport verbroedert, ontroert, sport bindt. En dat is belangrijk, júist in deze tijd.
Ik zei het al: Nederland zat aan de televisie gekluisterd. We hebben het allemaal, met het zweet in de handen soms, gevolgd. En we hebben ook allemaal gezien hoe vreugde en verdriet weer vlak naast elkaar lagen. Beide kanten heeft de Nederlandse ploeg meegemaakt en thuis hebben wij het meebeleefd: de tranen van vréugde en de tranen van verdríet. Fascinerende beelden van sporters die de grenzen van hun kunnen opzochten. En die grenzen verlegden.
De medáillewinnaars staan in het zonnetje vandaag, zó zit de
wereld ook wel weer in elkaar. De beide winnaars van goud:
Jochem Uytdehaage en Gerard van Velde voorop.
Ik feliciteer beiden van harte met hun Koninklijke
onderscheiding. Twee jonge ridders in deze Ridderzaal, niet te
paard, maar op de schaats.
---
Uytdehaage die de wereld verbaasde met die dubbele gouden
plak en nog een zilveren erbij.
Uytdehaage die, zo leek het wel, verwonderd was over zijn
eigen prestaties, maar die vooral uit zijn dak ging toen de
Amerikaan Parra één keer nóg sneller was dan hij.
En wat te denken van Gerard van Velde, keer op keer vierde en
dan in Salt Lake City de sublieme ontlading in een fantastische
1000 meter. Ik wist niet wat ik hoorde toen bleek dat hij kort
voor zijn rit nog even een nieuwe motor had gekocht.
Zit het succes misschien ook in het op tijd je zinnen verzetten.
En nu ik de gouden medaillewinnaars heb genoemd, noem ik
de winnaars van de zilveren plakken ook.
Want hún prestaties zijn al even glanzend: het zilver van de
onbevangen schaatsende Gretha Smit.
Zoals ze het tegen zichzelf zou hebben kunnen zeggen: dat is
ja mooi wicht, of niet dan.
En de beloning voor lang lijden, lang afzien, het knokken tegen
zijn eigen hoop en de verwachting van velen, het zilver van
Gianni Romme.
Jan Bos, die vocht en zilver won en Renate Groenewold, die
óók al in een fantastische rit het zilver behaalde, maar óók werd
geconfronteerd met een val, die een abrupt einde maakte aan
de hoop op een medaille op een andere afstand.
---
En nu ik toch het over die andere kant van de medaille heb, wil
ik mijn diepe respect ook betuigen aan de sporters die het
erepodium niet haalden ditmaal, voor wie de Olympische
Spelen in hun eigen beleving misschien wel een klein drama
werden. Ook zíj verdienen onze waardering, onze support.
Alléén: de dag waarop zij het ultieme moesten presteren, was
nu uitgerekend hún dag niet.
Heb ik het tot dusver over de sporters gehad, ik wil ook stilstaan
bij de kring om de sporters heen.
Partners, ouders, coaches, trainers en begeleiders maken het
wel en wee van dichtbij mee en zetten er veel voor opzij.
Het is belangrijk deze kring rondom de sporter te laten delen in
het succes en de aandacht. En bij deze doe ik dat.
Schaatsen, bobsleeën en snowboarden: het zijn allemaal sporten waarbij succes of falen kan afhangen van éénhonderdste van een seconde. Het is fascinerend hoe iedere beweging tot in de perfectie moet worden uitgevoerd om een medaille te behalen.
---
Maar de vorm van de dag en op het juiste moment pieken zijn
slechts het topje van de ijsberg voor goede prestaties.
Wat het publiek niet ziet is de voorbereiding.
Dag in dag uit keihard trainen, natuurlijk soms in ansichtkaart-
achtige omgevingen maar vaak ook in muffige lokaaltjes voor
de 100e keer de halters heffend of in weer en wind kilometers
makend op de fiets. Discipline die jarenlang moet worden
opgebracht om tot uitzonderlijke prestaties te komen.
En dat alles voor dat ene doel: de Olympische eer.
De laatste jaren is de aandacht voor sport enorm toegenomen. Het sportklimaat in het algemeen en het topsportklimaat in het bijzonder is in Nederland sterk verbeterd.
Dit is in de allereerste plaats een verdienste van de sport zelf. Sporters, sportbonden en NOC*NSF samen. Maar ook de sponsoring vanuit het bedrijfsleven moet hier genoemd worden. De professionalisering die hierdoor mogelijk is geworden heeft een bijdrage geleverd aan het succes.
Ook de overheid heeft een bijdrage geleverd. Voor topsporters is er de laatste 8 jaar veel veranderd.
---
Ik noem er een paar: het stipendium, de inkomensregeling voor
topsporters, de realisatie van topsportaccommodaties, en
investeringen in trainingsmethodes en wetenschappelijke
inzichten.
Daarnaast is er terecht veel aandacht voor de breedtesport.
Sportverenigingen zijn van groot belang voor het
maatschappelijk en sportief leven.
Omdat sport de gezondheid bevordert.
Omdat sport bijdraagt aan zelfontplooiing,
doorzettingsvermogen, vriendschappen en sociale contacten.
Om dit alles mogelijk te maken is het noodzakelijk dat we blijven investeren in tópsport én in bréédtesport. Ik heb er alle vertrouwen in dat dit geen modeverschijnsel is, maar dat de waarde van breedte- en topsport voor onze samenleving een ieder duidelijk is.
Beste sporters, ik heb genoten van jullie prestaties tijdens de
Olympische Spelen, van de oprechte sportiviteit die de
deelnemers hebben laten zien.
Ik wens jullie het allerbeste voor de toekomst en geniet vooral
nog even van deze mooie dag. Je hebt het van harte verdiend.
* * * * * * *