Algemene Onderwijsbond
Onderwijspersoneel wil geen nieuwe paarse coalitie
Enquête: AOb-leden geven onderwijsbeleid onvoldoende
Het onderwijspersoneel heeft geen trek in een nieuw paars kabinet, zo blijkt uit een peiling van het ledenpanel van de Algemene Onderwijsbond (AOb). Het paarse onderwijsbeleid krijgt rapportcijfer 5,1. Het onderwijspersoneel ziet liever PvdA en GroenLinks in de regering. Uit de enquête blijkt dat de politieke voorkeur van de AObers radicaliseert: de middenpartijen verliezen aanhang.
Het Onderwijsblad dat op zaterdag 23 februari verschijnt, onthult dat
D66 in de politieke barometer van de AOb keldert van 17 naar negen
procent van de stemmen. De partij heeft afgedaan bij mensen in het
onderwijs, al is de dip minder diep dan bij de Nederlandse bevolking.
Grote winnaar bij de AOb is de SP, die stijgt van zes naar 16 procent
van de kiezers. Ook Leefbaar Nederland kan op vijf procent van de
stemmen rekenen. Het ledenpanel werd echter begin februari gepeild,
toen er nog geen breuk was tussen lijsttrekker Pim Fortuyn en de
nieuwe partij. Het panel bestaat uit 667 personen.
Opmerkelijk zijn de verschillen per sector in het onderwijs. In het
hbo is GroenLinks het populairst, in de bve juist de SP. Het basis- en
voortgezet onderwijs blijkt trouw aan de PvdA. Ook de overstap van
AOb-voorzitter Jacques Tichelaar naar de landelijke politiek is
positief ontvangen door de leden. Bijna de helft noemt dat een
aanwinst voor de politiek en een verlies voor de onderwijsvakbeweging.
Twaalf procent is er op tegen. Ministeriabel is Tichelaar in de ogen
van de leden nog niet, Job Cohen wordt opvallend vaak als ideale
minister van onderwijs genoemd. De leden zien ook oud-voorzitter van
de AOb Ella Vogelaar zitten als minister.
De onvrede met het onderwijsbeleid komt duidelijk naar voren in een
ander onderdeel van de enquête: in de lijst met stoorzenders van het
werken in het onderwijs staat het ministerie van OCenW met stip op
één. Gelukkig is de oorzaak van het werkplezier voor het
onderwijspersoneel zonneklaar: bijna iedereen is dol op het werken met
kinderen en leerlingen. Leerlingen zijn de voornaamste inspiratiebron
en zelden een last, aldus het artikel in Het Onderwijsblad. Toch denkt
bijna de helft van de leraren er wel eens over om te stoppen, vooral
vanwege de hoge werkdruk.
Utrecht, 20 februari 2002