Centrale Raad van Beroep Utrecht
Niet betalen van premies volksverzekeringen; schuldig nalaten
Bron: Centrale Raad van Beroep Utrecht
Datum actualiteit: 26-02-2002
Betrokkene is nalatig gebleven de premies volksverzekeringen over
1992, 1993 en 1995 te betalen. In art. 18a van de Wet financiering
volksverzekeringen (Wfv) is onder meer bepaald dat het beroep niet kan
zijn gegrond op het verweer dat de aanslag ten onrechte of tot een te
hoog bedrag is vastgesteld. Uit de door de belastingdienst verstrekte
gegevens blijkt dat de aanslag over 1995 ambtshalve is vastgesteld,
zodat reeds uit het bepaalde in art. 18, derde lid, onder a van de Wfv
volgt dat app. over dat jaar schuldig nalatig is. Hetgeen betrokkene
verder heeft aangevoerd kan bezwaarlijk anders worden gekwalificeerd
dan als een verweer dat betrekking heeft op de hoogte van de opgelegde
aanslagen, welk verweer op grond van art. 18a Wfv niet kan worden
gehonoreerd. Ook een beoordeling aan de hand van het bepaalde in art.
18, tweede lid, Wfv kan niet tot het door betrokkene gewenste
resultaat leiden. Het niet betalen van de verschuldigde premie is
kennelijk het gevolg van de bedrijfsvoering van betrokkene, welk
gevolg geheel voor zijn risico dient te komen.
Ga naar betreffende uitspraak met nummer: AD9464
(Zie het originele bericht)